"telefoneren" meaning in Nederlands

See telefoneren in All languages combined, or Wiktionary

Verb

IPA: /ˌtelefoˈneːrən/ Audio: nl-telefoneren.ogg
Forms: telefoneerde [past], getelefoneerd [past, participle], te telefoneren [active, infinitive, imperfect, present, long-form], zullen telefoneren [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen telefoneren [active, infinitive, imperfect, future, long-form], hebben getelefoneerd [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben getelefoneerd [active, infinitive, perfect, present, long-form], getelefoneerd zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], getelefoneerd te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, long-form], telefonerend [imperfect, participle], getelefoneerd [past, participle], ev. telefoneer [imperative], telefonere [subjunctive], telefoneer [indicative, imperfect, present, singular, first-person], telefoneert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], telefoneert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], telefoneert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], telefoneert [indicative, imperfect, present, singular, third-person], telefoneerde [indicative, imperfect, past, singular, first-person], telefoneerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], telefoneerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], telefoneerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], telefoneerde [indicative, imperfect, past, singular, third-person], telefoneerden [indicative, imperfect, past, plural, first-person], telefoneerden [indicative, imperfect, past, plural, second-person], telefoneerden [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal telefoneren [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult telefoneren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal telefoneren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult telefoneren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal telefoneren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult telefoneren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal telefoneren [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen telefoneren [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen telefoneren [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen telefoneren [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou telefoneren [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou telefoneren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) telefoneren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt telefoneren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou telefoneren [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden telefoneren [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden telefoneren [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden telefoneren [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb getelefoneerd [perfect, present, first-person], hebt getelefoneerd [perfect, present, second-person], hebt getelefoneerd [perfect, present, second-person], heeft getelefoneerd [perfect, present, second-person], hebt getelefoneerd [perfect, present, second-person], heeft getelefoneerd [perfect, present, third-person], hebben getelefoneerd [perfect, present, first-person], hebben getelefoneerd [perfect, present, second-person], hebben getelefoneerd [perfect, present, third-person], had getelefoneerd [perfect, past, first-person], had getelefoneerd [perfect, past, second-person], had getelefoneerd [perfect, past, second-person], hadt getelefoneerd [perfect, past, second-person], had getelefoneerd [perfect, past, third-person], hadden getelefoneerd [perfect, past, first-person], hadden getelefoneerd [perfect, past, second-person], hadden getelefoneerd [perfect, past, third-person], zal getelefoneerd hebben [perfect, future, first-person], zal getelefoneerd hebben [perfect, future, second-person], zult getelefoneerd hebben [perfect, future, second-person], zult getelefoneerd hebben [perfect, future, second-person], zal getelefoneerd hebben [perfect, future, second-person], zult getelefoneerd hebben [perfect, future, second-person], zal getelefoneerd hebben [perfect, future, third-person], zullen getelefoneerd hebben [perfect, future, first-person], zullen getelefoneerd hebben [perfect, future, second-person], zullen getelefoneerd hebben [perfect, future, third-person], zou getelefoneerd hebben [perfect, conditional, first-person], zou getelefoneerd hebben [perfect, conditional, second-person], zou getelefoneerd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt getelefoneerd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt getelefoneerd hebben [perfect, conditional, second-person], zou getelefoneerd hebben [perfect, conditional, third-person], zouden getelefoneerd hebben [perfect, conditional, first-person], zouden getelefoneerd hebben [perfect, conditional, second-person], zouden getelefoneerd hebben [perfect, conditional, third-person]
  1. een telefoon gebruiken Tags: unergative
    Sense id: nl-telefoneren-nl-verb-F1WpXXPo Categories (other): Inergatief werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Synonyms: bellen, opbellen Translations (een telefoon gebruiken): telefonere (Deens), telefonieren (Duits), telephone (Engels), phone (Engels), call (Engels), telefoni (Esperanto), soittaa (Fins), téléphoner (Frans), telefonál (Hongaars), telefonar (Ido), telefonare (Italiaans), telefonować (Pools), telefonar (Portugees), telefonear (Spaans), llamar (Spaans), llamar por teléfono (Spaans), telefonera (Zweeds), ringa (Zweeds)
Categories (other): Achtervoegsel -eren in het Nederlands, Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands, Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, WikiWoordenboek:Wikilink, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met IPA-weergave, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 11, Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands, Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Achtervoegsel -eren in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "WikiWoordenboek:Wikilink",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "afgeleid van het Franse téléphoner met het achtervoegsel -eren"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "telefoneerde",
      "ipa": "/ˌtelefoˈneːrdə/",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "getelefoneerd",
      "ipa": "(NL) /ɣəˌtelefoˈneːrt/",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te telefoneren",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "long-form"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen telefoneren",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen telefoneren",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "long-form"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben getelefoneerd",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben getelefoneerd",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "long-form"
      ]
    },
    {
      "form": "getelefoneerd zullen hebben",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "getelefoneerd te zullen hebben",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "long-form"
      ]
    },
    {
      "form": "telefonerend",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "getelefoneerd",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n telefoneer",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "telefonere",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\ntelefoneert"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneer",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneerde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneerde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneerde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneerde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneerde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneerden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneerden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneerden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal telefoneren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult telefoneren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal telefoneren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult telefoneren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal telefoneren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult telefoneren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal telefoneren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen telefoneren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen telefoneren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen telefoneren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou telefoneren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou telefoneren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) telefoneren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt telefoneren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou telefoneren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden telefoneren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden telefoneren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden telefoneren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "te·le·fo·ne·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Inergatief werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "bold_text_offsets": [
            [
              4,
              15
            ]
          ],
          "text": "Hij telefoneert urenlang met vrienden."
        }
      ],
      "glosses": [
        "een telefoon gebruiken"
      ],
      "id": "nl-telefoneren-nl-verb-F1WpXXPo",
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-telefoneren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/8/83/Nl-telefoneren.ogg/Nl-telefoneren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-telefoneren.ogg"
    },
    {
      "ipa": "/ˌtelefoˈneːrən/"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "word": "bellen"
    },
    {
      "word": "opbellen"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Deens",
      "lang_code": "da",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonere"
    },
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonieren"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telephone"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "phone"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "call"
    },
    {
      "lang": "Esperanto",
      "lang_code": "eo",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefoni"
    },
    {
      "lang": "Fins",
      "lang_code": "fi",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "soittaa"
    },
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "téléphoner"
    },
    {
      "lang": "Hongaars",
      "lang_code": "hu",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonál"
    },
    {
      "lang": "Ido",
      "lang_code": "io",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonar"
    },
    {
      "lang": "Italiaans",
      "lang_code": "it",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonare"
    },
    {
      "lang": "Pools",
      "lang_code": "pl",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonować"
    },
    {
      "lang": "Portugees",
      "lang_code": "pt",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonear"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "llamar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "llamar por teléfono"
    },
    {
      "lang": "Zweeds",
      "lang_code": "sv",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonera"
    },
    {
      "lang": "Zweeds",
      "lang_code": "sv",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "ringa"
    }
  ],
  "word": "telefoneren"
}

