"schrokken" meaning in All languages combined

See schrokken on Wiktionary

Noun [Nederlands]

IPA: / ˈsxrɔkə(n) / Audio: nl-schrokken.ogg
  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schrok Tags: form-of, plural Form of: schrok
    Sense id: nl-schrokken-nl-noun-ePH9gtzX Categories (other): Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated

Verb [Nederlands]

IPA: / ˈsxrɔkə(n) / Audio: nl-schrokken.ogg
Forms: schrokte [past], geschrokt [past, participle], te schrokken [active, infinitive, imperfect, present], zullen schrokken [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen schrokken [active, infinitive, imperfect, future], hebben geschrokt [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben geschrokt [active, infinitive, perfect, present], geschrokt zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], geschrokt te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], schrokkend [imperfect, participle], geschrokt [past, participle], ev. schrok [imperative], schrokke [subjunctive], schrok [indicative, imperfect, present, singular, first-person], schrokt [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schrokt [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schrokt [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schrokt [indicative, imperfect, present, singular, third-person], schrokte [indicative, imperfect, past, singular, first-person], schrokte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schrokte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schrokte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schrokte [indicative, imperfect, past, singular, third-person], schrokten [indicative, imperfect, past, plural, first-person], schrokten [indicative, imperfect, past, plural, second-person], schrokten [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal schrokken [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult schrokken [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal schrokken [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult schrokken [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal schrokken [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult schrokken [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal schrokken [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen schrokken [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen schrokken [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen schrokken [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou schrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou schrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) schrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt schrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou schrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden schrokken [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden schrokken [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden schrokken [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb geschrokt [perfect, present, first-person], hebt geschrokt [perfect, present, second-person], hebt geschrokt [perfect, present, second-person], heeft geschrokt [perfect, present, second-person], hebt geschrokt [perfect, present, second-person], heeft geschrokt [perfect, present, third-person], hebben geschrokt [perfect, present, first-person], hebben geschrokt [perfect, present, second-person], hebben geschrokt [perfect, present, third-person], had geschrokt [perfect, past, first-person], had geschrokt [perfect, past, second-person], had geschrokt [perfect, past, second-person], hadt geschrokt [perfect, past, second-person], had geschrokt [perfect, past, third-person], hadden geschrokt [perfect, past, first-person], hadden geschrokt [perfect, past, second-person], hadden geschrokt [perfect, past, third-person], zal geschrokt hebben [perfect, future, first-person], zal geschrokt hebben [perfect, future, second-person], zult geschrokt hebben [perfect, future, second-person], zult geschrokt hebben [perfect, future, second-person], zal geschrokt hebben [perfect, future, second-person], zult geschrokt hebben [perfect, future, second-person], zal geschrokt hebben [perfect, future, third-person], zullen geschrokt hebben [perfect, future, first-person], zullen geschrokt hebben [perfect, future, second-person], zullen geschrokt hebben [perfect, future, third-person], zou geschrokt hebben [perfect, conditional, first-person], zou geschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zou geschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt geschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt geschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zou geschrokt hebben [perfect, conditional, third-person], zouden geschrokt hebben [perfect, conditional, first-person], zouden geschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zouden geschrokt hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt geschrokt [impersonal, passive, present, imperfect], er is geschrokt [impersonal, passive, present, perfect], er werd geschrokt [impersonal, passive, past, imperfect], er was geschrokt [impersonal, passive, past, perfect], er zal geschrokt worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal geschrokt zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou geschrokt worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou geschrokt zijn [impersonal, passive, conditional, perfect]
  1. zo snel mogelijk eten Tags: transitive
    Sense id: nl-schrokken-nl-verb-pb~xUou3 Categories (other): Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Translations (zo snel mogelijk eten): schlingen (Duits), devour (Engels), pig (Engels)

Verb [Nederlands]

