"uitgaan" meaning in All languages combined

See uitgaan on Wiktionary

Verb [Afrikaans]

Audio: LL-Q14196 (afr)-Oesjaar-uitgaan.wav Forms: gaan uit [present], uitgaande [participle, present], uitgegaan [participle, past]
Etymology: From Dutch uitgaan, from Middle Dutch ûtegâen, from Old Dutch ūtgān. Etymology templates: {{inh|af|nl|uitgaan}} Dutch uitgaan, {{inh|af|dum|ûtegâen}} Middle Dutch ûtegâen, {{inh|af|odt|ūtgān}} Old Dutch ūtgān Head templates: {{af-verb|gaande|sep=uit}} uitgaan (present gaan uit, present participle uitgaande, past participle uitgegaan)
  1. go out; exit
    Sense id: en-uitgaan-af-verb-hrmeoY~u Categories (other): Afrikaans entries with incorrect language header

Verb [Dutch]

IPA: /ˈœy̯txaːn/ Audio: Nl-uitgaan.ogg
Etymology: From Middle Dutch ûtegâen, from Old Dutch ūtgān. Equivalent to uit + gaan. Etymology templates: {{inh|nl|dum|ûtegâen}} Middle Dutch ûtegâen, {{inh|nl|odt|ūtgān}} Old Dutch ūtgān, {{compound|nl|uit|gaan}} uit + gaan Head templates: {{nl-verb}} uitgaan Inflection templates: {{nl-conj-st|ga|ging|gaan|ga|aux=zijn|class=7|sep=uit}} Forms: irregular separable strong [table-tags], uitgaan [infinitive], uitgaan [gerund, neuter], ga uit [first-person, main-clause, present, singular], ging uit [first-person, main-clause, past, singular], uitga [first-person, present, singular, subordinate-clause], uitging [first-person, past, singular, subordinate-clause], gaat uit [main-clause, present, second-person, singular], ging uit [main-clause, past, second-person, singular], uitgaat [present, second-person, singular, subordinate-clause], uitging [past, second-person, singular, subordinate-clause], gaat uit [formal, main-clause, present, second-person, singular], ging uit [formal, main-clause, past, second-person, singular], uitgaat [formal, present, second-person, singular, subordinate-clause], uitging [formal, past, second-person, singular, subordinate-clause], gaat uit [Flanders, colloquial, main-clause, present, second-person, singular], gaat uit [archaic, formal, main-clause, majestic, present, second-person, singular], gingt uit [Flanders, colloquial, main-clause, past, second-person, singular], gingt uit [archaic, formal, main-clause, majestic, past, second-person, singular], uitgaat [Flanders, colloquial, present, second-person, singular, subordinate-clause], uitgaat [archaic, formal, majestic, present, second-person, singular, subordinate-clause], uitgingt [Flanders, colloquial, past, second-person, singular, subordinate-clause], uitgingt [archaic, formal, majestic, past, second-person, singular, subordinate-clause], gaat uit [main-clause, present, singular, third-person], ging uit [main-clause, past, singular, third-person], uitgaat [present, singular, subordinate-clause, third-person], uitging [past, singular, subordinate-clause, third-person], gaan uit [main-clause, plural, present], gingen uit [main-clause, past, plural], uitgaan [plural, present, subordinate-clause], uitgingen [past, plural, subordinate-clause], ga uit [archaic, main-clause, present, singular, subjunctive], ginge uit [archaic, main-clause, past, singular, subjunctive], uitga [archaic, present, singular, subjunctive, subordinate-clause], uitginge [archaic, past, singular, subjunctive, subordinate-clause], gaan uit [archaic, main-clause, plural, present, subjunctive], gingen uit [archaic, main-clause, past, plural, subjunctive], uitgaan [archaic, plural, present, subjunctive, subordinate-clause], uitgingen [archaic, past, plural, subjunctive, subordinate-clause], ga uit [imperative, main-clause, present, singular], gaat uit [archaic, imperative, main-clause, plural, present], uitgaand [main-clause, participle, present], uitgegaan [main-clause, participle, past]
  1. (intransitive) to go out (to go to public places for leisure) Tags: intransitive
    Sense id: en-uitgaan-nl-verb-E7um0yBm Categories (other): Dutch entries with incorrect language header, Dutch entries with language name categories using raw markup, Dutch separable verbs with uit Disambiguation of Dutch entries with incorrect language header: 67 9 24 Disambiguation of Dutch entries with language name categories using raw markup: 66 10 25 Disambiguation of Dutch separable verbs with uit: 57 20 23
  2. (intransitive) to turn off, to shut down Tags: intransitive
    Sense id: en-uitgaan-nl-verb-OlNcAhMK
  3. (intransitive) to expire, to break up (of a relationship) Tags: intransitive
    Sense id: en-uitgaan-nl-verb-JqmdoY6N
The following are not (yet) sense-disambiguated
Derived forms: uitgaansbuurt, uitgaansgebied, uitgaansgelegenheid, uitgaansleven Related terms: uitgang

