aanhechten in Nederlands

IPA: ˈanhɛxtə(n) Audio: nl-aanhechten.ogg

[Show additional information ▼] [Hide additional information ▲]

Forms: hechtte aan [past], aangehecht [past, participle], aan te hechten [active, infinitive, imperfect, present], zullen aanhechten aan zullen hechten [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen aanhechten aan te zullen hechten [active, infinitive, imperfect, future], hebben aangehecht [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben aangehecht [active, infinitive, perfect, present], aangehecht zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], aangehecht te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], aanhechtend [imperfect, participle], aangehecht [past, participle], ev. hecht aan [imperative], hecht aan [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, first-person], hecht aan [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], hecht aan [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], hecht aan [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], hecht aan [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, third-person], hechten aan [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, first-person], hechten aan [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, second-person], hechten aan [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, third-person], hechtte aan [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, first-person], hechtte aan [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], hechtte aan [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], hechtte aan [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], hechtte aan [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, third-person], hechtten aan [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, first-person], hechtten aan [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, second-person], hechtten aan [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, third-person], zal aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, first-person], zult aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, third-person], zullen aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, first-person], zullen aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, second-person], zullen aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, third-person], zou aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, first-person], zou aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou(dt) aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zoudt aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, third-person], zouden aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, first-person], zouden aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, second-person], zouden aanhechten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, third-person], aanhecht [subordinate-clause, present], aanhecht [subordinate-clause, present], aanhecht [subordinate-clause, present], aanhecht [subordinate-clause, present], aanhecht [subordinate-clause, present], aanhechtte [subordinate-clause, past], aanhechtte [subordinate-clause, past], aanhechtte [subordinate-clause, past], aanhechtte [subordinate-clause, past], aanhechtte [subordinate-clause, past], aanhechtten [subordinate-clause, past], aanhechtten [subordinate-clause, past], aanhechtten [subordinate-clause, past], zal aanhechten aan zal hechten [subordinate-clause, future], zult aanhechten aan zult/zal hechten [subordinate-clause, future], zal aanhechten aan zult/zal hechten [subordinate-clause, future], zult aanhechten aan zult/zal hechten [subordinate-clause, future], zal aanhechten aan zult/zal hechten [subordinate-clause, future], zult aanhechten aan zult hechten [subordinate-clause, future], zal aanhechten aan zal hechten [subordinate-clause, future], zullen aanhechten aan zullen hechten [subordinate-clause, future], zullen aanhechten aan zullen hechten [subordinate-clause, future], zullen aanhechten aan zullen hechten [subordinate-clause, future], zou aanhechten aan zou hechten [subordinate-clause, conditional], zou aanhechten aan zou hechten [subordinate-clause, conditional], zou(dt) aanhechten aan zou(dt) hechten [subordinate-clause, conditional], zoudt aanhechten aan zoudt hechten [subordinate-clause, conditional], zou aanhechten aan zou hechten [subordinate-clause, conditional], zouden aanhechten aan zouden hechten [subordinate-clause, conditional], zouden aanhechten aan zouden hechten [subordinate-clause, conditional], zouden aanhechten aan zouden hechten [subordinate-clause, conditional], heb aangehecht [perfect, present, first-person], hebt aangehecht [perfect, present, second-person], hebt aangehecht [perfect, present, second-person], heeft aangehecht [perfect, present, second-person], hebt aangehecht [perfect, present, second-person], heeft aangehecht [perfect, present, third-person], hebben aangehecht [perfect, present, first-person], hebben aangehecht [perfect, present, second-person], hebben aangehecht [perfect, present, third-person], had aangehecht [perfect, past, first-person], had aangehecht [perfect, past, second-person], had aangehecht [perfect, past, second-person], hadt aangehecht [perfect, past, second-person], had aangehecht [perfect, past, third-person], hadden aangehecht [perfect, past, first-person], hadden aangehecht [perfect, past, second-person], hadden aangehecht [perfect, past, third-person], zal aangehecht hebben [perfect, future, first-person], zal aangehecht hebben [perfect, future, second-person], zult aangehecht hebben [perfect, future, second-person], zult aangehecht hebben [perfect, future, second-person], zal aangehecht hebben [perfect, future, second-person], zult aangehecht hebben [perfect, future, second-person], zal aangehecht hebben [perfect, future, third-person], zullen aangehecht hebben [perfect, future, first-person], zullen aangehecht hebben [perfect, future, second-person], zullen aangehecht hebben [perfect, future, third-person], zou aangehecht hebben [perfect, conditional, first-person], zou aangehecht hebben [perfect, conditional, second-person], zou aangehecht hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt aangehecht hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt aangehecht hebben [perfect, conditional, second-person], zou aangehecht hebben [perfect, conditional, third-person], zouden aangehecht hebben [perfect, conditional, first-person], zouden aangehecht hebben [perfect, conditional, second-person], zouden aangehecht hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt aangehecht [impersonal, passive, present, imperfect], er is aangehecht [impersonal, passive, present, perfect], er werd aangehecht [impersonal, passive, past, imperfect], er was aangehecht [impersonal, passive, past, perfect], er zal aangehecht worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal aangehecht zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou aangehecht worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou aangehecht zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], aangehecht worden [passive, infinitive, imperfect, present, short-form], aangehecht te worden [passive, infinitive, imperfect, present], aangehecht zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future, short-form], aangehecht te zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future], aangehecht zijn [passive, infinitive, perfect, present, short-form], aangehecht te zijn [passive, infinitive, perfect, present], aangehecht zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future, short-form], aangehecht te zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future], word aangehecht [singular, imperfect, present, first-person], wordt aangehecht [singular, imperfect, present, second-person], wordt aangehecht [singular, imperfect, present, second-person], wordt aangehecht [singular, imperfect, present, second-person], wordt aangehecht [singular, imperfect, present, plural, third-person], worden aangehecht [singular, imperfect, present, plural, first-person], worden aangehecht [singular, imperfect, present, plural, second-person], worden aangehecht [singular, imperfect, present, third-person], werd aangehecht [singular, imperfect, past, first-person], werd aangehecht [singular, imperfect, past, second-person], werd aangehecht [singular, imperfect, past, second-person], werdt aangehecht [singular, imperfect, past, second-person], werd aangehecht [singular, imperfect, past, plural, third-person], werden aangehecht [singular, imperfect, past, plural, first-person], werden aangehecht [singular, imperfect, past, plural, second-person], werden aangehecht [singular, imperfect, past, third-person], zal aangehecht worden [singular, imperfect, future, first-person], zult aangehecht worden [singular, imperfect, future, second-person], zult aangehecht worden [singular, imperfect, future, second-person], zult aangehecht worden [singular, imperfect, future, second-person], zal aangehecht worden [singular, imperfect, future, plural, third-person], zullen aangehecht worden [singular, imperfect, future, plural, first-person], zullen aangehecht worden [singular, imperfect, future, plural, second-person], zullen aangehecht worden [singular, imperfect, future, third-person], zou aangehecht worden [singular, imperfect, conditional, first-person], zou aangehecht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou aangehecht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt aangehecht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt aangehecht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou aangehecht worden [singular, imperfect, conditional, plural, third-person], zouden aangehecht worden [singular, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden aangehecht worden [singular, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden aangehecht worden [singular, imperfect, conditional, third-person], ben aangehecht [perfect, present, first-person], bent aangehecht [perfect, present, second-person], bent aangehecht [perfect, present, second-person], is aangehecht [perfect, present, second-person], zijt aangehecht [perfect, present, second-person], is aangehecht [perfect, present, third-person], zijn aangehecht [perfect, present, first-person], zijn aangehecht [perfect, present, second-person], zijn aangehecht [perfect, present, third-person], was aangehecht [perfect, past, first-person], was aangehecht [perfect, past, second-person], was aangehecht [perfect, past, second-person], waart aangehecht [perfect, past, second-person], was aangehecht [perfect, past, third-person], waren aangehecht [perfect, past, first-person], waren aangehecht [perfect, past, second-person], waren aangehecht [perfect, past, third-person], zal aangehecht zijn [perfect, future, first-person], zult aangehecht zijn [perfect, future, second-person], zult aangehecht zijn [perfect, future, second-person], zult aangehecht zijn [perfect, future, second-person], zal aangehecht zijn [perfect, future, third-person], zullen aangehecht zijn [perfect, future, first-person], zullen aangehecht zijn [perfect, future, second-person], zullen aangehecht zijn [perfect, future, third-person], zou aangehecht zijn [perfect, conditional, first-person], zou aangehecht zijn [perfect, conditional, second-person], zou aangehecht zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt aangehecht zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt aangehecht zijn [perfect, conditional, second-person], zou aangehecht zijn [perfect, conditional, third-person], zouden aangehecht zijn [perfect, conditional, first-person], zouden aangehecht zijn [perfect, conditional, second-person], zouden aangehecht zijn [perfect, conditional, third-person]

