"ruchten" meaning in All languages combined

See ruchten on Wiktionary

Noun [Nederlands]

IPA: ˈrʏxtə(n) Audio: nl-ruchten.ogg
  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord rucht Tags: form-of, plural Form of: rucht
    Sense id: nl-ruchten-nl-noun-vt3flQUw Categories (other): Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated

Verb [Nederlands]

IPA: ˈrʏxtə(n) Audio: nl-ruchten.ogg
Forms: ruchtte [past], gerucht [past, participle], te ruchten [active, infinitive, imperfect, present], zullen ruchten [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen ruchten [active, infinitive, imperfect, future], hebben gerucht [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben gerucht [active, infinitive, perfect, present], gerucht zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], gerucht te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], ruchtend [imperfect, participle], gerucht [past, participle], ev. rucht [imperative], ruchte [subjunctive], rucht [indicative, imperfect, present, singular, first-person], rucht [indicative, imperfect, present, singular, second-person], rucht [indicative, imperfect, present, singular, second-person], rucht [indicative, imperfect, present, singular, second-person], rucht [indicative, imperfect, present, singular, third-person], ruchtte [indicative, imperfect, past, singular, first-person], ruchtte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], ruchtte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], ruchtte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], ruchtte [indicative, imperfect, past, singular, third-person], ruchtten [indicative, imperfect, past, plural, first-person], ruchtten [indicative, imperfect, past, plural, second-person], ruchtten [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal ruchten [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult ruchten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal ruchten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult ruchten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal ruchten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult ruchten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal ruchten [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen ruchten [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen ruchten [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen ruchten [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou ruchten [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou ruchten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) ruchten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt ruchten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou ruchten [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden ruchten [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden ruchten [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden ruchten [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb gerucht [perfect, present, first-person], hebt gerucht [perfect, present, second-person], hebt gerucht [perfect, present, second-person], heeft gerucht [perfect, present, second-person], hebt gerucht [perfect, present, second-person], heeft gerucht [perfect, present, third-person], hebben gerucht [perfect, present, first-person], hebben gerucht [perfect, present, second-person], hebben gerucht [perfect, present, third-person], had gerucht [perfect, past, first-person], had gerucht [perfect, past, second-person], had gerucht [perfect, past, second-person], hadt gerucht [perfect, past, second-person], had gerucht [perfect, past, third-person], hadden gerucht [perfect, past, first-person], hadden gerucht [perfect, past, second-person], hadden gerucht [perfect, past, third-person], zal gerucht hebben [perfect, future, first-person], zal gerucht hebben [perfect, future, second-person], zult gerucht hebben [perfect, future, second-person], zult gerucht hebben [perfect, future, second-person], zal gerucht hebben [perfect, future, second-person], zult gerucht hebben [perfect, future, second-person], zal gerucht hebben [perfect, future, third-person], zullen gerucht hebben [perfect, future, first-person], zullen gerucht hebben [perfect, future, second-person], zullen gerucht hebben [perfect, future, third-person], zou gerucht hebben [perfect, conditional, first-person], zou gerucht hebben [perfect, conditional, second-person], zou gerucht hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gerucht hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gerucht hebben [perfect, conditional, second-person], zou gerucht hebben [perfect, conditional, third-person], zouden gerucht hebben [perfect, conditional, first-person], zouden gerucht hebben [perfect, conditional, second-person], zouden gerucht hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt gerucht [impersonal, passive, present, imperfect], er is gerucht [impersonal, passive, present, perfect], er werd gerucht [impersonal, passive, past, imperfect], er was gerucht [impersonal, passive, past, perfect], er zal gerucht worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal gerucht zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou gerucht worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou gerucht zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], gerucht worden [passive, infinitive, imperfect, present, short-form], gerucht te worden [passive, infinitive, imperfect, present], gerucht zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future, short-form], gerucht te zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future], gerucht zijn [passive, infinitive, perfect, present, short-form], gerucht te zijn [passive, infinitive, perfect, present], gerucht zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future, short-form], gerucht te zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future], word gerucht [singular, imperfect, present, first-person], wordt gerucht [singular, imperfect, present, second-person], wordt gerucht [singular, imperfect, present, second-person], wordt gerucht [singular, imperfect, present, second-person], wordt gerucht [singular, imperfect, present, plural, third-person], worden gerucht [singular, imperfect, present, plural, first-person], worden gerucht [singular, imperfect, present, plural, second-person], worden gerucht [singular, imperfect, present, third-person], werd gerucht [singular, imperfect, past, first-person], werd gerucht [singular, imperfect, past, second-person], werd gerucht [singular, imperfect, past, second-person], werdt gerucht [singular, imperfect, past, second-person], werd gerucht [singular, imperfect, past, plural, third-person], werden gerucht [singular, imperfect, past, plural, first-person], werden gerucht [singular, imperfect, past, plural, second-person], werden gerucht [singular, imperfect, past, third-person], zal gerucht worden [singular, imperfect, future, first-person], zult gerucht worden [singular, imperfect, future, second-person], zult gerucht worden [singular, imperfect, future, second-person], zult gerucht worden [singular, imperfect, future, second-person], zal gerucht worden [singular, imperfect, future, plural, third-person], zullen gerucht worden [singular, imperfect, future, plural, first-person], zullen gerucht worden [singular, imperfect, future, plural, second-person], zullen gerucht worden [singular, imperfect, future, third-person], zou gerucht worden [singular, imperfect, conditional, first-person], zou gerucht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou gerucht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt gerucht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt gerucht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou gerucht worden [singular, imperfect, conditional, plural, third-person], zouden gerucht worden [singular, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden gerucht worden [singular, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden gerucht worden [singular, imperfect, conditional, third-person], ben gerucht [perfect, present, first-person], bent gerucht [perfect, present, second-person], bent gerucht [perfect, present, second-person], is gerucht [perfect, present, second-person], zijt gerucht [perfect, present, second-person], is gerucht [perfect, present, third-person], zijn gerucht [perfect, present, first-person], zijn gerucht [perfect, present, second-person], zijn gerucht [perfect, present, third-person], was gerucht [perfect, past, first-person], was gerucht [perfect, past, second-person], was gerucht [perfect, past, second-person], waart gerucht [perfect, past, second-person], was gerucht [perfect, past, third-person], waren gerucht [perfect, past, first-person], waren gerucht [perfect, past, second-person], waren gerucht [perfect, past, third-person], zal gerucht zijn [perfect, future, first-person], zult gerucht zijn [perfect, future, second-person], zult gerucht zijn [perfect, future, second-person], zult gerucht zijn [perfect, future, second-person], zal gerucht zijn [perfect, future, third-person], zullen gerucht zijn [perfect, future, first-person], zullen gerucht zijn [perfect, future, second-person], zullen gerucht zijn [perfect, future, third-person], zou gerucht zijn [perfect, conditional, first-person], zou gerucht zijn [perfect, conditional, second-person], zou gerucht zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt gerucht zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt gerucht zijn [perfect, conditional, second-person], zou gerucht zijn [perfect, conditional, third-person], zouden gerucht zijn [perfect, conditional, first-person], zouden gerucht zijn [perfect, conditional, second-person], zouden gerucht zijn [perfect, conditional, third-person]
  1. hard geluid voortbrengen Tags: obsolete, unergative
    Sense id: nl-ruchten-nl-verb-PAz0Wcwd Categories (other): Inergatief werkwoord in het Nederlands, Verouderd_in_het_Nederlands
  2. bekend laten worden Tags: obsolete, transitive
    Sense id: nl-ruchten-nl-verb-1cGV3fVh Categories (other): Overgankelijk werkwoord in het Nederlands, Verouderd_in_het_Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Synonyms: roepen, schreeuwen, herrie schoppen, bekendmaken, uitlekken Derived forms: gerucht, ruchtbaar

Verb [Nederlands]