Inflected forms

Download JSON data for uitgaan meaning in All languages combined (9.3kB)

{
  "antonyms": [
    {
      "word": "ingaan"
    }
  ],
  "etymology_templates": [
    {
      "args": {
        "1": "af",
        "2": "nl",
        "3": "uitgaan"
      },
      "expansion": "Dutch uitgaan",
      "name": "inh"
    },
    {
      "args": {
        "1": "af",
        "2": "dum",
        "3": "ûtegâen"
      },
      "expansion": "Middle Dutch ûtegâen",
      "name": "inh"
    },
    {
      "args": {
        "1": "af",
        "2": "odt",
        "3": "ūtgān"
      },
      "expansion": "Old Dutch ūtgān",
      "name": "inh"
    }
  ],
  "etymology_text": "From Dutch uitgaan, from Middle Dutch ûtegâen, from Old Dutch ūtgān.",
  "forms": [
    {
      "form": "gaan uit",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaande",
      "tags": [
        "participle",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgegaan",
      "tags": [
        "participle",
        "past"
      ]
    }
  ],
  "head_templates": [
    {
      "args": {
        "1": "gaande",
        "sep": "uit"
      },
      "expansion": "uitgaan (present gaan uit, present participle uitgaande, past participle uitgegaan)",
      "name": "af-verb"
    }
  ],
  "lang": "Afrikaans",
  "lang_code": "af",
  "pos": "verb",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Afrikaans entries with incorrect language header",
          "parents": [
            "Entries with incorrect language header",
            "Entry maintenance"
          ],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "go out; exit"
      ],
      "id": "en-uitgaan-af-verb-hrmeoY~u",
      "links": [
        [
          "go out",
          "go out"
        ],
        [
          "exit",
          "exit"
        ]
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "LL-Q14196 (afr)-Oesjaar-uitgaan.wav",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/d/d4/LL-Q14196_%28afr%29-Oesjaar-uitgaan.wav/LL-Q14196_%28afr%29-Oesjaar-uitgaan.wav.mp3",
      "ogg_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/d/d4/LL-Q14196_%28afr%29-Oesjaar-uitgaan.wav/LL-Q14196_%28afr%29-Oesjaar-uitgaan.wav.ogg",
      "text": "Audio"
    }
  ],
  "word": "uitgaan"
}