IPA: / ˈsxrɔkə(n) / Audio: nl-schrokken.ogg
Forms: schrokte [past], geschrokt [past, participle], te schrokken [active, infinitive, imperfect, present], zullen schrokken [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen schrokken [active, infinitive, imperfect, future], hebben geschrokt [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben geschrokt [active, infinitive, perfect, present], geschrokt zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], geschrokt te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], schrokkend [imperfect, participle], geschrokt [past, participle], ev. schrok [imperative], schrokke [subjunctive], schrok [indicative, imperfect, present, singular, first-person], schrokt [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schrokt [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schrokt [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schrokt [indicative, imperfect, present, singular, third-person], schrokte [indicative, imperfect, past, singular, first-person], schrokte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schrokte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schrokte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schrokte [indicative, imperfect, past, singular, third-person], schrokten [indicative, imperfect, past, plural, first-person], schrokten [indicative, imperfect, past, plural, second-person], schrokten [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal schrokken [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult schrokken [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal schrokken [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult schrokken [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal schrokken [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult schrokken [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal schrokken [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen schrokken [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen schrokken [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen schrokken [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou schrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou schrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) schrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt schrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou schrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden schrokken [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden schrokken [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden schrokken [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb geschrokt [perfect, present, first-person], hebt geschrokt [perfect, present, second-person], hebt geschrokt [perfect, present, second-person], heeft geschrokt [perfect, present, second-person], hebt geschrokt [perfect, present, second-person], heeft geschrokt [perfect, present, third-person], hebben geschrokt [perfect, present, first-person], hebben geschrokt [perfect, present, second-person], hebben geschrokt [perfect, present, third-person], had geschrokt [perfect, past, first-person], had geschrokt [perfect, past, second-person], had geschrokt [perfect, past, second-person], hadt geschrokt [perfect, past, second-person], had geschrokt [perfect, past, third-person], hadden geschrokt [perfect, past, first-person], hadden geschrokt [perfect, past, second-person], hadden geschrokt [perfect, past, third-person], zal geschrokt hebben [perfect, future, first-person], zal geschrokt hebben [perfect, future, second-person], zult geschrokt hebben [perfect, future, second-person], zult geschrokt hebben [perfect, future, second-person], zal geschrokt hebben [perfect, future, second-person], zult geschrokt hebben [perfect, future, second-person], zal geschrokt hebben [perfect, future, third-person], zullen geschrokt hebben [perfect, future, first-person], zullen geschrokt hebben [perfect, future, second-person], zullen geschrokt hebben [perfect, future, third-person], zou geschrokt hebben [perfect, conditional, first-person], zou geschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zou geschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt geschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt geschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zou geschrokt hebben [perfect, conditional, third-person], zouden geschrokt hebben [perfect, conditional, first-person], zouden geschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zouden geschrokt hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt geschrokt [impersonal, passive, present, imperfect], er is geschrokt [impersonal, passive, present, perfect], er werd geschrokt [impersonal, passive, past, imperfect], er was geschrokt [impersonal, passive, past, perfect], er zal geschrokt worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal geschrokt zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou geschrokt worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou geschrokt zijn [impersonal, passive, conditional, perfect]
  1. meervoud verleden tijd van schrikken Tags: form-of Form of: schrikken
    Sense id: nl-schrokken-nl-verb-ysxyLi7l
The following are not (yet) sense-disambiguated
Related terms: schrikten

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 9",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "In de betekenis van ‘gulzig eten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1715"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schrokte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrokt",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te schrokken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrokken",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben geschrokt",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrokt zullen hebben",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrokt te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokkend",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schrok",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokke",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nschrokt"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "schrok",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrokken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrokken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrokken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) schrokken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt schrokken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb geschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt geschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal geschrokt worden",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal geschrokt zijn",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou geschrokt worden",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou geschrokt zijn",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "schrok·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Hij schrokte de pannenkoek naar binnen om de wedstrijd niet te missen."
        }
      ],
      "glosses": [
        "zo snel mogelijk eten"
      ],
      "id": "nl-schrokken-nl-verb-pb~xUou3",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-schrokken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/9/97/Nl-schrokken.ogg/Nl-schrokken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-schrokken.ogg"
    },
    {
      "ipa": "/ ˈsxrɔkə(n) /"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "zo snel mogelijk eten",
      "sense_index": 1,
      "word": "schlingen"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "zo snel mogelijk eten",
      "sense_index": 1,
      "word": "devour"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "zo snel mogelijk eten",
      "sense_index": 1,
      "word": "pig"
    }
  ],
  "word": "schrokken"
}

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoordsvorm in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 9",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "In de betekenis van ‘gulzig eten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1715"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schrokte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrokt",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te schrokken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrokken",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben geschrokt",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrokt zullen hebben",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrokt te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokkend",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schrok",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokke",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nschrokt"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "schrok",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrokken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrokken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrokken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) schrokken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt schrokken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb geschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt geschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal geschrokt worden",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal geschrokt zijn",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou geschrokt worden",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou geschrokt zijn",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "schrok·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "related": [
    {
      "word": "schrikten"
    }
  ],
  "senses": [
    {
      "examples": [
        {
          "text": "Wij schrokken."
        },
        {
          "text": "Jullie schrokken."
        },
        {
          "text": "Zij schrokken."
        }
      ],
      "form_of": [
        {
          "word": "schrikken"
        }
      ],
      "glosses": [
        "meervoud verleden tijd van schrikken"
      ],
      "id": "nl-schrokken-nl-verb-ysxyLi7l",
      "tags": [
        "form-of"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-schrokken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/9/97/Nl-schrokken.ogg/Nl-schrokken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-schrokken.ogg"
    },
    {
      "ipa": "/ ˈsxrɔkə(n) /"
    }
  ],
  "tags": [
    "form-of"
  ],
  "word": "schrokken"
}

