"uitpraten" meaning in Nederlands

See uitpraten in All languages combined, or Wiktionary

Verb

Audio: nl-uitpraten.ogg
Forms: praatte uit [past], uitgepraat [past, participle], uit te praten [active, infinitive, imperfect, present], zullen uitpraten uit zullen praten [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen uitpraten uit te zullen praten [active, infinitive, imperfect, future], hebben uitgepraat [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben uitgepraat [active, infinitive, perfect, present], uitgepraat zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], uitgepraat te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], uitpratend [imperfect, participle], uitgepraat [past, participle], ev. praat uit [imperative], praat uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, first-person], praat uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], praat uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], praat uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], praat uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, third-person], praten uit [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, first-person], praten uit [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, second-person], praten uit [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, third-person], praatte uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, first-person], praatte uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], praatte uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], praatte uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], praatte uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, third-person], praatten uit [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, first-person], praatten uit [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, second-person], praatten uit [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, third-person], zal uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, first-person], zult uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, third-person], zullen uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, first-person], zullen uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, second-person], zullen uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, third-person], zou uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, first-person], zou uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou(dt) uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zoudt uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, third-person], zouden uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, first-person], zouden uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, second-person], zouden uitpraten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, third-person], uitpraat [subordinate-clause, present], uitpraat [subordinate-clause, present], uitpraat [subordinate-clause, present], uitpraat [subordinate-clause, present], uitpraat [subordinate-clause, present], uitpraatte [subordinate-clause, past], uitpraatte [subordinate-clause, past], uitpraatte [subordinate-clause, past], uitpraatte [subordinate-clause, past], uitpraatte [subordinate-clause, past], uitpraatten [subordinate-clause, past], uitpraatten [subordinate-clause, past], uitpraatten [subordinate-clause, past], zal uitpraten uit zal praten [subordinate-clause, future], zult uitpraten uit zult/zal praten [subordinate-clause, future], zal uitpraten uit zult/zal praten [subordinate-clause, future], zult uitpraten uit zult/zal praten [subordinate-clause, future], zal uitpraten uit zult/zal praten [subordinate-clause, future], zult uitpraten uit zult praten [subordinate-clause, future], zal uitpraten uit zal praten [subordinate-clause, future], zullen uitpraten uit zullen praten [subordinate-clause, future], zullen uitpraten uit zullen praten [subordinate-clause, future], zullen uitpraten uit zullen praten [subordinate-clause, future], zou uitpraten uit zou praten [subordinate-clause, conditional], zou uitpraten uit zou praten [subordinate-clause, conditional], zou(dt) uitpraten uit zou(dt) praten [subordinate-clause, conditional], zoudt uitpraten uit zoudt praten [subordinate-clause, conditional], zou uitpraten uit zou praten [subordinate-clause, conditional], zouden uitpraten uit zouden praten [subordinate-clause, conditional], zouden uitpraten uit zouden praten [subordinate-clause, conditional], zouden uitpraten uit zouden praten [subordinate-clause, conditional], heb uitgepraat [perfect, present, first-person], hebt uitgepraat [perfect, present, second-person], hebt uitgepraat [perfect, present, second-person], heeft uitgepraat [perfect, present, second-person], hebt uitgepraat [perfect, present, second-person], heeft uitgepraat [perfect, present, third-person], hebben uitgepraat [perfect, present, first-person], hebben uitgepraat [perfect, present, second-person], hebben uitgepraat [perfect, present, third-person], had uitgepraat [perfect, past, first-person], had uitgepraat [perfect, past, second-person], had uitgepraat [perfect, past, second-person], hadt uitgepraat [perfect, past, second-person], had uitgepraat [perfect, past, third-person], hadden uitgepraat [perfect, past, first-person], hadden uitgepraat [perfect, past, second-person], hadden uitgepraat [perfect, past, third-person], zal uitgepraat hebben [perfect, future, first-person], zal uitgepraat hebben [perfect, future, second-person], zult uitgepraat hebben [perfect, future, second-person], zult uitgepraat hebben [perfect, future, second-person], zal uitgepraat hebben [perfect, future, second-person], zult uitgepraat hebben [perfect, future, second-person], zal uitgepraat hebben [perfect, future, third-person], zullen uitgepraat hebben [perfect, future, first-person], zullen uitgepraat hebben [perfect, future, second-person], zullen uitgepraat hebben [perfect, future, third-person], zou uitgepraat hebben [perfect, conditional, first-person], zou uitgepraat hebben [perfect, conditional, second-person], zou uitgepraat hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt uitgepraat hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt uitgepraat hebben [perfect, conditional, second-person], zou uitgepraat hebben [perfect, conditional, third-person], zouden