"zulten" meaning in Nederlands

See zulten in All languages combined, or Wiktionary

Noun

Audio: nl-zulten.ogg
  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zulte Tags: form-of, plural Form of: zulte
    Sense id: nl-zulten-nl-noun-81alQyhT Categories (other): Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated

Verb

Audio: nl-zulten.ogg
Forms: zultte [past], gezult [past, participle], te zulten [active, infinitive, imperfect, present], zullen zulten [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen zulten [active, infinitive, imperfect, future], hebben gezult [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben gezult [active, infinitive, perfect, present], gezult zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], gezult te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], zultend [imperfect, participle], gezult [past, participle], ev. zult [imperative], zulte [subjunctive], zult [indicative, imperfect, present, singular, first-person], zult [indicative, imperfect, present, singular, second-person], zult [indicative, imperfect, present, singular, second-person], zult [indicative, imperfect, present, singular, second-person], zult [indicative, imperfect, present, singular, third-person], zultte [indicative, imperfect, past, singular, first-person], zultte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], zultte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], zultte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], zultte [indicative, imperfect, past, singular, third-person], zultten [indicative, imperfect, past, plural, first-person], zultten [indicative, imperfect, past, plural, second-person], zultten [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal zulten [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult zulten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal zulten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult zulten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal zulten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult zulten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal zulten [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen zulten [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen zulten [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen zulten [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou zulten [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou zulten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) zulten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt zulten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou zulten [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden zulten [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden zulten [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden zulten [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb gezult [perfect, present, first-person], hebt gezult [perfect, present, second-person], hebt gezult [perfect, present, second-person], heeft gezult [perfect, present, second-person], hebt gezult [perfect, present, second-person], heeft gezult [perfect, present, third-person], hebben gezult [perfect, present, first-person], hebben gezult [perfect, present, second-person], hebben gezult [perfect, present, third-person], had gezult [perfect, past, first-person], had gezult [perfect, past, second-person], had gezult [perfect, past, second-person], hadt gezult [perfect, past, second-person], had gezult [perfect, past, third-person], hadden gezult [perfect, past, first-person], hadden gezult [perfect, past, second-person], hadden gezult [perfect, past, third-person], zal gezult hebben [perfect, future, first-person], zal gezult hebben [perfect, future, second-person], zult gezult hebben [perfect, future, second-person], zult gezult hebben [perfect, future, second-person], zal gezult hebben [perfect, future, second-person], zult gezult hebben [perfect, future, second-person], zal gezult hebben [perfect, future, third-person], zullen gezult hebben [perfect, future, first-person], zullen gezult hebben [perfect, future, second-person], zullen gezult hebben [perfect, future, third-person], zou gezult hebben [perfect, conditional, first-person], zou gezult hebben [perfect, conditional, second-person], zou gezult hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gezult hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gezult hebben [perfect, conditional, second-person], zou gezult hebben [perfect, conditional, third-person], zouden gezult hebben [perfect, conditional, first-person], zouden gezult hebben [perfect, conditional, second-person], zouden gezult hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt gezult [impersonal, passive, present, imperfect], er is gezult [impersonal, passive, present, perfect], er werd gezult [impersonal, passive, past, imperfect], er was gezult [impersonal, passive, past, perfect], er zal gezult worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal gezult zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou gezult worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou gezult zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], gezult worden [passive, infinitive, imperfect, present, short-form], gezult te worden [passive, infinitive, imperfect, present], gezult zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future, short-form], gezult te zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future], gezult zijn [passive, infinitive, perfect, present, short-form], gezult te zijn [passive, infinitive, perfect, present], gezult zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future, short-form], gezult te zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future], wordt gezult [singular, imperfect, present, plural, third-person], worden gezult [singular, imperfect, present, third-person], werd gezult [singular, imperfect, past, plural, third-person], werden gezult [singular, imperfect, past, third-person], zal gezult worden [singular, imperfect, future, plural, third-person], zullen gezult worden [singular, imperfect, future, third-person], zou gezult worden [singular, imperfect, conditional, plural, third-person], zouden gezult worden [singular, imperfect, conditional, third-person], is gezult [perfect, present, third-person], zijn gezult [perfect, present, third-person], was gezult [perfect, past, third-person], waren gezult [perfect, past, third-person], zal gezult zijn [perfect, future, third-person], zullen gezult zijn [perfect, future, third-person], zou gezult zijn [perfect, conditional, third-person], zouden gezult zijn [perfect, conditional, third-person]
  1. inleggen in azijn, al of niet met zout Tags: transitive
    Sense id: nl-zulten-nl-verb-PDcjINny Categories (other): Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 6",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "zultte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te zulten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zulten",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen zulten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gezult",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gezult",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult zullen hebben",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zultend",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n zult",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "zulte",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nzult"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "zult",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zultte",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zultte",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zultte",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zultte",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zultte",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zultten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zultten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zultten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zulten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zulten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zulten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zulten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zulten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zulten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zulten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zulten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zulten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zulten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou zulten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou zulten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) zulten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt zulten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou zulten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden zulten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden zulten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden zulten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gezult",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gezult",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gezult",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gezult",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gezult",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gezult",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gezult",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gezult",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gezult",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gezult",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gezult",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gezult",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gezult",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gezult",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gezult",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gezult",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gezult",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt gezult",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is gezult",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd gezult",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was gezult",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gezult worden",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gezult zijn",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gezult worden",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gezult zijn",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult worden",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult zullen worden",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult zijn",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult zullen zijn",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gezult",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden gezult",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gezult",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden gezult",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gezult worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gezult worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezult worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gezult worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is gezult",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn gezult",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gezult",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren gezult",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gezult zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gezult zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezult zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gezult zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "zul·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Dit vlees wordt gezult."
        }
      ],
      "glosses": [
        "inleggen in azijn, al of niet met zout"
      ],
      "id": "nl-zulten-nl-verb-PDcjINny",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-zulten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/9/98/Nl-zulten.ogg/Nl-zulten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-zulten.ogg"
    }
  ],
  "word": "zulten"
}

