"opschrokken" meaning in All languages combined

See opschrokken on Wiktionary

Verb [Nederlands]

Audio: nl-opschrokken.ogg
Forms: schrokte op [past], opgeschrokt [past, participle], op te schrokken [active, infinitive, imperfect, present], zullen opschrokken op zullen schrokken [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen opschrokken op te zullen schrokken [active, infinitive, imperfect, future], hebben opgeschrokt [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben opgeschrokt [active, infinitive, perfect, present], opgeschrokt zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], opgeschrokt te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], opschrokkend [imperfect, participle], opgeschrokt [past, participle], ev. schrok op [imperative], mv. verouderd schrokt op [imperative], schrokke op (bijzin) opschrokke [subjunctive], schrok op [indicative, imperfect, present, singular, first-person], schrokt op [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schrokt op [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schrokt op [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schrokt op [indicative, imperfect, present, singular, third-person], schrokken op [indicative, imperfect, present, plural, first-person], schrokken op [indicative, imperfect, present, plural, second-person], schrokken op [indicative, imperfect, present, plural, third-person], schrokte op [indicative, imperfect, past, singular, first-person], schrokte op [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schrokte op [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schrokte op [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schrokte op [indicative, imperfect, past, singular, third-person], schrokten op [indicative, imperfect, past, plural, first-person], schrokten op [indicative, imperfect, past, plural, second-person], schrokten op [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal opschrokken [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult/zal opschrokken [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult/zal opschrokken [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult opschrokken [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal opschrokken [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen opschrokken [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen opschrokken [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen opschrokken [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou opschrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou opschrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) opschrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt opschrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou opschrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden opschrokken [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden opschrokken [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden opschrokken [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], opschrok [present], opschrokt [present], opschrokt [present], opschrokt [present], opschrokt [present], opschrokte [past], opschrokte [past], opschrokte [past], opschrokte [past], opschrokte [past], opschrokten [past], opschrokten [past], opschrokten [past], zal opschrokken op zal schrokken [future], zult/zal opschrokken op zult/zal schrokken [future], zult/zal opschrokken op zult/zal schrokken [future], zult opschrokken op zult schrokken [future], zal opschrokken op zal schrokken [future], zullen opschrokken op zullen schrokken [future], zullen opschrokken op zullen schrokken [future], zullen opschrokken op zullen schrokken [future], zou opschrokken op zou schrokken [conditional], zou opschrokken op zou schrokken [conditional], zou(dt) opschrokken op zou(dt) schrokken [conditional], zoudt opschrokken op zoudt schrokken [conditional], zou opschrokken op zou schrokken [conditional], zouden opschrokken op zouden schrokken [conditional], zouden opschrokken op zouden schrokken [conditional], zouden opschrokken op zouden schrokken [conditional], heb opgeschrokt [perfect, present, first-person], hebt opgeschrokt [perfect, present, second-person], hebt/heeft opgeschrokt [perfect, present, second-person], hebt opgeschrokt [perfect, present, second-person], heeft opgeschrokt [perfect, present, third-person], hebben opgeschrokt [perfect, present, first-person], hebben opgeschrokt [perfect, present, second-person], hebben opgeschrokt [perfect, present, third-person], had opgeschrokt [perfect, past, first-person], had opgeschrokt [perfect, past, second-person], had opgeschrokt [perfect, past, second-person], hadt opgeschrokt [perfect, past, second-person], had opgeschrokt [perfect, past, third-person], hadden opgeschrokt [perfect, past, first-person], hadden opgeschrokt [perfect, past, second-person], hadden opgeschrokt [perfect, past, third-person], zal opgeschrokt hebben [perfect, future, first-person], zal/zult opgeschrokt hebben [perfect, future, second-person], zult/zal opgeschrokt hebben [perfect, future, second-person], zult opgeschrokt hebben [perfect, future, second-person], zal opgeschrokt hebben [perfect, future, third-person], zullen opgeschrokt hebben [perfect, future, first-person], zullen opgeschrokt hebben [perfect, future, second-person], zullen opgeschrokt hebben [perfect, future, third-person], zou opgeschrokt hebben [perfect, conditional, first-person], zou opgeschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zou/zoudt opgeschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt opgeschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zou opgeschrokt hebben [perfect, conditional, third-person], zouden opgeschrokt hebben [perfect, conditional, first-person], zouden opgeschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zouden opgeschrokt hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt opgeschrokt [impersonal, passive, present, imperfect], er is opgeschrokt [impersonal, passive, present, perfect], er werd opgeschrokt [impersonal, passive, past, imperfect], er was opgeschrokt [impersonal, passive, past, perfect], er zal opgeschrokt worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal opgeschrokt zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou opgeschrokt worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou opgeschrokt zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], opgeschrokt worden [passive, infinitive, imperfect, present, short-form], opgeschrokt te worden [passive, infinitive, imperfect, present], opgeschrokt zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future, short-form], opgeschrokt te zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future], opgeschrokt zijn [passive, infinitive, perfect, present, short-form], opgeschrokt te zijn [passive, infinitive, perfect, present], opgeschrokt zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future, short-form], opgeschrokt te zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future], word opgeschrokt [singular, imperfect, present, first-person], wordt opgeschrokt [singular, imperfect, present, second-person], wordt opgeschrokt [singular, imperfect, present, second-person], wordt opgeschrokt [singular, imperfect, present, second-person], wordt opgeschrokt [singular, imperfect, present, plural, third-person], worden opgeschrokt [singular, imperfect, present, plural, first-person], worden opgeschrokt [singular, imperfect, present, plural, second-person], worden opgeschrokt [singular, imperfect, present, third-person], werd opgeschrokt [singular, imperfect, past, first-person], werd opgeschrokt [singular, imperfect, past, second-person], werd opgeschrokt [singular, imperfect, past, second-person], werdt opgeschrokt [singular, imperfect, past, second-person], werd opgeschrokt [singular, imperfect, past, plural, third-person], werden opgeschrokt [singular, imperfect, past, plural, first-person], werden opgeschrokt [singular, imperfect, past, plural, second-person], werden opgeschrokt [singular, imperfect, past, third-person], zal opgeschrokt worden [singular, imperfect, future, first-person], zult opgeschrokt worden [singular, imperfect, future, second-person], zult opgeschrokt worden [singular, imperfect, future, second-person], zult opgeschrokt worden [singular, imperfect, future, second-person], zal opgeschrokt worden [singular, imperfect, future, plural, third-person], zullen opgeschrokt worden [singular, imperfect, future, plural, first-person], zullen opgeschrokt worden [singular, imperfect, future, plural, second-person], zullen opgeschrokt worden [singular, imperfect, future, third-person], zou opgeschrokt worden [singular, imperfect, conditional, first-person], zou opgeschrokt worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou/zoudt opgeschrokt worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt opgeschrokt worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou opgeschrokt worden [singular, imperfect, conditional, plural, third-person], zouden opgeschrokt worden [singular, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden opgeschrokt worden [singular, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden opgeschrokt worden [singular, imperfect, conditional, third-person], ben opgeschrokt [perfect, present, first-person], bent opgeschrokt [perfect, present, second-person], bent/is opgeschrokt [perfect, present, second-person], zijt opgeschrokt [perfect, present, second-person], is opgeschrokt [perfect, present, third-person], zijn opgeschrokt [perfect, present, first-person], zijn opgeschrokt [perfect, present, second-person], zijn opgeschrokt [perfect, present, third-person], was opgeschrokt [perfect, past, first-person], was opgeschrokt [perfect, past, second-person], was opgeschrokt [perfect, past, second-person], waart opgeschrokt [perfect, past, second-person], was opgeschrokt [perfect, past, third-person], waren opgeschrokt [perfect, past, first-person], waren opgeschrokt [perfect, past, second-person], waren opgeschrokt [perfect, past, third-person], zal opgeschrokt zijn [perfect, future, first-person], zult opgeschrokt zijn [perfect, future, second-person], zult opgeschrokt zijn [perfect, future, second-person], zult opgeschrokt zijn [perfect, future, second-person], zal opgeschrokt zijn [perfect, future, third-person], zullen opgeschrokt zijn [perfect, future, first-person], zullen opgeschrokt zijn [perfect, future, second-person], zullen opgeschrokt zijn [perfect, future, third-person], zou opgeschrokt zijn [perfect, conditional, first-person], zou opgeschrokt zijn [perfect, conditional, second-person], zou/zoudt opgeschrokt zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt opgeschrokt zijn [perfect, conditional, second-person], zou opgeschrokt zijn [perfect, conditional, third-person], zouden opgeschrokt zijn [perfect, conditional, first-person], zouden opgeschrokt zijn [perfect, conditional, second-person], zouden opgeschrokt zijn [perfect, conditional, third-person]
  1. gulzig opeten Tags: transitive
    Sense id: nl-opschrokken-nl-verb-hLTIFEuN Categories (other): Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Categories (other): Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Samenstelling in het Nederlands, Scheidbaar werkwoord in het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 11, Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands

Verb [Nederlands]

Audio: nl-opschrokken.ogg