IPA: ˈrʏxtə(n) Audio: nl-ruchten.ogg Forms: ruchtte [past], gerucht [past, participle]
  1. onkruid verwijderen Tags: unergative
    Sense id: nl-ruchten-nl-verb-ez6xzlDp Categories (other): Inergatief werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Synonyms: wieden

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 7",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "gerucht"
    },
    {
      "word": "ruchtbaar"
    }
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "ruchtte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te ruchten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen ruchten",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen ruchten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gerucht",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gerucht",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht zullen hebben",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtend",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n rucht",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchte",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nrucht"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "rucht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "rucht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "rucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "rucht",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "rucht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtte",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtte",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtte",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtte",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtte",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal ruchten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult ruchten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal ruchten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult ruchten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal ruchten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult ruchten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal ruchten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen ruchten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen ruchten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen ruchten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou ruchten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou ruchten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) ruchten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt ruchten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou ruchten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden ruchten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden ruchten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden ruchten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gerucht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gerucht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gerucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gerucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gerucht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gerucht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gerucht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gerucht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gerucht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gerucht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gerucht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gerucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gerucht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gerucht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gerucht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gerucht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gerucht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt gerucht",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is gerucht",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd gerucht",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was gerucht",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gerucht worden",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gerucht zijn",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gerucht worden",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gerucht zijn",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht worden",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht zullen worden",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht zijn",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht zullen zijn",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word gerucht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gerucht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gerucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gerucht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gerucht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden gerucht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden gerucht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden gerucht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gerucht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gerucht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gerucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt gerucht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gerucht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden gerucht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden gerucht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden gerucht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben gerucht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent gerucht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent gerucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is gerucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt gerucht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is gerucht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn gerucht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn gerucht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn gerucht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gerucht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gerucht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gerucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart gerucht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gerucht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren gerucht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren gerucht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren gerucht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "ruch·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Inergatief werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        },
        {
          "kind": "other",
          "name": "Verouderd_in_het_Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "hard geluid voortbrengen"
      ],
      "id": "nl-ruchten-nl-verb-PAz0Wcwd",
      "tags": [
        "obsolete",
        "unergative"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        },
        {
          "kind": "other",
          "name": "Verouderd_in_het_Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "bekend laten worden"
      ],
      "id": "nl-ruchten-nl-verb-1cGV3fVh",
      "raw_tags": [
        "ook heimelijk"
      ],
      "tags": [
        "obsolete",
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-ruchten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/4/41/Nl-ruchten.ogg/Nl-ruchten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-ruchten.ogg"
    },
    {
      "ipa": "ˈrʏxtə(n)"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "sense_index": 1,
      "word": "roepen"
    },
    {
      "sense_index": 1,
      "word": "schreeuwen"
    },
    {
      "sense_index": 1,
      "word": "herrie schoppen"
    },
    {
      "sense_index": 2,
      "word": "bekendmaken"
    },
    {
      "sense_index": 2,
      "word": "uitlekken"
    }
  ],
  "word": "ruchten"
}

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 7",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "hyphenation": "ruch·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "noun",
  "pos_title": "Zelfstandig naamwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "form_of": [
        {
          "word": "rucht"
        }
      ],
      "glosses": [
        "meervoud van het zelfstandig naamwoord rucht"
      ],
      "id": "nl-ruchten-nl-noun-vt3flQUw",
      "tags": [
        "form-of",
        "plural"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-ruchten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/4/41/Nl-ruchten.ogg/Nl-ruchten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-ruchten.ogg"
    },
    {
      "ipa": "ˈrʏxtə(n)"
    }
  ],
  "word": "ruchten"
}