{
  "derived": [
    {
      "_dis1": "0 0 0",
      "word": "uitgaansbuurt"
    },
    {
      "_dis1": "0 0 0",
      "word": "uitgaansgebied"
    },
    {
      "_dis1": "0 0 0",
      "word": "uitgaansgelegenheid"
    },
    {
      "_dis1": "0 0 0",
      "word": "uitgaansleven"
    }
  ],
  "descendants": [
    {
      "depth": 1,
      "templates": [
        {
          "args": {
            "1": "af",
            "2": "uitgaan"
          },
          "expansion": "Afrikaans: uitgaan",
          "name": "desc"
        }
      ],
      "text": "Afrikaans: uitgaan"
    }
  ],
  "etymology_templates": [
    {
      "args": {
        "1": "nl",
        "2": "dum",
        "3": "ûtegâen"
      },
      "expansion": "Middle Dutch ûtegâen",
      "name": "inh"
    },
    {
      "args": {
        "1": "nl",
        "2": "odt",
        "3": "ūtgān"
      },
      "expansion": "Old Dutch ūtgān",
      "name": "inh"
    },
    {
      "args": {
        "1": "nl",
        "2": "uit",
        "3": "gaan"
      },
      "expansion": "uit + gaan",
      "name": "compound"
    }
  ],
  "etymology_text": "From Middle Dutch ûtegâen, from Old Dutch ūtgān. Equivalent to uit + gaan.",
  "forms": [
    {
      "form": "irregular separable strong",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "table-tags"
      ]
    },
    {
      "form": "nl-conj-st",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "inflection-template"
      ]
    },
    {
      "form": "7",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "class"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaan",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "infinitive"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaan",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "gerund",
        "neuter"
      ]
    },
    {
      "form": "ga uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "first-person",
        "main-clause",
        "present",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "ging uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "first-person",
        "main-clause",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "uitga",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "first-person",
        "present",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitging",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "first-person",
        "past",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "gaat uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "main-clause",
        "present",
        "second-person",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "ging uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "main-clause",
        "past",
        "second-person",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaat",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "present",
        "second-person",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitging",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "past",
        "second-person",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "gaat uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "formal",
        "main-clause",
        "present",
        "second-person",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "ging uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "formal",
        "main-clause",
        "past",
        "second-person",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaat",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "formal",
        "present",
        "second-person",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitging",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "formal",
        "past",
        "second-person",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "gaat uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "Flanders",
        "colloquial",
        "main-clause",
        "present",
        "second-person",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "gaat uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "formal",
        "main-clause",
        "majestic",
        "present",
        "second-person",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "gingt uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "Flanders",
        "colloquial",
        "main-clause",
        "past",
        "second-person",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "gingt uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "formal",
        "main-clause",
        "majestic",
        "past",
        "second-person",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaat",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "Flanders",
        "colloquial",
        "present",
        "second-person",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaat",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "formal",
        "majestic",
        "present",
        "second-person",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgingt",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "Flanders",
        "colloquial",
        "past",
        "second-person",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgingt",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "formal",
        "majestic",
        "past",
        "second-person",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "gaat uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ging uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaat",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "present",
        "singular",
        "subordinate-clause",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "uitging",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "past",
        "singular",
        "subordinate-clause",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "gaan uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "main-clause",
        "plural",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gingen uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "main-clause",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaan",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "plural",
        "present",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgingen",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "past",
        "plural",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "ga uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "ginge uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "uitga",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "present",
        "singular",
        "subjunctive",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitginge",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "past",