{
  "categories": [
    "Achtervoegsel -eren in het Nederlands",
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "WikiWoordenboek:Wikilink",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
    "Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands",
    "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "afgeleid van het Franse téléphoner met het achtervoegsel -eren"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "telefoneerde",
      "ipa": "/ˌtelefoˈneːrdə/",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "getelefoneerd",
      "ipa": "(NL) /ɣəˌtelefoˈneːrt/",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te telefoneren",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "long-form"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen telefoneren",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen telefoneren",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "long-form"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben getelefoneerd",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben getelefoneerd",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "long-form"
      ]
    },
    {
      "form": "getelefoneerd zullen hebben",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "getelefoneerd te zullen hebben",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "long-form"
      ]
    },
    {
      "form": "telefonerend",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "getelefoneerd",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n telefoneer",
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "telefonere",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\ntelefoneert"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneer",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneerde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneerde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneerde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneerde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneerde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneerden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneerden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "telefoneerden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal telefoneren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult telefoneren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal telefoneren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult telefoneren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal telefoneren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult telefoneren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal telefoneren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen telefoneren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen telefoneren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen telefoneren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou telefoneren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou telefoneren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) telefoneren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt telefoneren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou telefoneren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden telefoneren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden telefoneren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden telefoneren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden getelefoneerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden getelefoneerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "telefoneren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "te·le·fo·ne·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Inergatief werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "bold_text_offsets": [
            [
              4,
              15
            ]
          ],
          "text": "Hij telefoneert urenlang met vrienden."
        }
      ],
      "glosses": [
        "een telefoon gebruiken"
      ],
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-telefoneren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/8/83/Nl-telefoneren.ogg/Nl-telefoneren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-telefoneren.ogg"
    },
    {
      "ipa": "/ˌtelefoˈneːrən/"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "word": "bellen"
    },
    {
      "word": "opbellen"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Deens",
      "lang_code": "da",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonere"
    },
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonieren"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telephone"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "phone"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "call"
    },
    {
      "lang": "Esperanto",
      "lang_code": "eo",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefoni"
    },
    {
      "lang": "Fins",
      "lang_code": "fi",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "soittaa"
    },
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "téléphoner"
    },
    {
      "lang": "Hongaars",
      "lang_code": "hu",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonál"
    },
    {
      "lang": "Ido",
      "lang_code": "io",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonar"
    },
    {
      "lang": "Italiaans",
      "lang_code": "it",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonare"
    },
    {
      "lang": "Pools",
      "lang_code": "pl",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonować"
    },
    {
      "lang": "Portugees",
      "lang_code": "pt",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonear"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "llamar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "llamar por teléfono"
    },
    {
      "lang": "Zweeds",
      "lang_code": "sv",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "telefonera"
    },
    {
      "lang": "Zweeds",
      "lang_code": "sv",
      "sense": "een telefoon gebruiken",
      "sense_index": 1,
      "word": "ringa"
    }
  ],
  "word": "telefoneren"
}

Download raw JSONL data for telefoneren meaning in Nederlands (14.9kB)

This page is a part of the kaikki.org machine-readable Nederlands dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-06-21 from the nlwiktionary dump dated 2025-06-01 using wiktextract (074e7de and f1c2b61). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.