Forms: schrokte op [past], opgeschrokt [past, participle], op te schrokken [active, infinitive, imperfect, present], zullen opschrokken op zullen schrokken [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen opschrokken op te zullen schrokken [active, infinitive, imperfect, future], hebben opgeschrokt [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben opgeschrokt [active, infinitive, perfect, present], opgeschrokt zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], opgeschrokt te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], opschrokkend [imperfect, participle], opgeschrokt [past, participle], ev. schrok op [imperative], mv. verouderd schrokt op [imperative], schrokke op (bijzin) opschrokke [subjunctive], schrok op [indicative, imperfect, present, singular, first-person], schrokt op [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schrokt op [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schrokt op [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schrokt op [indicative, imperfect, present, singular, third-person], schrokken op [indicative, imperfect, present, plural, first-person], schrokken op [indicative, imperfect, present, plural, second-person], schrokken op [indicative, imperfect, present, plural, third-person], schrokte op [indicative, imperfect, past, singular, first-person], schrokte op [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schrokte op [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schrokte op [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schrokte op [indicative, imperfect, past, singular, third-person], schrokten op [indicative, imperfect, past, plural, first-person], schrokten op [indicative, imperfect, past, plural, second-person], schrokten op [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal opschrokken [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult/zal opschrokken [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult/zal opschrokken [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult opschrokken [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal opschrokken [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen opschrokken [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen opschrokken [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen opschrokken [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou opschrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou opschrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) opschrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt opschrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou opschrokken [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden opschrokken [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden opschrokken [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden opschrokken [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], opschrok [present], opschrokt [present], opschrokt [present], opschrokt [present], opschrokt [present], opschrokte [past], opschrokte [past], opschrokte [past], opschrokte [past], opschrokte [past], opschrokten [past], opschrokten [past], opschrokten [past], zal opschrokken op zal schrokken [future], zult/zal opschrokken op zult/zal schrokken [future], zult/zal opschrokken op zult/zal schrokken [future], zult opschrokken op zult schrokken [future], zal opschrokken op zal schrokken [future], zullen opschrokken op zullen schrokken [future], zullen opschrokken op zullen schrokken [future], zullen opschrokken op zullen schrokken [future], zou opschrokken op zou schrokken [conditional], zou opschrokken op zou schrokken [conditional], zou(dt) opschrokken op zou(dt) schrokken [conditional], zoudt opschrokken op zoudt schrokken [conditional], zou opschrokken op zou schrokken [conditional], zouden opschrokken op zouden schrokken [conditional], zouden opschrokken op zouden schrokken [conditional], zouden opschrokken op zouden schrokken [conditional], heb opgeschrokt [perfect, present, first-person], hebt opgeschrokt [perfect, present, second-person], hebt/heeft opgeschrokt [perfect, present, second-person], hebt opgeschrokt [perfect, present, second-person], heeft opgeschrokt [perfect, present, third-person], hebben opgeschrokt [perfect, present, first-person], hebben opgeschrokt [perfect, present, second-person], hebben opgeschrokt [perfect, present, third-person], had opgeschrokt [perfect, past, first-person], had opgeschrokt [perfect, past, second-person], had opgeschrokt [perfect, past, second-person], hadt opgeschrokt [perfect, past, second-person], had opgeschrokt [perfect, past, third-person], hadden opgeschrokt [perfect, past, first-person], hadden opgeschrokt [perfect, past, second-person], hadden opgeschrokt [perfect, past, third-person], zal opgeschrokt hebben [perfect, future, first-person], zal/zult opgeschrokt hebben [perfect, future, second-person], zult/zal opgeschrokt hebben [perfect, future, second-person], zult opgeschrokt hebben [perfect, future, second-person], zal opgeschrokt hebben [perfect, future, third-person], zullen opgeschrokt hebben [perfect, future, first-person], zullen opgeschrokt hebben [perfect, future, second-person], zullen opgeschrokt hebben [perfect, future, third-person], zou opgeschrokt hebben [perfect, conditional, first-person], zou opgeschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zou/zoudt opgeschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt opgeschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zou opgeschrokt hebben [perfect, conditional, third-person], zouden opgeschrokt hebben [perfect, conditional, first-person], zouden opgeschrokt hebben [perfect, conditional, second-person], zouden opgeschrokt hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt opgeschrokt [impersonal, passive, present, imperfect], er is opgeschrokt [impersonal, passive, present, perfect], er werd opgeschrokt [impersonal, passive, past, imperfect], er was opgeschrokt [impersonal, passive, past, perfect], er zal opgeschrokt worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal opgeschrokt zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou opgeschrokt worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou opgeschrokt zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], opgeschrokt worden [passive, infinitive, imperfect, present, short-form], opgeschrokt te worden [passive, infinitive, imperfect, present], opgeschrokt zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future, short-form], opgeschrokt te zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future], opgeschrokt zijn [passive, infinitive, perfect, present, short-form], opgeschrokt te zijn [passive, infinitive, perfect, present], opgeschrokt zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future, short-form], opgeschrokt te zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future], word opgeschrokt [singular, imperfect, present, first-person], wordt opgeschrokt [singular, imperfect, present, second-person], wordt opgeschrokt [singular, imperfect, present, second-person], wordt opgeschrokt [singular, imperfect, present, second-person], wordt opgeschrokt [singular, imperfect, present, plural, third-person], worden opgeschrokt [singular, imperfect, present, plural, first-person], worden opgeschrokt [singular, imperfect, present, plural, second-person], worden opgeschrokt [singular, imperfect, present, third-person], werd opgeschrokt [singular, imperfect, past, first-person], werd opgeschrokt [singular, imperfect, past, second-person], werd opgeschrokt [singular, imperfect, past, second-person], werdt opgeschrokt [singular, imperfect, past, second-person], werd opgeschrokt [singular, imperfect, past, plural, third-person], werden opgeschrokt [singular, imperfect, past, plural, first-person], werden opgeschrokt [singular, imperfect, past, plural, second-person], werden opgeschrokt [singular, imperfect, past, third-person], zal opgeschrokt worden [singular, imperfect, future, first-person], zult opgeschrokt worden [singular, imperfect, future, second-person], zult opgeschrokt worden [singular, imperfect, future, second-person], zult opgeschrokt worden [singular, imperfect, future, second-person], zal opgeschrokt worden [singular, imperfect, future, plural, third-person], zullen opgeschrokt worden [singular, imperfect, future, plural, first-person], zullen opgeschrokt worden [singular, imperfect, future, plural, second-person], zullen opgeschrokt worden [singular, imperfect, future, third-person], zou opgeschrokt worden [singular, imperfect, conditional, first-person], zou opgeschrokt worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou/zoudt opgeschrokt worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt opgeschrokt worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou opgeschrokt worden [singular, imperfect, conditional, plural, third-person], zouden opgeschrokt worden [singular, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden opgeschrokt worden [singular, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden opgeschrokt worden [singular, imperfect, conditional, third-person], ben opgeschrokt [perfect, present, first-person], bent opgeschrokt [perfect, present, second-person], bent/is opgeschrokt [perfect, present, second-person], zijt opgeschrokt [perfect, present, second-person], is opgeschrokt [perfect, present, third-person], zijn opgeschrokt [perfect, present, first-person], zijn opgeschrokt [perfect, present, second-person], zijn opgeschrokt [perfect, present, third-person], was opgeschrokt [perfect, past, first-person], was opgeschrokt [perfect, past, second-person], was opgeschrokt [perfect, past, second-person], waart opgeschrokt [perfect, past, second-person], was opgeschrokt [perfect, past, third-person], waren opgeschrokt [perfect, past, first-person], waren opgeschrokt [perfect, past, second-person], waren opgeschrokt [perfect, past, third-person], zal opgeschrokt zijn [perfect, future, first-person], zult opgeschrokt zijn [perfect, future, second-person], zult opgeschrokt zijn [perfect, future, second-person], zult opgeschrokt zijn [perfect, future, second-person], zal opgeschrokt zijn [perfect, future, third-person], zullen opgeschrokt zijn [perfect, future, first-person], zullen opgeschrokt zijn [perfect, future, second-person], zullen opgeschrokt zijn [perfect, future, third-person], zou opgeschrokt zijn [perfect, conditional, first-person], zou opgeschrokt zijn [perfect, conditional, second-person], zou/zoudt opgeschrokt zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt opgeschrokt zijn [perfect, conditional, second-person], zou opgeschrokt zijn [perfect, conditional, third-person], zouden opgeschrokt zijn [perfect, conditional, first-person], zouden opgeschrokt zijn [perfect, conditional, second-person], zouden opgeschrokt zijn [perfect, conditional, third-person]
  1. meervoud verleden tijd van opschrikken Tags: form-of Form of: opschrikken
    Sense id: nl-opschrokken-nl-verb-Tsb3HMRy
The following are not (yet) sense-disambiguated
Categories (other): Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Samenstelling in het Nederlands, Scheidbaar werkwoord in het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, Werkwoordsvorm in het Nederlands, WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 11, Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Samenstelling in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van op en schrokken"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schrokte op",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "op te schrokken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken\nop zullen schrokken",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen opschrokken\nop te zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt zullen hebben",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokkend",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schrok op",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "mv. verouderd\nschrokt op",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokke op\n(bijzin) opschrokke",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "schrok op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokken op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokken op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokken