hechten in Nederlands

Audio: nl-hechten.ogg

[Show additional information ▼] [Hide additional information ▲]

Forms: hechtte [past], gehecht [past, participle], te hechten [active, infinitive, imperfect, present], zullen hechten [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen hechten [active, infinitive, imperfect, future], hebben gehecht [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben gehecht [active, infinitive, perfect, present], gehecht zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], gehecht te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], hechtend [imperfect, participle], gehecht [past, participle], ev. hecht [imperative], hechte [subjunctive], hecht [indicative, imperfect, present, singular, first-person], hecht [indicative, imperfect, present, singular, second-person], hecht [indicative, imperfect, present, singular, second-person], hecht [indicative, imperfect, present, singular, second-person], hecht [indicative, imperfect, present, singular, third-person], hechtte [indicative, imperfect, past, singular, first-person], hechtte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], hechtte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], hechtte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], hechtte [indicative, imperfect, past, singular, third-person], hechtten [indicative, imperfect, past, plural, first-person], hechtten [indicative, imperfect, past, plural, second-person], hechtten [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal hechten [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult hechten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal hechten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult hechten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal hechten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult hechten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal hechten [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen hechten [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen hechten [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen hechten [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou hechten [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou hechten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) hechten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt hechten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou hechten [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden hechten [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden hechten [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden hechten [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb gehecht [perfect, present, first-person], hebt gehecht [perfect, present, second-person], hebt gehecht [perfect, present, second-person], heeft gehecht [perfect, present, second-person], hebt gehecht [perfect, present, second-person], heeft gehecht [perfect, present, third-person], hebben gehecht [perfect, present, first-person], hebben gehecht [perfect, present, second-person], hebben gehecht [perfect, present, third-person], had gehecht [perfect, past, first-person], had gehecht [perfect, past, second-person], had gehecht [perfect, past, second-person], hadt gehecht [perfect, past, second-person], had gehecht [perfect, past, third-person], hadden gehecht [perfect, past, first-person], hadden gehecht [perfect, past, second-person], hadden gehecht [perfect, past, third-person], zal gehecht hebben [perfect, future, first-person], zal gehecht hebben [perfect, future, second-person], zult gehecht hebben [perfect, future, second-person], zult gehecht hebben [perfect, future, second-person], zal gehecht hebben [perfect, future, second-person], zult gehecht hebben [perfect, future, second-person], zal gehecht hebben [perfect, future, third-person], zullen gehecht hebben [perfect, future, first-person], zullen gehecht hebben [perfect, future, second-person], zullen gehecht hebben [perfect, future, third-person], zou gehecht hebben [perfect, conditional, first-person], zou gehecht hebben [perfect, conditional, second-person], zou gehecht hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gehecht hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gehecht hebben [perfect, conditional, second-person], zou gehecht hebben [perfect, conditional, third-person], zouden gehecht hebben [perfect, conditional, first-person], zouden gehecht hebben [perfect, conditional, second-person], zouden gehecht hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt gehecht [impersonal, passive, present, imperfect], er is gehecht [impersonal, passive, present, perfect], er werd gehecht [impersonal, passive, past, imperfect], er was gehecht [impersonal, passive, past, perfect], er zal gehecht worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal gehecht zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou gehecht worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou gehecht zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], gehecht worden [passive, infinitive, imperfect, present, short-form], gehecht te worden [passive, infinitive, imperfect, present], gehecht zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future, short-form], gehecht te zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future], gehecht zijn [passive, infinitive, perfect, present, short-form], gehecht te zijn [passive, infinitive, perfect, present], gehecht zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future, short-form], gehecht te zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future], word gehecht [singular, imperfect, present, first-person], wordt gehecht [singular, imperfect, present, second-person], wordt gehecht [singular, imperfect, present, second-person], wordt gehecht [singular, imperfect, present, second-person], wordt gehecht [singular, imperfect, present, plural, third-person], worden gehecht [singular, imperfect, present, plural, first-person], worden gehecht [singular, imperfect, present, plural, second-person], worden gehecht [singular, imperfect, present, third-person], werd gehecht [singular, imperfect, past, first-person], werd gehecht [singular, imperfect, past, second-person], werd gehecht [singular, imperfect, past, second-person], werdt gehecht [singular, imperfect, past, second-person], werd gehecht [singular, imperfect, past, plural, third-person], werden gehecht [singular, imperfect, past, plural, first-person], werden gehecht [singular, imperfect, past, plural, second-person], werden gehecht [singular, imperfect, past, third-person], zal gehecht worden [singular, imperfect, future, first-person], zult gehecht worden [singular, imperfect, future, second-person], zult gehecht worden [singular, imperfect, future, second-person], zult gehecht worden [singular, imperfect, future, second-person], zal gehecht worden [singular, imperfect, future, plural, third-person], zullen gehecht worden [singular, imperfect, future, plural, first-person], zullen gehecht worden [singular, imperfect, future, plural, second-person], zullen gehecht worden [singular, imperfect, future, third-person], zou gehecht worden [singular, imperfect, conditional, first-person], zou gehecht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou gehecht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt gehecht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt gehecht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou gehecht worden [singular, imperfect, conditional, plural, third-person], zouden gehecht worden [singular, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden gehecht worden [singular, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden gehecht worden [singular, imperfect, conditional, third-person], ben gehecht [perfect, present, first-person], bent gehecht [perfect, present, second-person], bent gehecht [perfect, present, second-person], is gehecht [perfect, present, second-person], zijt gehecht [perfect, present, second-person], is gehecht [perfect, present, third-person], zijn gehecht [perfect, present, first-person], zijn gehecht [perfect, present, second-person], zijn gehecht [perfect, present, third-person], was gehecht [perfect, past, first-person], was gehecht [perfect, past, second-person], was gehecht [perfect, past, second-person], waart gehecht [perfect, past, second-person], was gehecht [perfect, past, third-person], waren gehecht [perfect, past, first-person], waren gehecht [perfect, past, second-person], waren gehecht [perfect, past, third-person], zal gehecht zijn [perfect, future, first-person], zult gehecht zijn [perfect, future, second-person], zult gehecht zijn [perfect, future, second-person], zult gehecht zijn [perfect, future, second-person], zal gehecht zijn [perfect, future, third-person], zullen gehecht zijn [perfect, future, first-person], zullen gehecht zijn [perfect, future, second-person], zullen gehecht zijn [perfect, future, third-person], zou gehecht zijn [perfect, conditional, first-person], zou gehecht zijn [perfect, conditional, second-person], zou gehecht zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt gehecht zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt gehecht zijn [perfect, conditional, second-person], zou gehecht zijn [perfect, conditional, third-person], zouden gehecht zijn [perfect, conditional, first-person], zouden gehecht zijn [perfect, conditional, second-person], zouden gehecht zijn [perfect, conditional, third-person], hecht me [first-person, present, singular], hechten ons [first-person, present, plural], hechtte me [first-person, past, singular], hechtten ons [first-person, past, plural], zal me hechten [first-person, future, singular], zullen ons hechten [first-person, future, plural], hecht je [second-person, present, singular], hechten je [second-person, present, plural], hechtte je [second-person, past, singular], hechtten je [second-person, past, plural], zal, zult je hechten [second-person, future, singular], zullen je hechten [second-person, future, plural], hecht zich/u [second-person, present, plural], hecht zich/u [second-person, past, singular], hechtte zich/u [second-person, past, plural], hechtte zich/u [second-person, future, singular], zult zich/u hechten [second-person, future, plural], zult zich/u hechten [second-person], hecht u [second-person, present, plural], hecht u [second-person, past, singular], hechtte u [second-person, past, plural], hechtte u [second-person, future, singular], zult u hechten [second-person, future, plural], zult u hechten [second-person], hecht zich [third-person, present, singular], hechten zich [third-person, present, plural], hechtte zich [third-person, past, singular], hechtten zich [third-person, past, plural], zal zich hechten [third-person, future, singular], zullen zich hechten [third-person, future, plural], zich hechtend [imperfect, participle], zich gehecht hebben [past], hecht u/je , hecht je [imperative], hechte zich [subjunctive]

