uitrichten in Nederlands

Audio: nl-uitrichten.ogg

[Show additional information ▼] [Hide additional information ▲]

Forms: richtte uit [past], uitgericht [past, participle], uit te richten [active, infinitive, imperfect, present], zullen uitrichten uit zullen richten [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen uitrichten uit te zullen richten [active, infinitive, imperfect, future], hebben uitgericht [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben uitgericht [active, infinitive, perfect, present], uitgericht zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], uitgericht te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], uitrichtend [imperfect, participle], uitgericht [past, participle], ev. richt uit [imperative], richt uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, first-person], richt uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], richt uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], richt uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], richt uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, third-person], richten uit [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, first-person], richten uit [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, second-person], richten uit [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, third-person], richtte uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, first-person], richtte uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], richtte uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], richtte uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], richtte uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, third-person], richtten uit [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, first-person], richtten uit [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, second-person], richtten uit [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, third-person], zal uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, first-person], zult uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, third-person], zullen uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, first-person], zullen uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, second-person], zullen uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, third-person], zou uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, first-person], zou uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou(dt) uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zoudt uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, third-person], zouden uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, first-person], zouden uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, second-person], zouden uitrichten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, third-person], uitricht [subordinate-clause, present], uitricht [subordinate-clause, present], uitricht [subordinate-clause, present], uitricht [subordinate-clause, present], uitricht [subordinate-clause, present], uitrichtte [subordinate-clause, past], uitrichtte [subordinate-clause, past], uitrichtte [subordinate-clause, past], uitrichtte [subordinate-clause, past], uitrichtte [subordinate-clause, past], uitrichtten [subordinate-clause, past], uitrichtten [subordinate-clause, past], uitrichtten [subordinate-clause, past], zal uitrichten uit zal richten [subordinate-clause, future], zult uitrichten uit zult/zal richten [subordinate-clause, future], zal uitrichten uit zult/zal richten [subordinate-clause, future], zult uitrichten uit zult/zal richten [subordinate-clause, future], zal uitrichten uit zult/zal richten [subordinate-clause, future], zult uitrichten uit zult richten [subordinate-clause, future], zal uitrichten uit zal richten [subordinate-clause, future], zullen uitrichten uit zullen richten [subordinate-clause, future], zullen uitrichten uit zullen richten [subordinate-clause, future], zullen uitrichten uit zullen richten [subordinate-clause, future], zou uitrichten uit zou richten [subordinate-clause, conditional], zou uitrichten uit zou richten [subordinate-clause, conditional], zou(dt) uitrichten uit zou(dt) richten [subordinate-clause, conditional], zoudt uitrichten uit zoudt richten [subordinate-clause, conditional], zou uitrichten uit zou richten [subordinate-clause, conditional], zouden uitrichten uit zouden richten [subordinate-clause, conditional], zouden uitrichten uit zouden richten [subordinate-clause, conditional], zouden uitrichten uit zouden richten [subordinate-clause, conditional], heb uitgericht [perfect, present, first-person], hebt uitgericht [perfect, present, second-person], hebt uitgericht [perfect, present, second-person], heeft uitgericht [perfect, present, second-person], hebt uitgericht [perfect, present, second-person], heeft uitgericht [perfect, present, third-person], hebben uitgericht [perfect, present, first-person], hebben uitgericht [perfect, present, second-person], hebben uitgericht [perfect, present, third-person], had uitgericht [perfect, past, first-person], had uitgericht [perfect, past, second-person], had uitgericht [perfect, past, second-person], hadt uitgericht [perfect, past, second-person], had uitgericht [perfect, past, third-person], hadden uitgericht [perfect, past, first-person], hadden uitgericht [perfect, past, second-person], hadden uitgericht [perfect, past, third-person], zal uitgericht hebben [perfect, future, first-person], zal uitgericht hebben [perfect, future, second-person], zult uitgericht hebben [perfect, future, second-person], zult uitgericht hebben [perfect, future, second-person], zal uitgericht hebben [perfect, future, second-person], zult uitgericht hebben [perfect, future, second-person], zal uitgericht hebben [perfect, future, third-person], zullen uitgericht hebben [perfect, future, first-person], zullen