"uitbetalen" meaning in Nederlands

See uitbetalen in All languages combined, or Wiktionary

Verb

Audio: nl-uitbetalen.ogg
Forms: betaalde uit [past], uitbetaald [past, participle], uit te betalen [active, infinitive, imperfect, present], zullen uitbetalen uit zullen betalen [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen uitbetalen uit te zullen betalen [active, infinitive, imperfect, future], hebben uitbetaald [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben uitbetaald [active, infinitive, perfect, present], uitbetaald zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], uitbetaald te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], uitbetalend [imperfect, participle], uitbetaald [past, participle], ev. betaal uit [imperative], betaal uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, first-person], betaalt uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], betaalt uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], betaalt uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], betaalt uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, third-person], betalen uit [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, first-person], betalen uit [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, second-person], betalen uit [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, third-person], betaalde uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, first-person], betaalde uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], betaalde uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], betaalde uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], betaalde uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, third-person], betaalden uit [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, first-person], betaalden uit [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, second-person], betaalden uit [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, third-person], zal uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, first-person], zult uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, third-person], zullen uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, first-person], zullen uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, second-person], zullen uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, third-person], zou uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, first-person], zou uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou(dt) uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zoudt uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, third-person], zouden uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, first-person], zouden uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, second-person], zouden uitbetalen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, third-person], uitbetaal [subordinate-clause, present], uitbetaalt [subordinate-clause, present], uitbetaalt [subordinate-clause, present], uitbetaalt [subordinate-clause, present], uitbetaalt [subordinate-clause, present], uitbetaalde [subordinate-clause, past], uitbetaalde [subordinate-clause, past], uitbetaalde [subordinate-clause, past], uitbetaalde [subordinate-clause, past], uitbetaalde [subordinate-clause, past], uitbetaalden [subordinate-clause, past], uitbetaalden [subordinate-clause, past], uitbetaalden [subordinate-clause, past], zal uitbetalen uit zal betalen [subordinate-clause, future], zult uitbetalen uit zult/zal betalen [subordinate-clause, future], zal uitbetalen uit zult/zal betalen [subordinate-clause, future], zult uitbetalen uit zult/zal betalen [subordinate-clause, future], zal uitbetalen uit zult/zal betalen [subordinate-clause, future], zult uitbetalen uit zult betalen [subordinate-clause, future], zal uitbetalen uit zal betalen [subordinate-clause, future], zullen uitbetalen uit zullen betalen [subordinate-clause, future], zullen uitbetalen uit zullen betalen [subordinate-clause, future], zullen uitbetalen uit zullen betalen [subordinate-clause, future], zou uitbetalen uit zou betalen [subordinate-clause, conditional], zou uitbetalen uit zou betalen [subordinate-clause, conditional], zou(dt) uitbetalen uit zou(dt) betalen [subordinate-clause, conditional], zoudt uitbetalen uit zoudt betalen [subordinate-clause, conditional], zou uitbetalen uit zou betalen [subordinate-clause, conditional], zouden uitbetalen uit zouden betalen [subordinate-clause, conditional], zouden uitbetalen uit zouden betalen [subordinate-clause, conditional], zouden uitbetalen uit zouden betalen [subordinate-clause, conditional], heb uitbetaald [perfect, present, first-person], hebt uitbetaald [perfect, present, second-person], hebt uitbetaald [perfect, present, second-person], heeft uitbetaald [perfect, present, second-person], hebt uitbetaald [perfect, present, second-person], heeft uitbetaald [perfect, present, third-person], hebben uitbetaald [perfect, present, first-person], hebben uitbetaald [perfect, present, second-person], hebben uitbetaald [perfect, present, third-person], had uitbetaald [perfect, past, first-person], had uitbetaald [perfect, past, second-person], had uitbetaald [perfect, past, second-person], hadt uitbetaald [perfect, past, second-person], had uitbetaald [perfect, past, third-person], hadden uitbetaald [perfect, past, first-person], hadden uitbetaald [perfect, past, second-person], hadden uitbetaald [perfect, past, third-person], zal uitbetaald hebben [perfect, future, first-person], zal uitbetaald hebben [perfect, future, second-person], zult uitbetaald hebben [perfect, future, second-person], zult uitbetaald hebben [perfect, future, second-person], zal uitbetaald hebben [perfect, future, second-person], zult uitbetaald hebben [perfect, future, second-person], zal uitbetaald hebben [perfect, future, third-person], zullen uitbetaald hebben [perfect, future, first-person], zullen uitbetaald hebben [perfect, future, second-person], zullen uitbetaald hebben [perfect, future, third-person], zou uitbetaald hebben [perfect, conditional, first-person], zou uitbetaald hebben [perfect, conditional, second-person], zou uitbetaald hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt uitbetaald hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt uitbetaald hebben [perfect, conditional, second-person], zou uitbetaald hebben [perfect, conditional, third-person], zouden uitbetaald hebben [perfect, conditional, first-person], zouden uitbetaald hebben [perfect, conditional, second-person], zouden uitbetaald hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt uitbetaald [impersonal, passive, present, imperfect], er is uitbetaald [impersonal, passive, present, perfect], er werd uitbetaald [impersonal, passive, past, imperfect], er was uitbetaald [impersonal, passive, past, perfect], er zal uitbetaald worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal uitbetaald zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou uitbetaald worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou uitbetaald zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], zal me uitbetalen [first-person, future, singular], zullen ons uitbetalen [first-person, future, plural], zal, zult je uitbetalen [second-person, future, singular], zullen je uitbetalen [second-person, future, plural], zult zich/u uitbetalen [second-person, future, plural], zult zich/u uitbetalen [second-person], zult u uitbetalen [second-person, future, plural], zult u uitbetalen [second-person], zal zich uitbetalen [third-person, future, singular], zullen zich uitbetalen [third-person, future, plural], zich uitbetalend [imperfect, participle], zich uitbetaald hebben [past], betaal u/je uit, betaalt je uit [imperative]
  1. geld geven om de kosten te voldoen Tags: ditransitive
    Sense id: nl-uitbetalen-nl-verb-KZISiC3D Categories (other): Ditransitief werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Categories (other): Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Samenstelling in het Nederlands, Scheidbaar werkwoord in het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 10, Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Samenstelling in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van uit bw en betalen ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "betaalde uit",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaald",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uit te betalen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetalen\nuit zullen betalen",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen uitbetalen\nuit te zullen betalen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitbetaald",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaald zullen hebben",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaald te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetalend",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaald",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n betaal uit",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "betaal uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalt uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalt uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalt uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalt uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betalen uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betalen uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betalen uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalde uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalde uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalde uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalde uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalde uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalden uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalden uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalden uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaal",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalt",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalt",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalt",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalde",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalde",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalde",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalde",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalde",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalden",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalden",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalden",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetalen\nuit zal betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetalen\nuit zult/zal betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetalen\nuit zult/zal betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetalen\nuit zult/zal betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetalen\nuit zult/zal betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetalen\nuit zult betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetalen\nuit zal betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetalen\nuit zullen betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetalen\nuit zullen betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetalen\nuit zullen betalen",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetalen\nuit zou betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetalen\nuit zou betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitbetalen\nuit zou(dt) betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitbetalen\nuit zoudt betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetalen\nuit zou betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetalen\nuit zouden betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetalen\nuit zouden betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetalen\nuit zouden betalen",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt uitbetaald",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is uitbetaald",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd uitbetaald",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was uitbetaald",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal uitbetaald worden",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal uitbetaald zijn",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou uitbetaald worden",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou uitbetaald zijn",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "zal me uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen ons uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zal, zult je uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen je uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zich/u uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zich/u uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult u uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult u uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge\ngijlieden"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zich uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zich uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zich uitbetalend",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "zich uitbetaald hebben",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "betaal u/je uit, betaalt je uit",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "uit·be·ta·len",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Ditransitief werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Ze hebben zijn salaris net op het juiste moment uitbetaald."
        }
      ],
      "glosses": [
        "geld geven om de kosten te voldoen"
      ],
      "id": "nl-uitbetalen-nl-verb-KZISiC3D",
      "tags": [
        "ditransitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-uitbetalen.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/b/bb/Nl-uitbetalen.ogg/Nl-uitbetalen.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-uitbetalen.ogg"
    }
  ],
  "word": "uitbetalen"
}

