"aandoen" meaning in Néerlandais

See aandoen in All languages combined, or Wiktionary

Verb

Audio: Nl-aandoen.ogg
Forms: doe aan [present], deed aan [preterite], doet aan [present], doet aan [present], doen aan [present], deden aan [preterite], doen aan [present], doen aan [present], doet aan [present], deed aan [preterite], hebben, doen aand [participle, present], aangedaan [participle, past]
  1. Allumer, tourner, ouvrir, mettre le contact, mettre en marche, brancher.
    Sense id: fr-aandoen-nl-verb-9P8hWYpe Categories (other): Exemples en néerlandais
  2. Appliquer, imposer, mettre, revêtir.
    Sense id: fr-aandoen-nl-verb-RwthD0Ls Categories (other): Exemples en néerlandais
  3. Causer, déterminer, entraîner des conséquences, procurer.
    Sense id: fr-aandoen-nl-verb-5W9gYHF5 Categories (other): Exemples en néerlandais
  4. Faire escale à, s’arrêter à, toucher à.
    Sense id: fr-aandoen-nl-verb-CZMAWI0b Categories (other): Exemples en néerlandais
  5. Affecter.
    Sense id: fr-aandoen-nl-verb-mMIG4N6a Categories (other): Exemples en néerlandais
The following are not (yet) sense-disambiguated