uitgepraat hebben [perfect, conditional, first-person], zouden uitgepraat hebben [perfect, conditional, second-person], zouden uitgepraat hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt uitgepraat [impersonal, passive, present, imperfect], er is uitgepraat [impersonal, passive, present, perfect], er werd uitgepraat [impersonal, passive, past, imperfect], er was uitgepraat [impersonal, passive, past, perfect], er zal uitgepraat worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal uitgepraat zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou uitgepraat worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou uitgepraat zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], uitgepraat worden [passive, infinitive, imperfect, present, short-form], uitgepraat te worden [passive, infinitive, imperfect, present], uitgepraat zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future, short-form], uitgepraat te zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future], uitgepraat zijn [passive, infinitive, perfect, present, short-form], uitgepraat te zijn [passive, infinitive, perfect, present], uitgepraat zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future, short-form], uitgepraat te zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future], word uitgepraat [singular, imperfect, present, first-person], wordt uitgepraat [singular, imperfect, present, second-person], wordt uitgepraat [singular, imperfect, present, second-person], wordt uitgepraat [singular, imperfect, present, second-person], wordt uitgepraat [singular, imperfect, present, plural, third-person], worden uitgepraat [singular, imperfect, present, plural, first-person], worden uitgepraat [singular, imperfect, present, plural, second-person], worden uitgepraat [singular, imperfect, present, third-person], werd uitgepraat [singular, imperfect, past, first-person], werd uitgepraat [singular, imperfect, past, second-person], werd uitgepraat [singular, imperfect, past, second-person], werdt uitgepraat [singular, imperfect, past, second-person], werd uitgepraat [singular, imperfect, past, plural, third-person], werden uitgepraat [singular, imperfect, past, plural, first-person], werden uitgepraat [singular, imperfect, past, plural, second-person], werden uitgepraat [singular, imperfect, past, third-person], zal uitgepraat worden [singular, imperfect, future, first-person], zult uitgepraat worden [singular, imperfect, future, second-person], zult uitgepraat worden [singular, imperfect, future, second-person], zult uitgepraat worden [singular, imperfect, future, second-person], zal uitgepraat worden [singular, imperfect, future, plural, third-person], zullen uitgepraat worden [singular, imperfect, future, plural, first-person], zullen uitgepraat worden [singular, imperfect, future, plural, second-person], zullen uitgepraat worden [singular, imperfect, future, third-person], zou uitgepraat worden [singular, imperfect, conditional, first-person], zou uitgepraat worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou uitgepraat worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt uitgepraat worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt uitgepraat worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou uitgepraat worden [singular, imperfect, conditional, plural, third-person], zouden uitgepraat worden [singular, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden uitgepraat worden [singular, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden uitgepraat worden [singular, imperfect, conditional, third-person], ben uitgepraat [perfect, present, first-person], bent uitgepraat [perfect, present, second-person], bent uitgepraat [perfect, present, second-person], is uitgepraat [perfect, present, second-person], zijt uitgepraat [perfect, present, second-person], is uitgepraat [perfect, present, third-person], zijn uitgepraat [perfect, present, first-person], zijn uitgepraat [perfect, present, second-person], zijn uitgepraat [perfect, present, third-person], was uitgepraat [perfect, past, first-person], was uitgepraat [perfect, past, second-person], was uitgepraat [perfect, past, second-person], waart uitgepraat [perfect, past, second-person], was uitgepraat [perfect, past, third-person], waren uitgepraat [perfect, past, first-person], waren uitgepraat [perfect, past, second-person], waren uitgepraat [perfect, past, third-person], zal uitgepraat zijn [perfect, future, first-person], zult uitgepraat zijn [perfect, future, second-person], zult uitgepraat zijn [perfect, future, second-person], zult uitgepraat zijn [perfect, future, second-person], zal uitgepraat zijn [perfect, future, third-person], zullen uitgepraat zijn [perfect, future, first-person], zullen uitgepraat zijn [perfect, future, second-person], zullen uitgepraat zijn [perfect, future, third-person], zou uitgepraat zijn [perfect, conditional, first-person], zou uitgepraat zijn [perfect, conditional, second-person], zou uitgepraat zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt uitgepraat zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt uitgepraat zijn [perfect, conditional, second-person], zou uitgepraat zijn [perfect, conditional, third-person], zouden uitgepraat zijn [perfect, conditional, first-person], zouden uitgepraat zijn [perfect, conditional, second-person], zouden uitgepraat zijn [perfect, conditional, third-person]
  1. niets meer te vertellen hebben
    Sense id: nl-uitpraten-nl-verb-zdihD2u3
  2. zonder onderbreking een verhaal afmaken
    Sense id: nl-uitpraten-nl-verb-IMZqppcS
  3. iets bespreken tot er een conclusie getrokken wordt
    Sense id: nl-uitpraten-nl-verb-e2bBzRtV
The following are not (yet) sense-disambiguated
Synonyms: bijleggen