Inflected forms

[Show JSON for postprocessed kaikki.org data shown on this page ▼] [Hide JSON for postprocessed kaikki.org data shown on this page ▲]

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Samenstelling in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "aanhechting"
    },
    {
      "word": "aanhechtsel"
    },
    {
      "word": "aanhechtster"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van aan vz en hechten ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "hechtte aan",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "aan te hechten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanhechten\naan zullen hechten",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen aanhechten\naan te zullen hechten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben aangehecht",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben aangehecht",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht zullen hebben",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtend",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n hecht aan",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht aan",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht aan",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht aan",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht aan",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht aan",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechten aan",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechten aan",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechten aan",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte aan",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte aan",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte aan",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte aan",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte aan",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten aan",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten aan",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten aan",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanhechten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanhechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanhechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanhechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanhechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanhechten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanhechten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanhechten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanhechten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanhechten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanhechten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanhechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) aanhechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aanhechten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanhechten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanhechten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanhechten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanhechten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhecht",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhecht",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhecht",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhecht",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhecht",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanhechten\naan zal hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanhechten\naan zult/zal hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanhechten\naan zult/zal hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanhechten\naan zult/zal hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanhechten\naan zult/zal hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanhechten\naan zult hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanhechten\naan zal hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanhechten\naan zullen hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanhechten\naan zullen hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanhechten\naan zullen hechten",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanhechten\naan zou hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanhechten\naan zou hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) aanhechten\naan zou(dt) hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aanhechten\naan zoudt hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanhechten\naan zou hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanhechten\naan zouden hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanhechten\naan zouden hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanhechten\naan zouden hechten",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb aangehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft aangehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft aangehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben aangehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben aangehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had aangehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had aangehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had aangehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt aangehecht",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is aangehecht",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd aangehecht",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was aangehecht",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal aangehecht worden",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal aangehecht zijn",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou aangehecht worden",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou aangehecht zijn",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht worden",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht zullen worden",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht zijn",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht zullen zijn",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word aangehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd aangehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd aangehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd aangehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben aangehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent aangehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is aangehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is aangehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn aangehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn aangehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was aangehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was aangehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart aangehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was aangehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren aangehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren aangehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "aan·hech·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "vastmaken"
      ],
      "id": "nl-aanhechten-nl-verb-goqpyYfS",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "een nieuwe of gebroken draad vasthechten"
      ],
      "id": "nl-aanhechten-nl-verb-MsAS2QWc",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-aanhechten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/7/7d/Nl-aanhechten.ogg/Nl-aanhechten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-aanhechten.ogg"
    },
    {
      "ipa": "ˈanhɛxtə(n)"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "vastmaken",
      "sense_index": 1,
      "word": "attach"
    },
    {
      "lang": "Esperanto",
      "lang_code": "eo",
      "sense": "vastmaken",
      "sense_index": 1,
      "word": "alglui"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "vastmaken",
      "sense_index": 1,
      "word": "fijar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "vastmaken",
      "sense_index": 1,
      "word": "sujetar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "vastmaken",
      "sense_index": 1,
      "word": "adjuntar"
    }
  ],
  "word": "aanhechten"
}

[Show JSON for raw wiktextract data ▼] [Hide JSON for raw wiktextract data ▲]

{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Samenstelling in het Nederlands",
    "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
    "Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands",
    "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands"
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "aanhechting"
    },
    {
      "word": "aanhechtsel"
    },
    {
      "word": "aanhechtster"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van aan vz en hechten ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "hechtte aan",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "aan te hechten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanhechten\naan zullen hechten",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen aanhechten\naan te zullen hechten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben aangehecht",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben aangehecht",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht zullen hebben",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtend",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n hecht aan",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht aan",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht aan",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht aan",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht aan",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hecht aan",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechten aan",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechten aan",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechten aan",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte aan",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte aan",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte aan",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte aan",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtte aan",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten aan",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten aan",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hechtten aan",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanhechten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanhechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanhechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanhechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanhechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanhechten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanhechten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanhechten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanhechten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanhechten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanhechten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanhechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) aanhechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aanhechten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanhechten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanhechten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanhechten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanhechten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhecht",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhecht",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhecht",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhecht",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhecht",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanhechtten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanhechten\naan zal hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanhechten\naan zult/zal hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanhechten\naan zult/zal hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanhechten\naan zult/zal hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanhechten\naan zult/zal hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanhechten\naan zult hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanhechten\naan zal hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanhechten\naan zullen hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanhechten\naan zullen hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanhechten\naan zullen hechten",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanhechten\naan zou hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanhechten\naan zou hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) aanhechten\naan zou(dt) hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aanhechten\naan zoudt hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanhechten\naan zou hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanhechten\naan zouden hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanhechten\naan zouden hechten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanhechten\naan zouden hechten",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb aangehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft aangehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft aangehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben aangehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben aangehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had aangehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had aangehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had aangehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt aangehecht",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is aangehecht",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd aangehecht",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was aangehecht",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal aangehecht worden",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal aangehecht zijn",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou aangehecht worden",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou aangehecht zijn",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht worden",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht zullen worden",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht zijn",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht zullen zijn",
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "aangehecht te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word aangehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd aangehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd aangehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd aangehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden aangehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben aangehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent aangehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is aangehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt aangehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is aangehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn aangehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn aangehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was aangehecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was aangehecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart aangehecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was aangehecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren aangehecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren aangehecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren aangehecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangehecht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanhechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "aan·hech·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "vastmaken"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "een nieuwe of gebroken draad vasthechten"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-aanhechten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/7/7d/Nl-aanhechten.ogg/Nl-aanhechten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-aanhechten.ogg"
    },
    {
      "ipa": "ˈanhɛxtə(n)"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "vastmaken",
      "sense_index": 1,
      "word": "attach"
    },
    {
      "lang": "Esperanto",
      "lang_code": "eo",
      "sense": "vastmaken",
      "sense_index": 1,
      "word": "alglui"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "vastmaken",
      "sense_index": 1,
      "word": "fijar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "vastmaken",
      "sense_index": 1,
      "word": "sujetar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "vastmaken",
      "sense_index": 1,
      "word": "adjuntar"
    }
  ],
  "word": "aanhechten"
}

"aanhechten" meaning in Nederlands

Verb

Inflected forms