        "singular",
        "subjunctive",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "gaan uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "main-clause",
        "plural",
        "present",
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "gingen uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaan",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "plural",
        "present",
        "subjunctive",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgingen",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "past",
        "plural",
        "subjunctive",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "ga uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "imperative",
        "main-clause",
        "present",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "gaat uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "imperative",
        "main-clause",
        "plural",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaand",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "main-clause",
        "participle",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgegaan",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "main-clause",
        "participle",
        "past"
      ]
    }
  ],
  "head_templates": [
    {
      "args": {},
      "expansion": "uitgaan",
      "name": "nl-verb"
    }
  ],
  "hyphenation": [
    "uit‧gaan"
  ],
  "inflection_templates": [
    {
      "args": {
        "1": "ga",
        "2": "ging",
        "3": "gaan",
        "4": "ga",
        "aux": "zijn",
        "class": "7",
        "sep": "uit"
      },
      "name": "nl-conj-st"
    }
  ],
  "lang": "Dutch",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "related": [
    {
      "_dis1": "0 0 0",
      "word": "uitgang"
    }
  ],
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "_dis": "67 9 24",
          "kind": "other",
          "name": "Dutch entries with incorrect language header",
          "parents": [
            "Entries with incorrect language header",
            "Entry maintenance"
          ],
          "source": "w+disamb"
        },
        {
          "_dis": "66 10 25",
          "kind": "other",
          "name": "Dutch entries with language name categories using raw markup",
          "parents": [
            "Entries with language name categories using raw markup",
            "Entry maintenance"
          ],
          "source": "w+disamb"
        },
        {
          "_dis": "57 20 23",
          "kind": "other",
          "name": "Dutch separable verbs with uit",
          "parents": [],
          "source": "w+disamb"
        }
      ],
      "glosses": [
        "to go out (to go to public places for leisure)"
      ],
      "id": "en-uitgaan-nl-verb-E7um0yBm",
      "links": [
        [
          "go out",
          "go out"
        ]
      ],
      "raw_glosses": [
        "(intransitive) to go out (to go to public places for leisure)"
      ],
      "tags": [
        "intransitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [],
      "glosses": [
        "to turn off, to shut down"
      ],
      "id": "en-uitgaan-nl-verb-OlNcAhMK",
      "links": [
        [
          "turn off",
          "turn off"
        ],
        [
          "shut down",
          "shut down"
        ]
      ],
      "raw_glosses": [
        "(intransitive) to turn off, to shut down"
      ],
      "tags": [
        "intransitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [],
      "glosses": [
        "to expire, to break up (of a relationship)"
      ],
      "id": "en-uitgaan-nl-verb-JqmdoY6N",
      "links": [
        [
          "expire",
          "expire"
        ],
        [
          "break up",
          "break up"
        ]
      ],
      "raw_glosses": [
        "(intransitive) to expire, to break up (of a relationship)"
      ],
      "tags": [
        "intransitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "ipa": "/ˈœy̯txaːn/"
    },
    {
      "audio": "Nl-uitgaan.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/f/f1/Nl-uitgaan.ogg/Nl-uitgaan.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/f/f1/Nl-uitgaan.ogg",
      "text": "audio"
    }
  ],
  "word": "uitgaan"
}
{
  "antonyms": [
    {
      "word": "ingaan"
    }
  ],
  "etymology_templates": [
    {
      "args": {
        "1": "af",
        "2": "nl",
        "3": "uitgaan"
      },
      "expansion": "Dutch uitgaan",
      "name": "inh"
    },
    {
      "args": {
        "1": "af",
        "2": "dum",
        "3": "ûtegâen"
      },
      "expansion": "Middle Dutch ûtegâen",
      "name": "inh"
    },
    {
      "args": {
        "1": "af",
        "2": "odt",
        "3": "ūtgān"
      },
      "expansion": "Old Dutch ūtgān",
      "name": "inh"
    }
  ],
  "etymology_text": "From Dutch uitgaan, from Middle Dutch ûtegâen, from Old Dutch ūtgān.",
  "forms": [
    {
      "form": "gaan uit",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaande",
      "tags": [
        "participle",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgegaan",
      "tags": [
        "participle",
        "past"
      ]
    }
  ],
  "head_templates": [
    {
      "args": {
        "1": "gaande",
        "sep": "uit"
      },
      "expansion": "uitgaan (present gaan uit, present participle uitgaande, past participle uitgegaan)",
      "name": "af-verb"
    }
  ],
  "lang": "Afrikaans",
  "lang_code": "af",
  "pos": "verb",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Afrikaans entries with incorrect language header",
        "Afrikaans lemmas",
        "Afrikaans separable verbs",
        "Afrikaans terms derived from Dutch",
        "Afrikaans terms derived from Middle Dutch",
        "Afrikaans terms derived from Old Dutch",
        "Afrikaans terms inherited from Dutch",
        "Afrikaans terms inherited from Middle Dutch",
        "Afrikaans terms inherited from Old Dutch",
        "Afrikaans terms with audio links",
        "Afrikaans verbs"
      ],
      "glosses": [
        "go out; exit"
      ],
      "links": [
        [
          "go out",
          "go out"
        ],
        [
          "exit",
          "exit"
        ]
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "LL-Q14196 (afr)-Oesjaar-uitgaan.wav",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/d/d4/LL-Q14196_%28afr%29-Oesjaar-uitgaan.wav/LL-Q14196_%28afr%29-Oesjaar-uitgaan.wav.mp3",
      "ogg_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/d/d4/LL-Q14196_%28afr%29-Oesjaar-uitgaan.wav/LL-Q14196_%28afr%29-Oesjaar-uitgaan.wav.ogg",
      "text": "Audio"
    }
  ],
  "word": "uitgaan"
}