{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Samenstelling in het Nederlands",
    "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
    "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van uit bw en betalen ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "betaalde uit",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaald",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uit te betalen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetalen\nuit zullen betalen",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen uitbetalen\nuit te zullen betalen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitbetaald",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaald zullen hebben",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaald te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetalend",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaald",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n betaal uit",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "betaal uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalt uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalt uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalt uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalt uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betalen uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betalen uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betalen uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalde uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalde uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalde uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalde uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalde uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalden uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalden uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "betaalden uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaal",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalt",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalt",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalt",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalde",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalde",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalde",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalde",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalde",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalden",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalden",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbetaalden",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetalen\nuit zal betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetalen\nuit zult/zal betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetalen\nuit zult/zal betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetalen\nuit zult/zal betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetalen\nuit zult/zal betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetalen\nuit zult betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetalen\nuit zal betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetalen\nuit zullen betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetalen\nuit zullen betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetalen\nuit zullen betalen",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetalen\nuit zou betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetalen\nuit zou betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitbetalen\nuit zou(dt) betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitbetalen\nuit zoudt betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetalen\nuit zou betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetalen\nuit zouden betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetalen\nuit zouden betalen",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetalen\nuit zouden betalen",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitbetaald",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbetaald hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt uitbetaald",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is uitbetaald",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd uitbetaald",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was uitbetaald",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal uitbetaald worden",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal uitbetaald zijn",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou uitbetaald worden",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou uitbetaald zijn",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "zal me uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen ons uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zal, zult je uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen je uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zich/u uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zich/u uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult u uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult u uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge\ngijlieden"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zich uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zich uitbetalen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zich uitbetalend",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "zich uitbetaald hebben",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "betaal u/je uit, betaalt je uit",
      "source": "uitbetalen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "uit·be·ta·len",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Ditransitief werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Ze hebben zijn salaris net op het juiste moment uitbetaald."
        }
      ],
      "glosses": [
        "geld geven om de kosten te voldoen"
      ],
      "tags": [
        "ditransitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-uitbetalen.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/b/bb/Nl-uitbetalen.ogg/Nl-uitbetalen.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-uitbetalen.ogg"
    }
  ],
  "word": "uitbetalen"
}

Download raw JSONL data for uitbetalen meaning in Nederlands (20.2kB)

This page is a part of the kaikki.org machine-readable Nederlands dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-02-06 from the nlwiktionary dump dated 2025-02-02 using wiktextract (0ee4b87 and 9dbd323). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.