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 9",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "In de betekenis van ‘gulzig eten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1715"
  ],
  "hyphenation": "schrok·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "noun",
  "pos_title": "Zelfstandig naamwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "form_of": [
        {
          "word": "schrok"
        }
      ],
      "glosses": [
        "meervoud van het zelfstandig naamwoord schrok"
      ],
      "id": "nl-schrokken-nl-noun-ePH9gtzX",
      "tags": [
        "form-of",
        "plural"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-schrokken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/9/97/Nl-schrokken.ogg/Nl-schrokken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-schrokken.ogg"
    },
    {
      "ipa": "/ ˈsxrɔkə(n) /"
    }
  ],
  "word": "schrokken"
}
{
  "categories": [
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 9",
    "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "In de betekenis van ‘gulzig eten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1715"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schrokte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrokt",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te schrokken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrokken",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben geschrokt",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrokt zullen hebben",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrokt te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokkend",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schrok",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokke",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nschrokt"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "schrok",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrokken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrokken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrokken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) schrokken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt schrokken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb geschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt geschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal geschrokt worden",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal geschrokt zijn",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou geschrokt worden",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou geschrokt zijn",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "schrok·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Hij schrokte de pannenkoek naar binnen om de wedstrijd niet te missen."
        }
      ],
      "glosses": [
        "zo snel mogelijk eten"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-schrokken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/9/97/Nl-schrokken.ogg/Nl-schrokken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-schrokken.ogg"
    },
    {
      "ipa": "/ ˈsxrɔkə(n) /"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "zo snel mogelijk eten",
      "sense_index": 1,
      "word": "schlingen"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "zo snel mogelijk eten",
      "sense_index": 1,
      "word": "devour"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "zo snel mogelijk eten",
      "sense_index": 1,
      "word": "pig"
    }
  ],
  "word": "schrokken"
}

{
  "categories": [
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Werkwoordsvorm in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 9",
    "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "In de betekenis van ‘gulzig eten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1715"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schrokte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrokt",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te schrokken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrokken",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben geschrokt",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrokt zullen hebben",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrokt te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokkend",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schrok",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokke",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nschrokt"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "schrok",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrokken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrokken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrokken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) schrokken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt schrokken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb geschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt geschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was geschrokt",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal geschrokt worden",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal geschrokt zijn",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou geschrokt worden",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou geschrokt zijn",
      "source": "schrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "schrok·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "related": [
    {
      "word": "schrikten"
    }
  ],
  "senses": [
    {
      "examples": [
        {
          "text": "Wij schrokken."
        },
        {
          "text": "Jullie schrokken."
        },
        {
          "text": "Zij schrokken."
        }
      ],
      "form_of": [
        {
          "word": "schrikken"
        }
      ],
      "glosses": [
        "meervoud verleden tijd van schrikken"
      ],
      "tags": [
        "form-of"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-schrokken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/9/97/Nl-schrokken.ogg/Nl-schrokken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-schrokken.ogg"
    },
    {
      "ipa": "/ ˈsxrɔkə(n) /"
    }
  ],
  "tags": [
    "form-of"
  ],
  "word": "schrokken"
}

{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 9"
  ],
  "etymology_texts": [
    "In de betekenis van ‘gulzig eten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1715"
  ],
  "hyphenation": "schrok·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "noun",
  "pos_title": "Zelfstandig naamwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands"
      ],
      "form_of": [
        {
          "word": "schrok"
        }
      ],
      "glosses": [
        "meervoud van het zelfstandig naamwoord schrok"
      ],
      "tags": [
        "form-of",
        "plural"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-schrokken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/9/97/Nl-schrokken.ogg/Nl-schrokken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-schrokken.ogg"
    },
    {
      "ipa": "/ ˈsxrɔkə(n) /"
    }
  ],
  "word": "schrokken"
}

Download raw JSONL data for schrokken meaning in All languages combined (27.7kB)


This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-02-15 from the nlwiktionary dump dated 2025-02-02 using wiktextract (ca09fec and c40eb85). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.