{
  "categories": [
    "Dutch class 7 strong verbs",
    "Dutch compound terms",
    "Dutch entries with incorrect language header",
    "Dutch entries with language name categories using raw markup",
    "Dutch irregular strong verbs",
    "Dutch lemmas",
    "Dutch phrasal verbs",
    "Dutch separable verbs",
    "Dutch separable verbs with uit",
    "Dutch terms derived from Middle Dutch",
    "Dutch terms derived from Old Dutch",
    "Dutch terms inherited from Middle Dutch",
    "Dutch terms inherited from Old Dutch",
    "Dutch terms with IPA pronunciation",
    "Dutch terms with audio links",
    "Dutch verbs"
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "uitgaansbuurt"
    },
    {
      "word": "uitgaansgebied"
    },
    {
      "word": "uitgaansgelegenheid"
    },
    {
      "word": "uitgaansleven"
    }
  ],
  "descendants": [
    {
      "depth": 1,
      "templates": [
        {
          "args": {
            "1": "af",
            "2": "uitgaan"
          },
          "expansion": "Afrikaans: uitgaan",
          "name": "desc"
        }
      ],
      "text": "Afrikaans: uitgaan"
    }
  ],
  "etymology_templates": [
    {
      "args": {
        "1": "nl",
        "2": "dum",
        "3": "ûtegâen"
      },
      "expansion": "Middle Dutch ûtegâen",
      "name": "inh"
    },
    {
      "args": {
        "1": "nl",
        "2": "odt",
        "3": "ūtgān"
      },
      "expansion": "Old Dutch ūtgān",
      "name": "inh"
    },
    {
      "args": {
        "1": "nl",
        "2": "uit",
        "3": "gaan"
      },
      "expansion": "uit + gaan",
      "name": "compound"
    }
  ],
  "etymology_text": "From Middle Dutch ûtegâen, from Old Dutch ūtgān. Equivalent to uit + gaan.",
  "forms": [
    {
      "form": "irregular separable strong",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "table-tags"
      ]
    },
    {
      "form": "nl-conj-st",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "inflection-template"
      ]
    },
    {
      "form": "7",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "class"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaan",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "infinitive"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaan",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "gerund",
        "neuter"
      ]
    },
    {
      "form": "ga uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "first-person",
        "main-clause",
        "present",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "ging uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "first-person",
        "main-clause",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "uitga",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "first-person",
        "present",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitging",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "first-person",
        "past",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "gaat uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "main-clause",
        "present",
        "second-person",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "ging uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "main-clause",
        "past",
        "second-person",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaat",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "present",
        "second-person",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitging",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "past",
        "second-person",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "gaat uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "formal",
        "main-clause",
        "present",
        "second-person",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "ging uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "formal",
        "main-clause",
        "past",
        "second-person",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaat",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "formal",
        "present",
        "second-person",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitging",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "formal",
        "past",
        "second-person",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "gaat uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "Flanders",
        "colloquial",
        "main-clause",
        "present",
        "second-person",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "gaat uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "formal",
        "main-clause",
        "majestic",
        "present",
        "second-person",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "gingt uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "Flanders",
        "colloquial",
        "main-clause",
        "past",
        "second-person",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "gingt uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "formal",
        "main-clause",
        "majestic",
        "past",
        "second-person",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaat",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "Flanders",
        "colloquial",
        "present",
        "second-person",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaat",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "formal",
        "majestic",
        "present",