op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrok",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokt",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokt",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokt",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokt",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opschrokken\nop zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opschrokken\nop zult/zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opschrokken\nop zult/zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opschrokken\nop zult schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opschrokken\nop zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken\nop zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken\nop zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken\nop zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken\nop zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken\nop zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) opschrokken\nop zou(dt) schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opschrokken\nop zoudt schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken\nop zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken\nop zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken\nop zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken\nop zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt/heeft opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal/zult opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal opgeschrokt worden",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal opgeschrokt zijn",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou opgeschrokt worden",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou opgeschrokt zijn",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt worden",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt zullen worden",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt zijn",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt zullen zijn",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent/is opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "op·schrok·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "gulzig opeten"
      ],
      "id": "nl-opschrokken-nl-verb-hLTIFEuN",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-opschrokken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/9/96/Nl-opschrokken.ogg/Nl-opschrokken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-opschrokken.ogg"
    }
  ],
  "word": "opschrokken"
}

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Samenstelling in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoordsvorm in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van op en schrokken"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schrokte op",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "op te schrokken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken\nop zullen schrokken",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen opschrokken\nop te zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt zullen hebben",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokkend",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schrok op",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "mv. verouderd\nschrokt op",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokke op\n(bijzin) opschrokke",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "schrok op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokken op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokken op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokken op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrok",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokt",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokt",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokt",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokt",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opschrokken\nop zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opschrokken\nop zult/zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opschrokken\nop zult/zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opschrokken\nop zult schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opschrokken\nop zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken\nop zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken\nop zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken\nop zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken\nop zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken\nop zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) opschrokken\nop zou(dt) schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opschrokken\nop zoudt schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken\nop zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken\nop zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken\nop zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken\nop zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt/heeft opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal/zult opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal opgeschrokt worden",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal opgeschrokt zijn",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou opgeschrokt worden",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou opgeschrokt zijn",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt worden",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt zullen worden",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt zijn",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt zullen zijn",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent/is opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "op·schrok·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "examples": [
        {
          "text": "...dat wij opschrokken."
        },
        {
          "text": "...dat jullie opschrokken."