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 6",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "hyphenation": "zul·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "noun",
  "pos_title": "Zelfstandig naamwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "form_of": [
        {
          "word": "zulte"
        }
      ],
      "glosses": [
        "meervoud van het zelfstandig naamwoord zulte"
      ],
      "id": "nl-zulten-nl-noun-81alQyhT",
      "tags": [
        "form-of",
        "plural"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-zulten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/9/98/Nl-zulten.ogg/Nl-zulten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-zulten.ogg"
    }
  ],
  "word": "zulten"
}
{
  "categories": [
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 6",
    "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "zultte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te zulten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zulten",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen zulten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gezult",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gezult",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult zullen hebben",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zultend",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n zult",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "zulte",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nzult"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "zult",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zultte",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zultte",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zultte",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zultte",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zultte",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zultten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zultten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zultten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zulten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zulten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zulten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zulten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zulten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zulten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zulten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zulten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zulten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zulten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou zulten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou zulten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) zulten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt zulten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou zulten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden zulten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden zulten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden zulten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gezult",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gezult",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gezult",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gezult",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gezult",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gezult",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gezult",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gezult",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gezult",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gezult",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gezult",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gezult",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gezult",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gezult",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gezult",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gezult",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gezult",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gezult hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt gezult",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is gezult",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd gezult",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was gezult",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gezult worden",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gezult zijn",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gezult worden",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gezult zijn",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult worden",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult zullen worden",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult zijn",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult zullen zijn",
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gezult te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt gezult",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden gezult",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd gezult",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden gezult",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gezult worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gezult worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezult worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gezult worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is gezult",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn gezult",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was gezult",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren gezult",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gezult zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gezult zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezult zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gezult zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zulten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "zul·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Dit vlees wordt gezult."
        }
      ],
      "glosses": [
        "inleggen in azijn, al of niet met zout"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-zulten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/9/98/Nl-zulten.ogg/Nl-zulten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-zulten.ogg"
    }
  ],
  "word": "zulten"
}

{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 6"
  ],
  "hyphenation": "zul·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "noun",
  "pos_title": "Zelfstandig naamwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands"
      ],
      "form_of": [
        {
          "word": "zulte"
        }
      ],
      "glosses": [
        "meervoud van het zelfstandig naamwoord zulte"
      ],
      "tags": [
        "form-of",
        "plural"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-zulten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/9/98/Nl-zulten.ogg/Nl-zulten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-zulten.ogg"
    }
  ],
  "word": "zulten"
}

Download raw JSONL data for zulten meaning in Nederlands (16.5kB)


This page is a part of the kaikki.org machine-readable Nederlands dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-12-21 from the nlwiktionary dump dated 2024-12-20 using wiktextract (d8cb2f3 and 4e554ae). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.