        "second-person",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgingt",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "Flanders",
        "colloquial",
        "past",
        "second-person",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgingt",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "formal",
        "majestic",
        "past",
        "second-person",
        "singular",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "gaat uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ging uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaat",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "present",
        "singular",
        "subordinate-clause",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "uitging",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "past",
        "singular",
        "subordinate-clause",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "gaan uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "main-clause",
        "plural",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gingen uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "main-clause",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaan",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "plural",
        "present",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgingen",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "past",
        "plural",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "ga uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "ginge uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "uitga",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "present",
        "singular",
        "subjunctive",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitginge",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "past",
        "singular",
        "subjunctive",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "gaan uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "main-clause",
        "plural",
        "present",
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "gingen uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaan",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "plural",
        "present",
        "subjunctive",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgingen",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "past",
        "plural",
        "subjunctive",
        "subordinate-clause"
      ]
    },
    {
      "form": "ga uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "imperative",
        "main-clause",
        "present",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "gaat uit",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "archaic",
        "imperative",
        "main-clause",
        "plural",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgaand",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "main-clause",
        "participle",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgegaan",
      "source": "inflection",
      "tags": [
        "main-clause",
        "participle",
        "past"
      ]
    }
  ],
  "head_templates": [
    {
      "args": {},
      "expansion": "uitgaan",
      "name": "nl-verb"
    }
  ],
  "hyphenation": [
    "uit‧gaan"
  ],
  "inflection_templates": [
    {
      "args": {
        "1": "ga",
        "2": "ging",
        "3": "gaan",
        "4": "ga",
        "aux": "zijn",
        "class": "7",
        "sep": "uit"
      },
      "name": "nl-conj-st"
    }
  ],
  "lang": "Dutch",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "related": [
    {
      "word": "uitgang"
    }
  ],
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Dutch intransitive verbs"
      ],
      "glosses": [
        "to go out (to go to public places for leisure)"
      ],
      "links": [
        [
          "go out",
          "go out"
        ]
      ],
      "raw_glosses": [
        "(intransitive) to go out (to go to public places for leisure)"
      ],
      "tags": [
        "intransitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Dutch intransitive verbs"
      ],
      "glosses": [
        "to turn off, to shut down"
      ],
      "links": [
        [
          "turn off",
          "turn off"
        ],
        [
          "shut down",
          "shut down"
        ]
      ],
      "raw_glosses": [
        "(intransitive) to turn off, to shut down"
      ],
      "tags": [
        "intransitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Dutch intransitive verbs"
      ],
      "glosses": [
        "to expire, to break up (of a relationship)"
      ],
      "links": [
        [
          "expire",
          "expire"
        ],
        [
          "break up",
          "break up"
        ]
      ],
      "raw_glosses": [
        "(intransitive) to expire, to break up (of a relationship)"
      ],
      "tags": [
        "intransitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "ipa": "/ˈœy̯txaːn/"
    },
    {
      "audio": "Nl-uitgaan.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/f/f1/Nl-uitgaan.ogg/Nl-uitgaan.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/f/f1/Nl-uitgaan.ogg",
      "text": "audio"
    }
  ],
  "word": "uitgaan"
}

This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-05-03 from the enwiktionary dump dated 2024-05-02 using wiktextract (f4fd8c9 and c9440ce). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.