        },
        {
          "text": "...dat zij opschrokken."
        }
      ],
      "form_of": [
        {
          "word": "opschrikken"
        }
      ],
      "glosses": [
        "meervoud verleden tijd van opschrikken"
      ],
      "id": "nl-opschrokken-nl-verb-Tsb3HMRy",
      "raw_tags": [
        "in een bijzin"
      ],
      "tags": [
        "form-of"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-opschrokken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/9/96/Nl-opschrokken.ogg/Nl-opschrokken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-opschrokken.ogg"
    }
  ],
  "tags": [
    "form-of"
  ],
  "word": "opschrokken"
}

{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Samenstelling in het Nederlands",
    "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
    "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van op en schrokken"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schrokte op",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "op te schrokken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken\nop zullen schrokken",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen opschrokken\nop te zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt zullen hebben",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokkend",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schrok op",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "mv. verouderd\nschrokt op",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokke op\n(bijzin) opschrokke",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "schrok op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokken op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokken op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokken op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrok",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokt",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokt",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokt",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokt",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opschrokken\nop zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opschrokken\nop zult/zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opschrokken\nop zult/zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opschrokken\nop zult schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opschrokken\nop zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken\nop zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken\nop zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken\nop zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken\nop zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken\nop zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) opschrokken\nop zou(dt) schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opschrokken\nop zoudt schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken\nop zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken\nop zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken\nop zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken\nop zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt/heeft opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal/zult opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal opgeschrokt worden",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal opgeschrokt zijn",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou opgeschrokt worden",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou opgeschrokt zijn",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt worden",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt zullen worden",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt zijn",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt zullen zijn",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent/is opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "op·schrok·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "gulzig opeten"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-opschrokken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/9/96/Nl-opschrokken.ogg/Nl-opschrokken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-opschrokken.ogg"
    }
  ],
  "word": "opschrokken"
}

{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Samenstelling in het Nederlands",
    "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Werkwoordsvorm in het Nederlands",
    "WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
    "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van op en schrokken"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schrokte op",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "op te schrokken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken\nop zullen schrokken",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen opschrokken\nop te zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt zullen hebben",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokkend",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schrok op",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "mv. verouderd\nschrokt op",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokke op\n(bijzin) opschrokke",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "schrok op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokt op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokken op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokken op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokken op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokte op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrokten op",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrok",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokt",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokt",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokt",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokt",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokte",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opschrokten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opschrokken\nop zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opschrokken\nop zult/zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opschrokken\nop zult/zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opschrokken\nop zult schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opschrokken\nop zal schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken\nop zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken\nop zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opschrokken\nop zullen schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken\nop zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken\nop zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) opschrokken\nop zou(dt) schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opschrokken\nop zoudt schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opschrokken\nop zou schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken\nop zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken\nop zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opschrokken\nop zouden schrokken",
      "raw_tags": [
        "bijzin"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt/heeft opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal/zult opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was opgeschrokt",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal opgeschrokt worden",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal opgeschrokt zijn",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou opgeschrokt worden",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou opgeschrokt zijn",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt worden",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt zullen worden",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt zijn",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt zullen zijn",
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschrokt te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent/is opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgeschrokt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgeschrokt zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opschrokken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "op·schrok·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "examples": [
        {
          "text": "...dat wij opschrokken."
        },
        {
          "text": "...dat jullie opschrokken."
        },
        {
          "text": "...dat zij opschrokken."
        }
      ],
      "form_of": [
        {
          "word": "opschrikken"
        }
      ],
      "glosses": [
        "meervoud verleden tijd van opschrikken"
      ],
      "raw_tags": [
        "in een bijzin"
      ],
      "tags": [
        "form-of"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-opschrokken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/9/96/Nl-opschrokken.ogg/Nl-opschrokken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-opschrokken.ogg"
    }
  ],
  "tags": [
    "form-of"
  ],
  "word": "opschrokken"
}

Download raw JSONL data for opschrokken meaning in All languages combined (56.0kB)

This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-11-06 from the nlwiktionary dump dated 2024-10-20 using wiktextract (fbeafe8 and 7f03c9b). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.