uitgericht hebben [perfect, future, second-person], zullen uitgericht hebben [perfect, future, third-person], zou uitgericht hebben [perfect, conditional, first-person], zou uitgericht hebben [perfect, conditional, second-person], zou uitgericht hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt uitgericht hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt uitgericht hebben [perfect, conditional, second-person], zou uitgericht hebben [perfect, conditional, third-person], zouden uitgericht hebben [perfect, conditional, first-person], zouden uitgericht hebben [perfect, conditional, second-person], zouden uitgericht hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt uitgericht [impersonal, passive, present, imperfect], er is uitgericht [impersonal, passive, present, perfect], er werd uitgericht [impersonal, passive, past, imperfect], er was uitgericht [impersonal, passive, past, perfect], er zal uitgericht worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal uitgericht zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou uitgericht worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou uitgericht zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], uitgericht worden [passive, infinitive, imperfect, present, short-form], uitgericht te worden [passive, infinitive, imperfect, present], uitgericht zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future, short-form], uitgericht te zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future], uitgericht zijn [passive, infinitive, perfect, present, short-form], uitgericht te zijn [passive, infinitive, perfect, present], uitgericht zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future, short-form], uitgericht te zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future], word uitgericht [singular, imperfect, present, first-person], wordt uitgericht [singular, imperfect, present, second-person], wordt uitgericht [singular, imperfect, present, second-person], wordt uitgericht [singular, imperfect, present, second-person], wordt uitgericht [singular, imperfect, present, plural, third-person], worden uitgericht [singular, imperfect, present, plural, first-person], worden uitgericht [singular, imperfect, present, plural, second-person], worden uitgericht [singular, imperfect, present, third-person], werd uitgericht [singular, imperfect, past, first-person], werd uitgericht [singular, imperfect, past, second-person], werd uitgericht [singular, imperfect, past, second-person], werdt uitgericht [singular, imperfect, past, second-person], werd uitgericht [singular, imperfect, past, plural, third-person], werden uitgericht [singular, imperfect, past, plural, first-person], werden uitgericht [singular, imperfect, past, plural, second-person], werden uitgericht [singular, imperfect, past, third-person], zal uitgericht worden [singular, imperfect, future, first-person], zult uitgericht worden [singular, imperfect, future, second-person], zult uitgericht worden [singular, imperfect, future, second-person], zult uitgericht worden [singular, imperfect, future, second-person], zal uitgericht worden [singular, imperfect, future, plural, third-person], zullen uitgericht worden [singular, imperfect, future, plural, first-person], zullen uitgericht worden [singular, imperfect, future, plural, second-person], zullen uitgericht worden [singular, imperfect, future, third-person], zou uitgericht worden [singular, imperfect, conditional, first-person], zou uitgericht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou uitgericht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt uitgericht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt uitgericht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou uitgericht worden [singular, imperfect, conditional, plural, third-person], zouden uitgericht worden [singular, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden uitgericht worden [singular, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden uitgericht worden [singular, imperfect, conditional, third-person], ben uitgericht [perfect, present, first-person], bent uitgericht [perfect, present, second-person], bent uitgericht [perfect, present, second-person], is uitgericht [perfect, present, second-person], zijt uitgericht [perfect, present, second-person], is uitgericht [perfect, present, third-person], zijn uitgericht [perfect, present, first-person], zijn uitgericht [perfect, present, second-person], zijn uitgericht [perfect, present, third-person], was uitgericht [perfect, past, first-person], was uitgericht [perfect, past, second-person], was uitgericht [perfect, past, second-person], waart uitgericht [perfect, past, second-person], was uitgericht [perfect, past, third-person], waren uitgericht [perfect, past, first-person], waren uitgericht [perfect, past, second-person], waren uitgericht [perfect, past, third-person], zal uitgericht zijn [perfect, future, first-person], zult uitgericht zijn [perfect, future, second-person], zult uitgericht zijn [perfect, future, second-person], zult uitgericht zijn [perfect, future, second-person], zal uitgericht zijn [perfect, future, third-person], zullen uitgericht zijn [perfect, future, first-person], zullen uitgericht zijn [perfect, future, second-person], zullen uitgericht zijn [perfect, future, third-person], zou uitgericht zijn [perfect, conditional, first-person], zou uitgericht zijn [perfect, conditional, second-person], zou uitgericht zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt uitgericht zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt uitgericht zijn [perfect, conditional, second-person], zou uitgericht zijn [perfect, conditional, third-person], zouden uitgericht zijn [perfect, conditional, first-person], zouden uitgericht zijn [perfect, conditional, second-person], zouden uitgericht zijn [perfect, conditional, third-person]