Inflected forms

[Show JSON for postprocessed kaikki.org data shown on this page ▼] [Hide JSON for postprocessed kaikki.org data shown on this page ▲]

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "WikiWoordenboek:Wikilink",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 7",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "gehecht"
    },
    {
      "word": "hechtdraad"
    },
    {
      "word": "hechter"
    },
    {
      "word": "hechtheid"
    },
    {
      "word": "hechthout"
    },
    {
      "word": "hechtijzer"
    },
    {
      "word": "hechting"
    },
    {
      "word": "hechtkram"
    },
    {
      "word": "hechtnaald"
    },
    {
      "word": "hechtpleister"
    },
    {
      "word": "hechtrank"
    },
    {
      "word": "hechtschijf"
    },
    {
      "word": "hechtsel"
    },
    {
      "word": "hechtspijker"
    },
    {
      "word": "hechtwortel"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "In de betekenis van ‘bevestigen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1220"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "hechtte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te hechten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen hechten",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen hechten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gehecht",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gehecht",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht zullen hebben",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtend",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n hecht",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "hechte",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nhecht"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal hechten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult hechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal hechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult hechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal hechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult hechten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal hechten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen hechten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen hechten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen hechten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou hechten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou hechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) hechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt hechten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou hechten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden hechten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden hechten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden hechten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt gehecht",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is gehecht",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd gehecht",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was gehecht",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gehecht worden",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gehecht zijn",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gehecht worden",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gehecht zijn",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht worden",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht zullen worden",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht zijn",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht zullen zijn",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word gehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden gehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden gehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden gehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt gehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden gehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden gehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden gehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben gehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent gehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent gehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is gehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt gehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is gehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn gehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn gehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn gehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart gehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren gehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren gehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren gehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht me",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "present",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "hechten ons",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte me",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten ons",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zal me hechten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen ons hechten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht je",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "present",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "hechten je",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte je",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten je",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zal, zult je hechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen je hechten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht zich/u",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht zich/u",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte zich/u",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte zich/u",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zich/u hechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zich/u hechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht u",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht u",
      "raw_tags": [
        "gij, ge,\n gijlieden"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte u",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte u",
      "raw_tags": [
        "gij, ge,\n gijlieden"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zult u hechten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult u hechten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge\ngijlieden"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht zich",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "present",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "hechten zich",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte zich",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten zich",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zich hechten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zich hechten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zich hechtend",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "zich gehecht hebben",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht u/je , hecht je",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "hechte zich",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "hech·ten",
  "hyponyms": [
    {
      "word": "aaneenhechten"
    },
    {
      "word": "aanhechten"
    },
    {
      "word": "afhechten"
    },
    {
      "word": "onthechten"
    },
    {
      "word": "overhechten"
    },
    {
      "word": "samenhechten"
    },
    {
      "word": "vasthechten"
    },
    {
      "word": "verhechten"
    }
  ],
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Medisch_in_het_Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        },
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De operatie was geslaagd en de wond kon gehecht worden erin."
        }
      ],
      "glosses": [
        "een wond dichtnaaien"
      ],
      "id": "nl-hechten-nl-verb-PGG6OevM",
      "tags": [
        "transitive"
      ],
      "topics": [
        "medicine"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Inergatief werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Hij hechtte eraan zijn dankbaarheid daarvoor te tonen."
        }
      ],
      "glosses": [
        "~ aan belang toewijzen aan iets"
      ],
      "id": "nl-hechten-nl-verb-sFYxxGSk",
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Wederkerend werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "zich ~ aan"
      ],
      "id": "nl-hechten-nl-verb-BrmrQG6u",
      "tags": [
        "reflexive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-hechten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/3/33/Nl-hechten.ogg/Nl-hechten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-hechten.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "een wond dichtnaaien",
      "sense_index": 1,
      "word": "suturar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "zich hechten aan",
      "sense_index": 3,
      "word": "acaserarse"
    }
  ],
  "word": "hechten"
}