Categories (other): Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Samenstelling in het Nederlands, Scheidbaar werkwoord in het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 9, Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Samenstelling in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 9",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van uit bw en praten ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "praatte uit",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uit te praten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitpraten\nuit zullen praten",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen uitpraten\nuit te zullen praten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgepraat",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat zullen hebben",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpratend",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n praat uit",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "praat uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praat uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praat uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praat uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praat uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praten uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praten uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praten uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praatte uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praatte uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praatte uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praatte uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praatte uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praatten uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praatten uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praatten uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitpraten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitpraten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitpraten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitpraten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitpraten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitpraten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitpraten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitpraten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitpraten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitpraten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitpraten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitpraten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitpraten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitpraten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitpraten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitpraten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitpraten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitpraten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraat",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraat",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraat",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraat",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraat",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraatte",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraatte",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraatte",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraatte",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraatte",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraatten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraatten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraatten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitpraten\nuit zal praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitpraten\nuit zult/zal praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitpraten\nuit zult/zal praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitpraten\nuit zult/zal praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitpraten\nuit zult/zal praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitpraten\nuit zult praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitpraten\nuit zal praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitpraten\nuit zullen praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitpraten\nuit zullen praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitpraten\nuit zullen praten",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitpraten\nuit zou praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitpraten\nuit zou praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitpraten\nuit zou(dt) praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitpraten\nuit zoudt praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitpraten\nuit zou praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitpraten\nuit zouden praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitpraten\nuit zouden praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitpraten\nuit zouden praten",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt uitgepraat",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is uitgepraat",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd uitgepraat",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was uitgepraat",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal uitgepraat worden",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal uitgepraat zijn",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou uitgepraat worden",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou uitgepraat zijn",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat worden",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat zullen worden",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat zijn",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat zullen zijn",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "uit·pra·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "examples": [
        {
          "text": "Na uren zijn we nog niet uitgepraat."
        },
        {
          "text": "Hij raakte niet uitgepraat over zijn hobby."
        }
      ],
      "glosses": [
        "niets meer te vertellen hebben"
      ],
      "id": "nl-uitpraten-nl-verb-zdihD2u3"
    },
    {
      "examples": [
        {
          "text": "Laat u me even uitpraten?"
        },
        {
          "text": "Maar dat ze me niet lieten uitpraten. Daar ging het mij om. Ik wilde gewoon uitpraten. De zaken uitpraten. Uitpraten. Mijn zegje doen. Wat konden mij die badkamerproducten schelen? Ik wilde alleen maar geld. Geld, in ruil voor het acht uur lang aanprijzen van badkamerproducten. Laat me dan toch uitpraten!"