Inflected forms

[Show JSON for postprocessed kaikki.org data shown on this page ▼] [Hide JSON for postprocessed kaikki.org data shown on this page ▲]

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Samenstelling in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "uitrichting"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van uit en richten"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "richtte uit",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uit te richten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitrichten\nuit zullen richten",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen uitrichten\nuit te zullen richten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgericht",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben uitgericht",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht zullen hebben",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtend",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n richt uit",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "richt uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richt uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richt uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richt uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richt uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richten uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richten uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richten uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richtte uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richtte uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richtte uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richtte uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richtte uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richtten uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richtten uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richtten uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitrichten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitrichten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitrichten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitrichten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitrichten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitrichten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitrichten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitrichten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitrichten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitrichten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitrichten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitrichten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitrichten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitrichten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitrichten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitrichten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitrichten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitrichten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "uitricht",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitricht",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitricht",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitricht",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitricht",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitrichten\nuit zal richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitrichten\nuit zult/zal richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitrichten\nuit zult/zal richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitrichten\nuit zult/zal richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitrichten\nuit zult/zal richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitrichten\nuit zult richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitrichten\nuit zal richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitrichten\nuit zullen richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitrichten\nuit zullen richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitrichten\nuit zullen richten",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitrichten\nuit zou richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitrichten\nuit zou richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitrichten\nuit zou(dt) richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitrichten\nuit zoudt richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitrichten\nuit zou richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitrichten\nuit zouden richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitrichten\nuit zouden richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitrichten\nuit zouden richten",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb uitgericht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitgericht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitgericht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgericht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgericht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgericht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgericht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgericht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt uitgericht",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is uitgericht",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd uitgericht",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was uitgericht",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal uitgericht worden",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal uitgericht zijn",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou uitgericht worden",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou uitgericht zijn",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht worden",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht zullen worden",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht zijn",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht zullen zijn",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word uitgericht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd uitgericht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd uitgericht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd uitgericht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben uitgericht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent uitgericht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is uitgericht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is uitgericht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn uitgericht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn uitgericht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was uitgericht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was uitgericht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart uitgericht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was uitgericht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren uitgericht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren uitgericht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "uit·rich·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "related": [
    {
      "word": "aanmaken"
    },
    {
      "word": "bedrijven"
    },
    {
      "word": "uitbrengen"
    }
  ],
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "ten uitvoer brengen, uitvoeren, doen, maken"
      ],
      "id": "nl-uitrichten-nl-verb-4PlvGZzL",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    },
    {
      "examples": [
        {
          "text": "Voor het nauwkeurig uitrichten van een schotelantenne zijn diverse hulpmiddelen beschikbaar."
        }
      ],
      "glosses": [
        "iets op zijn juiste plaats brengen of in zijn juiste stand zetten"
      ],
      "id": "nl-uitrichten-nl-verb-axkDAGkn"
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-uitrichten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/f/f9/Nl-uitrichten.ogg/Nl-uitrichten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-uitrichten.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "word": "act"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "word": "do"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "word": "make"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "word": "perform"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "word": "hacer"
    }
  ],
  "word": "uitrichten"
}

[Show JSON for raw wiktextract data ▼] [Hide JSON for raw wiktextract data ▲]

{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Samenstelling in het Nederlands",
    "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
    "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands"
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "uitrichting"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van uit en richten"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "richtte uit",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uit te richten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitrichten\nuit zullen richten",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen uitrichten\nuit te zullen richten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgericht",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben uitgericht",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht zullen hebben",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtend",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n richt uit",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "richt uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richt uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richt uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richt uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richt uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richten uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richten uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richten uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richtte uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richtte uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richtte uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richtte uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richtte uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richtten uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richtten uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "richtten uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitrichten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitrichten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitrichten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitrichten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitrichten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitrichten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitrichten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitrichten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitrichten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitrichten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitrichten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitrichten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitrichten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitrichten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitrichten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitrichten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitrichten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitrichten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "uitricht",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitricht",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitricht",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitricht",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitricht",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtte",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitrichtten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitrichten\nuit zal richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitrichten\nuit zult/zal richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitrichten\nuit zult/zal richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitrichten\nuit zult/zal richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitrichten\nuit zult/zal richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitrichten\nuit zult richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitrichten\nuit zal richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitrichten\nuit zullen richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitrichten\nuit zullen richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitrichten\nuit zullen richten",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitrichten\nuit zou richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitrichten\nuit zou richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitrichten\nuit zou(dt) richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitrichten\nuit zoudt richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitrichten\nuit zou richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitrichten\nuit zouden richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitrichten\nuit zouden richten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitrichten\nuit zouden richten",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb uitgericht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitgericht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitgericht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgericht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgericht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgericht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgericht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgericht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt uitgericht",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is uitgericht",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd uitgericht",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was uitgericht",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal uitgericht worden",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal uitgericht zijn",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou uitgericht worden",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou uitgericht zijn",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht worden",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht zullen worden",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht zijn",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht zullen zijn",
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgericht te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word uitgericht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd uitgericht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd uitgericht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd uitgericht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden uitgericht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben uitgericht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent uitgericht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is uitgericht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt uitgericht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is uitgericht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn uitgericht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn uitgericht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was uitgericht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was uitgericht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart uitgericht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was uitgericht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren uitgericht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren uitgericht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren uitgericht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgericht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitrichten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "uit·rich·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "related": [
    {
      "word": "aanmaken"
    },
    {
      "word": "bedrijven"
    },
    {
      "word": "uitbrengen"
    }
  ],
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "ten uitvoer brengen, uitvoeren, doen, maken"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    },
    {
      "examples": [
        {
          "text": "Voor het nauwkeurig uitrichten van een schotelantenne zijn diverse hulpmiddelen beschikbaar."
        }
      ],
      "glosses": [
        "iets op zijn juiste plaats brengen of in zijn juiste stand zetten"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-uitrichten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/f/f9/Nl-uitrichten.ogg/Nl-uitrichten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-uitrichten.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "word": "act"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "word": "do"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "word": "make"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "word": "perform"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "word": "hacer"
    }
  ],
  "word": "uitrichten"
}

"uitrichten" meaning in Nederlands

Verb

Inflected forms