"smachten" meaning in All languages combined

See smachten on Wiktionary

Verb [Nederlands]

Audio: nl-smachten.ogg
Forms: smachtte [past], gesmacht [past, participle], te smachten [active, infinitive, imperfect, present], zullen smachten [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen smachten [active, infinitive, imperfect, future], hebben gesmacht [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben gesmacht [active, infinitive, perfect, present], gesmacht zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], gesmacht te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], smachtend [imperfect, participle], gesmacht [past, participle], ev. smacht [imperative], mv. verouderd smacht [imperative], smachte [subjunctive], smacht [indicative, imperfect, present, singular, first-person], smacht [indicative, imperfect, present, singular, second-person], smacht [indicative, imperfect, present, singular, second-person], smacht [indicative, imperfect, present, singular, second-person], smacht [indicative, imperfect, present, singular, third-person], smachtte [indicative, imperfect, past, singular, first-person], smachtte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], smachtte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], smachtte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], smachtte [indicative, imperfect, past, singular, third-person], smachtten [indicative, imperfect, past, plural, first-person], smachtten [indicative, imperfect, past, plural, second-person], smachtten [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal smachten [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult/zal smachten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult/zal smachten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult smachten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal smachten [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen smachten [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen smachten [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen smachten [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou smachten [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou smachten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) smachten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt smachten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou smachten [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden smachten [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden smachten [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden smachten [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb gesmacht [perfect, present, first-person], hebt gesmacht [perfect, present, second-person], hebt/heeft gesmacht [perfect, present, second-person], hebt gesmacht [perfect, present, second-person], heeft gesmacht [perfect, present, third-person], hebben gesmacht [perfect, present, first-person], hebben gesmacht [perfect, present, second-person], hebben gesmacht [perfect, present, third-person], had gesmacht [perfect, past, first-person], had gesmacht [perfect, past, second-person], had gesmacht [perfect, past, second-person], hadt gesmacht [perfect, past, second-person], had gesmacht [perfect, past, third-person], hadden gesmacht [perfect, past, first-person], hadden gesmacht [perfect, past, second-person], hadden gesmacht [perfect, past, third-person], zal gesmacht hebben [perfect, future, first-person], zal/zult gesmacht hebben [perfect, future, second-person], zult/zal gesmacht hebben [perfect, future, second-person], zult gesmacht hebben [perfect, future, second-person], zal gesmacht hebben [perfect, future, third-person], zullen gesmacht hebben [perfect, future, first-person], zullen gesmacht hebben [perfect, future, second-person], zullen gesmacht hebben [perfect, future, third-person], zou gesmacht hebben [perfect, conditional, first-person], zou gesmacht hebben [perfect, conditional, second-person], zou/zoudt gesmacht hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gesmacht hebben [perfect, conditional, second-person], zou gesmacht hebben [perfect, conditional, third-person], zouden gesmacht hebben [perfect, conditional, first-person], zouden gesmacht hebben [perfect, conditional, second-person], zouden gesmacht hebben [perfect, conditional, third-person]
  1. ~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert Tags: unergative
    Sense id: nl-smachten-nl-verb-oct0gHAC Categories (other): Inergatief werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Translations (~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert): schmachten (Duits), yearn (Engels), pine (Engels), aspirer (Frans), soupirer (Frans), suspirar (Spaans)

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 8",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "In de betekenis van ‘kwijnen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "smachtte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gesmacht",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te smachten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen smachten",
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen smachten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gesmacht",
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gesmacht",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gesmacht zullen hebben",
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gesmacht te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtend",
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gesmacht",
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n smacht",
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "mv. verouderd\nsmacht",
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "smachte",
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "smacht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smacht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smacht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smacht",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smacht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtte",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtte",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtte",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtte",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtte",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal smachten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal smachten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal smachten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult smachten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal smachten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen smachten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen smachten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen smachten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou smachten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou smachten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) smachten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt smachten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou smachten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden smachten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden smachten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden smachten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gesmacht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gesmacht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt/heeft gesmacht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gesmacht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gesmacht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gesmacht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gesmacht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gesmacht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gesmacht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gesmacht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gesmacht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gesmacht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gesmacht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gesmacht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gesmacht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gesmacht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal/zult gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "smach·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Inergatief werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Na de lange tocht door de woestijn smachtte hij naar koel water."
        },
        {
          "text": "Het werd de spannendste Eurovisie-ontknoping in vele jaren. Maar de uitkomst was die waar Nederland na 44 jaar naar smachtte: Duncan Laurence is winnaar van het Songfestival. Bijna een halve eeuw na de zege van Teach-in komt het festival volgend jaar weer naar Nederland."
        }
      ],
      "glosses": [
        "~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert"
      ],
      "id": "nl-smachten-nl-verb-oct0gHAC",
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-smachten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/f/f5/Nl-smachten.ogg/Nl-smachten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-smachten.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert",
      "sense_index": 1,
      "word": "schmachten"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert",
      "sense_index": 1,
      "word": "yearn"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert",
      "sense_index": 1,
      "word": "pine"
    },
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "sense": "~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert",
      "sense_index": 1,
      "word": "aspirer"
    },
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "sense": "~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert",
      "sense_index": 1,
      "word": "soupirer"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert",
      "sense_index": 1,
      "word": "suspirar"
    }
  ],
  "word": "smachten"
}
{
  "categories": [
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 8",
    "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "In de betekenis van ‘kwijnen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "smachtte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gesmacht",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te smachten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen smachten",
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen smachten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gesmacht",
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gesmacht",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gesmacht zullen hebben",
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gesmacht te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtend",
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gesmacht",
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n smacht",
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "mv. verouderd\nsmacht",
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "smachte",
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "smacht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smacht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smacht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smacht",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smacht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtte",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtte",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtte",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtte",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtte",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "smachtten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal smachten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal smachten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal smachten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult smachten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal smachten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen smachten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen smachten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen smachten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou smachten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou smachten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) smachten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt smachten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou smachten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden smachten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden smachten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden smachten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gesmacht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gesmacht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt/heeft gesmacht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gesmacht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gesmacht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gesmacht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gesmacht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gesmacht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gesmacht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gesmacht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gesmacht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gesmacht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gesmacht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gesmacht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gesmacht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gesmacht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal/zult gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gesmacht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "smachten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "smach·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Inergatief werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Na de lange tocht door de woestijn smachtte hij naar koel water."
        },
        {
          "text": "Het werd de spannendste Eurovisie-ontknoping in vele jaren. Maar de uitkomst was die waar Nederland na 44 jaar naar smachtte: Duncan Laurence is winnaar van het Songfestival. Bijna een halve eeuw na de zege van Teach-in komt het festival volgend jaar weer naar Nederland."
        }
      ],
      "glosses": [
        "~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert"
      ],
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-smachten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/f/f5/Nl-smachten.ogg/Nl-smachten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-smachten.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert",
      "sense_index": 1,
      "word": "schmachten"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert",
      "sense_index": 1,
      "word": "yearn"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert",
      "sense_index": 1,
      "word": "pine"
    },
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "sense": "~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert",
      "sense_index": 1,
      "word": "aspirer"
    },
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "sense": "~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert",
      "sense_index": 1,
      "word": "soupirer"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert",
      "sense_index": 1,
      "word": "suspirar"
    }
  ],
  "word": "smachten"
}

Download raw JSONL data for smachten meaning in All languages combined (12.5kB)


This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-11-06 from the nlwiktionary dump dated 2024-10-20 using wiktextract (fbeafe8 and 7f03c9b). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.