"spatteren" meaning in Nederlands

See spatteren in All languages combined, or Wiktionary

Verb

Audio: nl-spatteren.ogg
Forms: spatterde [past], gespatterd [past, participle], te spatteren [active, infinitive, imperfect, present], zullen spatteren [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen spatteren [active, infinitive, imperfect, future], hebben gespatterd [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben gespatterd [active, infinitive, perfect, present], gespatterd zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], gespatterd te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], spatterend [imperfect, participle], gespatterd [past, participle], ev. spatter [imperative], spattere [subjunctive], spatter [indicative, imperfect, present, singular, first-person], spattert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], spattert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], spattert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], spattert [indicative, imperfect, present, singular, third-person], spatterde [indicative, imperfect, past, singular, first-person], spatterde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], spatterde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], spatterde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], spatterde [indicative, imperfect, past, singular, third-person], spatterden [indicative, imperfect, past, plural, first-person], spatterden [indicative, imperfect, past, plural, second-person], spatterden [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal spatteren [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult spatteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal spatteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult spatteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal spatteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult spatteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal spatteren [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen spatteren [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen spatteren [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen spatteren [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou spatteren [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou spatteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) spatteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt spatteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou spatteren [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden spatteren [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden spatteren [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden spatteren [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb gespatterd [perfect, present, first-person], hebt gespatterd [perfect, present, second-person], hebt gespatterd [perfect, present, second-person], heeft gespatterd [perfect, present, second-person], hebt gespatterd [perfect, present, second-person], heeft gespatterd [perfect, present, third-person], hebben gespatterd [perfect, present, first-person], hebben gespatterd [perfect, present, second-person], hebben gespatterd [perfect, present, third-person], had gespatterd [perfect, past, first-person], had gespatterd [perfect, past, second-person], had gespatterd [perfect, past, second-person], hadt gespatterd [perfect, past, second-person], had gespatterd [perfect, past, third-person], hadden gespatterd [perfect, past, first-person], hadden gespatterd [perfect, past, second-person], hadden gespatterd [perfect, past, third-person], zal gespatterd hebben [perfect, future, first-person], zal gespatterd hebben [perfect, future, second-person], zult gespatterd hebben [perfect, future, second-person], zult gespatterd hebben [perfect, future, second-person], zal gespatterd hebben [perfect, future, second-person], zult gespatterd hebben [perfect, future, second-person], zal gespatterd hebben [perfect, future, third-person], zullen gespatterd hebben [perfect, future, first-person], zullen gespatterd hebben [perfect, future, second-person], zullen gespatterd hebben [perfect, future, third-person], zou gespatterd hebben [perfect, conditional, first-person], zou gespatterd hebben [perfect, conditional, second-person], zou gespatterd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gespatterd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gespatterd hebben [perfect, conditional, second-person], zou gespatterd hebben [perfect, conditional, third-person], zouden gespatterd hebben [perfect, conditional, first-person], zouden gespatterd hebben [perfect, conditional, second-person], zouden gespatterd hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt gespatterd [impersonal, passive, present, imperfect], er is gespatterd [impersonal, passive, present, perfect], er werd gespatterd [impersonal, passive, past, imperfect], er was gespatterd [impersonal, passive, past, perfect], er zal gespatterd worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal gespatterd zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou gespatterd worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou gespatterd zijn [impersonal, passive, conditional, perfect]
  1. voortdurend vocht in druppels laten rondvliegen Tags: unergative
    Sense id: nl-spatteren-nl-verb-rhn4YtW~ Categories (other): Inergatief werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Related terms: spetteren, sputteren
Categories (other): Achtervoegsel -er in het Nederlands, Frequentatief in het Nederlands, Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands, Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 9, Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Achtervoegsel -er in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Frequentatief in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 9",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "frequentatief gevormd uit spatten met het achtervoegsel -er"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "spatterde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gespatterd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te spatteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen spatteren",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen spatteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gespatterd",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gespatterd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gespatterd zullen hebben",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gespatterd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterend",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gespatterd",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n spatter",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "spattere",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nspattert"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "spatter",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spattert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spattert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spattert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spattert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal spatteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult spatteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal spatteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult spatteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal spatteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult spatteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal spatteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen spatteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen spatteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen spatteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou spatteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou spatteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) spatteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt spatteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou spatteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden spatteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden spatteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden spatteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gespatterd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gespatterd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gespatterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gespatterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gespatterd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gespatterd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gespatterd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gespatterd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gespatterd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gespatterd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gespatterd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gespatterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gespatterd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gespatterd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gespatterd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gespatterd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gespatterd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt gespatterd",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is gespatterd",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd gespatterd",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was gespatterd",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gespatterd worden",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gespatterd zijn",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gespatterd worden",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gespatterd zijn",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "spat·te·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "related": [
    {
      "word": "spetteren"
    },
    {
      "word": "sputteren"
    }
  ],
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Inergatief werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De kinderen spatteren in het zwembad."
        }
      ],
      "glosses": [
        "voortdurend vocht in druppels laten rondvliegen"
      ],
      "id": "nl-spatteren-nl-verb-rhn4YtW~",
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-spatteren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/e/e5/Nl-spatteren.ogg/Nl-spatteren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-spatteren.ogg"
    }
  ],
  "word": "spatteren"
}

{
  "categories": [
    "Achtervoegsel -er in het Nederlands",
    "Frequentatief in het Nederlands",
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 9",
    "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "frequentatief gevormd uit spatten met het achtervoegsel -er"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "spatterde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gespatterd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te spatteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen spatteren",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen spatteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gespatterd",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gespatterd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gespatterd zullen hebben",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gespatterd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterend",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gespatterd",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n spatter",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "spattere",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nspattert"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "spatter",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spattert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spattert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spattert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spattert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spatterden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal spatteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult spatteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal spatteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult spatteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal spatteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult spatteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal spatteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen spatteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen spatteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen spatteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou spatteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou spatteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) spatteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt spatteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou spatteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden spatteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden spatteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden spatteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gespatterd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gespatterd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gespatterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gespatterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gespatterd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gespatterd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gespatterd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gespatterd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gespatterd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gespatterd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gespatterd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gespatterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gespatterd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gespatterd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gespatterd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gespatterd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gespatterd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gespatterd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt gespatterd",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is gespatterd",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd gespatterd",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was gespatterd",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gespatterd worden",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gespatterd zijn",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gespatterd worden",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gespatterd zijn",
      "source": "spatteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "spat·te·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "related": [
    {
      "word": "spetteren"
    },
    {
      "word": "sputteren"
    }
  ],
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Inergatief werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De kinderen spatteren in het zwembad."
        }
      ],
      "glosses": [
        "voortdurend vocht in druppels laten rondvliegen"
      ],
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-spatteren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/e/e5/Nl-spatteren.ogg/Nl-spatteren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-spatteren.ogg"
    }
  ],
  "word": "spatteren"
}

Download raw JSONL data for spatteren meaning in Nederlands (13.3kB)

This page is a part of the kaikki.org machine-readable Nederlands dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-01-29 from the nlwiktionary dump dated 2025-01-20 using wiktextract (70a4daf and 5c11237). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.