"schrikkelen" meaning in Nederlands

See schrikkelen in All languages combined, or Wiktionary

Verb

Audio: nl-schrikkelen.ogg
Forms: schrikkelde [past], geschrikkeld [past, participle], te schrikkelen [active, infinitive, imperfect, present], zullen schrikkelen [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen schrikkelen [active, infinitive, imperfect, future], hebben geschrikkeld [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben geschrikkeld [active, infinitive, perfect, present], geschrikkeld zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], geschrikkeld te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], schrikkelend [imperfect, participle], geschrikkeld [past, participle], ev. schrikkel [imperative], schrikkele [subjunctive], schrikkel [indicative, imperfect, present, singular, first-person], schrikkelt [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schrikkelt [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schrikkelt [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schrikkelt [indicative, imperfect, present, singular, third-person], schrikkelde [indicative, imperfect, past, singular, first-person], schrikkelde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schrikkelde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schrikkelde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schrikkelde [indicative, imperfect, past, singular, third-person], schrikkelden [indicative, imperfect, past, plural, first-person], schrikkelden [indicative, imperfect, past, plural, second-person], schrikkelden [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal schrikkelen [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult schrikkelen [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal schrikkelen [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult schrikkelen [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal schrikkelen [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult schrikkelen [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal schrikkelen [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen schrikkelen [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen schrikkelen [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen schrikkelen [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou schrikkelen [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou schrikkelen [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) schrikkelen [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt schrikkelen [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou schrikkelen [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden schrikkelen [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden schrikkelen [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden schrikkelen [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb geschrikkeld [perfect, present, first-person], hebt geschrikkeld [perfect, present, second-person], hebt geschrikkeld [perfect, present, second-person], heeft geschrikkeld [perfect, present, second-person], hebt geschrikkeld [perfect, present, second-person], heeft geschrikkeld [perfect, present, third-person], hebben geschrikkeld [perfect, present, first-person], hebben geschrikkeld [perfect, present, second-person], hebben geschrikkeld [perfect, present, third-person], had geschrikkeld [perfect, past, first-person], had geschrikkeld [perfect, past, second-person], had geschrikkeld [perfect, past, second-person], hadt geschrikkeld [perfect, past, second-person], had geschrikkeld [perfect, past, third-person], hadden geschrikkeld [perfect, past, first-person], hadden geschrikkeld [perfect, past, second-person], hadden geschrikkeld [perfect, past, third-person], zal geschrikkeld hebben [perfect, future, first-person], zal geschrikkeld hebben [perfect, future, second-person], zult geschrikkeld hebben [perfect, future, second-person], zult geschrikkeld hebben [perfect, future, second-person], zal geschrikkeld hebben [perfect, future, second-person], zult geschrikkeld hebben [perfect, future, second-person], zal geschrikkeld hebben [perfect, future, third-person], zullen geschrikkeld hebben [perfect, future, first-person], zullen geschrikkeld hebben [perfect, future, second-person], zullen geschrikkeld hebben [perfect, future, third-person], zou geschrikkeld hebben [perfect, conditional, first-person], zou geschrikkeld hebben [perfect, conditional, second-person], zou geschrikkeld hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt geschrikkeld hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt geschrikkeld hebben [perfect, conditional, second-person], zou geschrikkeld hebben [perfect, conditional, third-person], zouden geschrikkeld hebben [perfect, conditional, first-person], zouden geschrikkeld hebben [perfect, conditional, second-person], zouden geschrikkeld hebben [perfect, conditional, third-person]
  1. iets (seconde, dag etc.) overslaan of toevoegen, 'hikken' in het 'normale' ritme
    Sense id: nl-schrikkelen-nl-verb-KuIv88v2
The following are not (yet) sense-disambiguated
Derived forms: schrikkeldag, schrikkelseconde

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "schrikkeldag"
    },
    {
      "word": "schrikkelseconde"
    }
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schrikkelde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrikkeld",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrikkelen",
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrikkeld",
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrikkeld zullen hebben",
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrikkeld te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelend",
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrikkeld",
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schrikkel",
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkele",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nschrikkelt"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkel",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelt",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "schrik·ke·len",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "glosses": [
        "iets (seconde, dag etc.) overslaan of toevoegen, 'hikken' in het 'normale' ritme"
      ],
      "id": "nl-schrikkelen-nl-verb-KuIv88v2"
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-schrikkelen.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/a/aa/Nl-schrikkelen.ogg/Nl-schrikkelen.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-schrikkelen.ogg"
    }
  ],
  "word": "schrikkelen"
}
{
  "categories": [
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
    "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "schrikkeldag"
    },
    {
      "word": "schrikkelseconde"
    }
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schrikkelde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrikkeld",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrikkelen",
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrikkeld",
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrikkeld zullen hebben",
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrikkeld te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelend",
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "geschrikkeld",
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schrikkel",
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkele",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nschrikkelt"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkel",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelt",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikkelden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schrikkelen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschrikkeld",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschrikkeld hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schrikkelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "schrik·ke·len",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "glosses": [
        "iets (seconde, dag etc.) overslaan of toevoegen, 'hikken' in het 'normale' ritme"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-schrikkelen.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/a/aa/Nl-schrikkelen.ogg/Nl-schrikkelen.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-schrikkelen.ogg"
    }
  ],
  "word": "schrikkelen"
}

Download raw JSONL data for schrikkelen meaning in Nederlands (12.4kB)


This page is a part of the kaikki.org machine-readable Nederlands dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-04-08 from the nlwiktionary dump dated 2025-04-03 using wiktextract (51d164f and fb63907). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.