"slaptitude" meaning in Nederlands

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontelbaar",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zelfstandig naamwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "kofferwoord opgebouwd uit Nederlands slap en Frans aptitude, vermoedelijk in de 20e eeuw in de omgeving van Brussel ontstaan"
  ],
  "hyphenation": "slap·ti·tu·de",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "noun",
  "pos_title": "Zelfstandig naamwoord",
  "senses": [
    {
      "examples": [
        {
          "bold_text_offsets": [
            [
              35,
              45
            ]
          ],
          "text": "Samen zitten ze te zeuren over 'de slaptitude bij de jeugd', 'het verval van de zeden' en de 'teloorgang van betere tijden'."
        },
        {
          "bold_text_offsets": [
            [
              86,
              96
            ]
          ],
          "text": "Menige hovenier en boer verliet het St-Trudoinstituut met een stuk in de kraag en een slaptitude dans les jambes"
        }
      ],
      "glosses": [
        "krachteloosheid, kan zowel voor een toestand van lichamelijke als geestelijk slapheid worden gebruikt"
      ],
      "id": "nl-slaptitude-nl-noun--sB31HpR"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "word": "slapte"
    },
    {
      "word": "slapheid"
    }
  ],
  "word": "slaptitude"
}

{
  "categories": [
    "Ontelbaar",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
    "Zelfstandig naamwoord in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "kofferwoord opgebouwd uit Nederlands slap en Frans aptitude, vermoedelijk in de 20e eeuw in de omgeving van Brussel ontstaan"
  ],
  "hyphenation": "slap·ti·tu·de",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "noun",
  "pos_title": "Zelfstandig naamwoord",
  "senses": [
    {
      "examples": [
        {
          "bold_text_offsets": [
            [
              35,
              45
            ]
          ],
          "text": "Samen zitten ze te zeuren over 'de slaptitude bij de jeugd', 'het verval van de zeden' en de 'teloorgang van betere tijden'."
        },
        {
          "bold_text_offsets": [
            [
              86,
              96
            ]
          ],
          "text": "Menige hovenier en boer verliet het St-Trudoinstituut met een stuk in de kraag en een slaptitude dans les jambes"
        }
      ],
      "glosses": [
        "krachteloosheid, kan zowel voor een toestand van lichamelijke als geestelijk slapheid worden gebruikt"
      ]
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "word": "slapte"
    },
    {
      "word": "slapheid"
    }
  ],
  "word": "slaptitude"
}