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Lemmes en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Mots reconnus par 100 % des Flamands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Mots reconnus par 99 % des Néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes transitifs en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Néerlandais",
      "orig": "néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "Dérivé par préfixation de doen « faire »."
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "doe aan",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "deed aan",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "doet aan",
      "raw_tags": [
        "jij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "doet aan",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "doen aan",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "deden aan",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "doen aan",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "doen aan",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "doet aan",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "deed aan",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben",
      "raw_tags": [
        "Auxiliaire"
      ]
    },
    {
      "form": "doen aand",
      "tags": [
        "participle",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aangedaan",
      "tags": [
        "participle",
        "past"
      ]
    }
  ],
  "lang": "Néerlandais",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Verbe",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Exemples en néerlandais",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De kachel aandoen.",
          "translation": "Allumer le poêle."
        },
        {
          "text": "De televisie aandoen.",
          "translation": "Allumer la télévision."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Allumer, tourner, ouvrir, mettre le contact, mettre en marche, brancher."
      ],
      "id": "fr-aandoen-nl-verb-9P8hWYpe"
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Exemples en néerlandais",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Zijn jas aandoen.",
          "translation": "Mettre son manteau."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Appliquer, imposer, mettre, revêtir."
      ],
      "id": "fr-aandoen-nl-verb-RwthD0Ls"
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Exemples en néerlandais",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Iemand verdriet aandoen.",
          "translation": "Causer du chagrin à qn."
        },
        {
          "text": "Iemand onrecht aandoen.",
          "translation": "Porter péjudice à quelqu’un."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Causer, déterminer, entraîner des conséquences, procurer."
      ],
      "id": "fr-aandoen-nl-verb-5W9gYHF5"
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Exemples en néerlandais",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Een café aandoen.",
          "translation": "S’arrêter pour boire un coup dans un bistrot."
        },
        {
          "text": "Een haven aandoen.",
          "translation": "Faire relâche dans un port, aborder dans un port."
        },
        {
          "text": "De haven aandoen.",
          "translation": "Aborder au port."
        },
        {
          "text": "Het gedwongen aandoen.",
          "translation": "Relâche forcée."
        },
        {
          "text": "Een vlieghaven aandoen.",
          "translation": "Desservir un aéroport."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Faire escale à, s’arrêter à, toucher à."
      ],
      "id": "fr-aandoen-nl-verb-CZMAWI0b"
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Exemples en néerlandais",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Hij doet soms erg moederlijk aan",
          "translation": "Il fait très mère (poule) parfois."
        },
        {
          "text": "Dat doet chic aan.",
          "translation": "Ça fait chic."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Affecter."
      ],
      "id": "fr-aandoen-nl-verb-mMIG4N6a"
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "Nl-aandoen.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/4/4a/Nl-aandoen.ogg/Nl-aandoen.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/Nl-aandoen.ogg"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "word": "aansteken"
    },
    {
      "word": "aanzetten"
    },
    {
      "word": "schakelen"
    },
    {
      "word": "inschakelen"
    },
    {
      "word": "aanbrengen"
    },
    {
      "word": "opleggen"
    },
    {
      "word": "opbrengen"
    },
    {
      "word": "veroorzaken"
    },
    {
      "word": "aanrichten"
    },
    {
      "word": "verwekken"
    },
    {
      "word": "bezorgen"
    },
    {
      "word": "teweegbrengen"
    },
    {
      "word": "afstappen"
    },
    {
      "word": "overnachten"
    },
    {
      "word": "lijken"
    },
    {
      "word": "voorkomen"
    }
  ],
  "tags": [
    "transitive"
  ],
  "word": "aandoen"
}
{
  "categories": [
    "Lemmes en néerlandais",
    "Mots reconnus par 100 % des Flamands",
    "Mots reconnus par 99 % des Néerlandais",
    "Verbes en néerlandais",
    "Verbes transitifs en néerlandais",
    "néerlandais"
  ],
  "etymology_texts": [
    "Dérivé par préfixation de doen « faire »."
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "doe aan",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "deed aan",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "doet aan",
      "raw_tags": [
        "jij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "doet aan",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "doen aan",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "deden aan",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "doen aan",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "doen aan",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "doet aan",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "deed aan",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben",
      "raw_tags": [
        "Auxiliaire"
      ]
    },
    {
      "form": "doen aand",
      "tags": [
        "participle",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aangedaan",
      "tags": [
        "participle",
        "past"
      ]
    }
  ],
  "lang": "Néerlandais",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Verbe",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Exemples en néerlandais"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De kachel aandoen.",
          "translation": "Allumer le poêle."
        },
        {
          "text": "De televisie aandoen.",
          "translation": "Allumer la télévision."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Allumer, tourner, ouvrir, mettre le contact, mettre en marche, brancher."
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Exemples en néerlandais"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Zijn jas aandoen.",
          "translation": "Mettre son manteau."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Appliquer, imposer, mettre, revêtir."
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Exemples en néerlandais"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Iemand verdriet aandoen.",
          "translation": "Causer du chagrin à qn."
        },
        {
          "text": "Iemand onrecht aandoen.",
          "translation": "Porter péjudice à quelqu’un."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Causer, déterminer, entraîner des conséquences, procurer."
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Exemples en néerlandais"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Een café aandoen.",
          "translation": "S’arrêter pour boire un coup dans un bistrot."
        },
        {
          "text": "Een haven aandoen.",
          "translation": "Faire relâche dans un port, aborder dans un port."
        },
        {
          "text": "De haven aandoen.",
          "translation": "Aborder au port."
        },
        {
          "text": "Het gedwongen aandoen.",
          "translation": "Relâche forcée."
        },
        {
          "text": "Een vlieghaven aandoen.",
          "translation": "Desservir un aéroport."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Faire escale à, s’arrêter à, toucher à."
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Exemples en néerlandais"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Hij doet soms erg moederlijk aan",
          "translation": "Il fait très mère (poule) parfois."
        },
        {
          "text": "Dat doet chic aan.",
          "translation": "Ça fait chic."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Affecter."
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "Nl-aandoen.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/4/4a/Nl-aandoen.ogg/Nl-aandoen.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/Nl-aandoen.ogg"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "word": "aansteken"
    },
    {
      "word": "aanzetten"
    },
    {
      "word": "schakelen"
    },
    {
      "word": "inschakelen"
    },
    {
      "word": "aanbrengen"
    },
    {
      "word": "opleggen"
    },
    {
      "word": "opbrengen"
    },
    {
      "word": "veroorzaken"
    },
    {
      "word": "aanrichten"
    },
    {
      "word": "verwekken"
    },
    {
      "word": "bezorgen"
    },
    {
      "word": "teweegbrengen"
    },
    {
      "word": "afstappen"
    },
    {
      "word": "overnachten"
    },
    {
      "word": "lijken"
    },
    {
      "word": "voorkomen"
    }
  ],
  "tags": [
    "transitive"
  ],
  "word": "aandoen"
}

Download raw JSONL data for aandoen meaning in Néerlandais (3.4kB)


This page is a part of the kaikki.org machine-readable Néerlandais dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-11-05 from the frwiktionary dump dated 2024-10-20 using wiktextract (fbeafe8 and 7f03c9b). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.