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 7",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "ruchtte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "ruch·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Inergatief werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "onkruid verwijderen"
      ],
      "id": "nl-ruchten-nl-verb-ez6xzlDp",
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-ruchten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/4/41/Nl-ruchten.ogg/Nl-ruchten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-ruchten.ogg"
    },
    {
      "ipa": "ˈrʏxtə(n)"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "word": "wieden"
    }
  ],
  "word": "ruchten"
}
{
  "categories": [
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 7",
    "Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands",
    "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands"
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "gerucht"
    },
    {
      "word": "ruchtbaar"
    }
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "ruchtte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te ruchten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen ruchten",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen ruchten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gerucht",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gerucht",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht zullen hebben",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtend",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n rucht",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchte",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nrucht"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "rucht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "rucht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "rucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "rucht",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "rucht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtte",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtte",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtte",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtte",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtte",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ruchtten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal ruchten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult ruchten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal ruchten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult ruchten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal ruchten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult ruchten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal ruchten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen ruchten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen ruchten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen ruchten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou ruchten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou ruchten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) ruchten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt ruchten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou ruchten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden ruchten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden ruchten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden ruchten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gerucht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gerucht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gerucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gerucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gerucht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gerucht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gerucht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gerucht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gerucht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gerucht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gerucht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gerucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gerucht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gerucht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gerucht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gerucht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gerucht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt gerucht",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is gerucht",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd gerucht",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was gerucht",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gerucht worden",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gerucht zijn",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gerucht worden",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gerucht zijn",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht worden",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht zullen worden",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht zijn",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht zullen zijn",
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word gerucht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gerucht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gerucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gerucht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gerucht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden gerucht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden gerucht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden gerucht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gerucht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gerucht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gerucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt gerucht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gerucht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden gerucht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden gerucht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden gerucht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben gerucht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent gerucht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent gerucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is gerucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt gerucht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is gerucht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn gerucht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn gerucht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn gerucht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gerucht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gerucht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gerucht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart gerucht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gerucht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren gerucht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren gerucht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren gerucht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gerucht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "ruchten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "ruch·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Inergatief werkwoord in het Nederlands",
        "Verouderd_in_het_Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "hard geluid voortbrengen"
      ],
      "tags": [
        "obsolete",
        "unergative"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
        "Verouderd_in_het_Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "bekend laten worden"
      ],
      "raw_tags": [
        "ook heimelijk"
      ],
      "tags": [
        "obsolete",
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-ruchten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/4/41/Nl-ruchten.ogg/Nl-ruchten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-ruchten.ogg"
    },
    {
      "ipa": "ˈrʏxtə(n)"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "sense_index": 1,
      "word": "roepen"
    },
    {
      "sense_index": 1,
      "word": "schreeuwen"
    },
    {
      "sense_index": 1,
      "word": "herrie schoppen"
    },
    {
      "sense_index": 2,
      "word": "bekendmaken"
    },
    {
      "sense_index": 2,
      "word": "uitlekken"
    }
  ],
  "word": "ruchten"
}

{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 7",
    "Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands"
  ],
  "hyphenation": "ruch·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "noun",
  "pos_title": "Zelfstandig naamwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands"
      ],
      "form_of": [
        {
          "word": "rucht"
        }
      ],
      "glosses": [
        "meervoud van het zelfstandig naamwoord rucht"
      ],
      "tags": [
        "form-of",
        "plural"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-ruchten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/4/41/Nl-ruchten.ogg/Nl-ruchten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-ruchten.ogg"
    },
    {
      "ipa": "ˈrʏxtə(n)"
    }
  ],
  "word": "ruchten"
}

{
  "categories": [
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 7",
    "Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands",
    "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "ruchtte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gerucht",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "ruch·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Inergatief werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "onkruid verwijderen"
      ],
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-ruchten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/4/41/Nl-ruchten.ogg/Nl-ruchten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-ruchten.ogg"
    },
    {
      "ipa": "ˈrʏxtə(n)"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "word": "wieden"
    }
  ],
  "word": "ruchten"
}

Download raw JSONL data for ruchten meaning in All languages combined (25.4kB)


This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-02-03 from the nlwiktionary dump dated 2025-01-20 using wiktextract (05fdf6b and 9dbd323). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.