        }
      ],
      "glosses": [
        "zonder onderbreking een verhaal afmaken"
      ],
      "id": "nl-uitpraten-nl-verb-IMZqppcS"
    },
    {
      "examples": [
        {
          "text": "We hebben het probleem uitgepraat."
        }
      ],
      "glosses": [
        "iets bespreken tot er een conclusie getrokken wordt"
      ],
      "id": "nl-uitpraten-nl-verb-e2bBzRtV"
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-uitpraten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/a/af/Nl-uitpraten.ogg/Nl-uitpraten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-uitpraten.ogg"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "sense_index": 3,
      "word": "bijleggen"
    }
  ],
  "word": "uitpraten"
}

{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Samenstelling in het Nederlands",
    "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 9",
    "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van uit bw en praten ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "praatte uit",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uit te praten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitpraten\nuit zullen praten",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen uitpraten\nuit te zullen praten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgepraat",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat zullen hebben",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpratend",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n praat uit",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "praat uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praat uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praat uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praat uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praat uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praten uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praten uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praten uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praatte uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praatte uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praatte uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praatte uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praatte uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praatten uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praatten uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "praatten uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitpraten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitpraten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitpraten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitpraten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitpraten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitpraten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitpraten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitpraten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitpraten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitpraten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitpraten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitpraten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitpraten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitpraten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitpraten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitpraten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitpraten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitpraten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraat",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraat",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraat",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraat",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraat",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraatte",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraatte",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraatte",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraatte",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraatte",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraatten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraatten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitpraatten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitpraten\nuit zal praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitpraten\nuit zult/zal praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitpraten\nuit zult/zal praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitpraten\nuit zult/zal praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitpraten\nuit zult/zal praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitpraten\nuit zult praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitpraten\nuit zal praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitpraten\nuit zullen praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitpraten\nuit zullen praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitpraten\nuit zullen praten",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitpraten\nuit zou praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitpraten\nuit zou praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitpraten\nuit zou(dt) praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitpraten\nuit zoudt praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitpraten\nuit zou praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitpraten\nuit zouden praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitpraten\nuit zouden praten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitpraten\nuit zouden praten",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt uitgepraat",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is uitgepraat",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd uitgepraat",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was uitgepraat",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal uitgepraat worden",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal uitgepraat zijn",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou uitgepraat worden",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou uitgepraat zijn",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat worden",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat zullen worden",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat zijn",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat zullen zijn",
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgepraat te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren uitgepraat",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgepraat zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitpraten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "uit·pra·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "examples": [
        {
          "text": "Na uren zijn we nog niet uitgepraat."
        },
        {
          "text": "Hij raakte niet uitgepraat over zijn hobby."
        }
      ],
      "glosses": [
        "niets meer te vertellen hebben"
      ]
    },
    {
      "examples": [
        {
          "text": "Laat u me even uitpraten?"
        },
        {
          "text": "Maar dat ze me niet lieten uitpraten. Daar ging het mij om. Ik wilde gewoon uitpraten. De zaken uitpraten. Uitpraten. Mijn zegje doen. Wat konden mij die badkamerproducten schelen? Ik wilde alleen maar geld. Geld, in ruil voor het acht uur lang aanprijzen van badkamerproducten. Laat me dan toch uitpraten!"
        }
      ],
      "glosses": [
        "zonder onderbreking een verhaal afmaken"
      ]
    },
    {
      "examples": [
        {
          "text": "We hebben het probleem uitgepraat."
        }
      ],
      "glosses": [
        "iets bespreken tot er een conclusie getrokken wordt"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-uitpraten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/a/af/Nl-uitpraten.ogg/Nl-uitpraten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-uitpraten.ogg"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "sense_index": 3,
      "word": "bijleggen"
    }
  ],
  "word": "uitpraten"
}

Download raw JSONL data for uitpraten meaning in Nederlands (29.6kB)

This page is a part of the kaikki.org machine-readable Nederlands dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-02-06 from the nlwiktionary dump dated 2025-02-02 using wiktextract (0ee4b87 and 9dbd323). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.