[Show JSON for raw wiktextract data ▼] [Hide JSON for raw wiktextract data ▲]

{
  "categories": [
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "WikiWoordenboek:Wikilink",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 7",
    "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands"
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "gehecht"
    },
    {
      "word": "hechtdraad"
    },
    {
      "word": "hechter"
    },
    {
      "word": "hechtheid"
    },
    {
      "word": "hechthout"
    },
    {
      "word": "hechtijzer"
    },
    {
      "word": "hechting"
    },
    {
      "word": "hechtkram"
    },
    {
      "word": "hechtnaald"
    },
    {
      "word": "hechtpleister"
    },
    {
      "word": "hechtrank"
    },
    {
      "word": "hechtschijf"
    },
    {
      "word": "hechtsel"
    },
    {
      "word": "hechtspijker"
    },
    {
      "word": "hechtwortel"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "In de betekenis van ‘bevestigen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1220"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "hechtte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te hechten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen hechten",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen hechten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gehecht",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gehecht",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht zullen hebben",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtend",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n hecht",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "hechte",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nhecht"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal hechten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult hechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal hechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult hechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal hechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult hechten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal hechten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen hechten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen hechten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen hechten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou hechten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou hechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) hechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt hechten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou hechten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden hechten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden hechten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden hechten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt gehecht",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is gehecht",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd gehecht",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was gehecht",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gehecht worden",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gehecht zijn",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gehecht worden",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gehecht zijn",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht worden",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht zullen worden",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht zijn",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht zullen zijn",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gehecht te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word gehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden gehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden gehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden gehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt gehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden gehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden gehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden gehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben gehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent gehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent gehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is gehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt gehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is gehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn gehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn gehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn gehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart gehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren gehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren gehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren gehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht me",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "present",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "hechten ons",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte me",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten ons",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zal me hechten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen ons hechten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht je",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "present",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "hechten je",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte je",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten je",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zal, zult je hechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen je hechten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht zich/u",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht zich/u",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte zich/u",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte zich/u",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zich/u hechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zich/u hechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht u",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht u",
      "raw_tags": [
        "gij, ge,\n gijlieden"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte u",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte u",
      "raw_tags": [
        "gij, ge,\n gijlieden"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zult u hechten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult u hechten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge\ngijlieden"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht zich",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "present",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "hechten zich",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte zich",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten zich",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zich hechten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zich hechten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zich hechtend",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "zich gehecht hebben",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht u/je , hecht je",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "hechte zich",
      "source": "hechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "hech·ten",
  "hyponyms": [
    {
      "word": "aaneenhechten"
    },
    {
      "word": "aanhechten"
    },
    {
      "word": "afhechten"
    },
    {
      "word": "onthechten"
    },
    {
      "word": "overhechten"
    },
    {
      "word": "samenhechten"
    },
    {
      "word": "vasthechten"
    },
    {
      "word": "verhechten"
    }
  ],
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Medisch_in_het_Nederlands",
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De operatie was geslaagd en de wond kon gehecht worden erin."
        }
      ],
      "glosses": [
        "een wond dichtnaaien"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ],
      "topics": [
        "medicine"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Inergatief werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Hij hechtte eraan zijn dankbaarheid daarvoor te tonen."
        }
      ],
      "glosses": [
        "~ aan belang toewijzen aan iets"
      ],
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Wederkerend werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "zich ~ aan"
      ],
      "tags": [
        "reflexive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-hechten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/3/33/Nl-hechten.ogg/Nl-hechten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-hechten.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "een wond dichtnaaien",
      "sense_index": 1,
      "word": "suturar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "zich hechten aan",
      "sense_index": 3,
      "word": "acaserarse"
    }
  ],
  "word": "hechten"
}

"hechten" meaning in Nederlands

Verb

Inflected forms