"schitteren" meaning in Nederlands

See schitteren in All languages combined, or Wiktionary

Verb

Audio: nl-schitteren.ogg
Forms: schitterde [past], geschitterd [past, participle], te schitteren [active, infinitive, imperfect, present], zullen schitteren [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen schitteren [active, infinitive, imperfect, future], hebben geschitterd [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben geschitterd [active, infinitive, perfect, present], geschitterd zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], geschitterd te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], schitterend [imperfect, participle], geschitterd [past, participle], ev. schitter [imperative], schittere [subjunctive], schitter [indicative, imperfect, present, singular, first-person], schittert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schittert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schittert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schittert [indicative, imperfect, present, singular, third-person], schitterde [indicative, imperfect, past, singular, first-person], schitterde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schitterde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schitterde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schitterde [indicative, imperfect, past, singular, third-person], schitterden [indicative, imperfect, past, plural, first-person], schitterden [indicative, imperfect, past, plural, second-person], schitterden [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal schitteren [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult schitteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal schitteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult schitteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal schitteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult schitteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal schitteren [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen schitteren [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen schitteren [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen schitteren [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou schitteren [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou schitteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) schitteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt schitteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou schitteren [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden schitteren [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden schitteren [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden schitteren [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb geschitterd [perfect, present, first-person], hebt geschitterd [perfect, present, second-person], hebt geschitterd [perfect, present, second-person], heeft geschitterd [perfect, present, second-person], hebt geschitterd [perfect, present, second-person], heeft geschitterd [perfect, present, third-person], hebben geschitterd [perfect, present, first-person], hebben geschitterd [perfect, present, second-person], hebben geschitterd [perfect, present, third-person], had geschitterd [perfect, past, first-person], had geschitterd [perfect, past, second-person], had geschitterd [perfect, past, second-person], hadt geschitterd [perfect, past, second-person], had geschitterd [perfect, past, third-person], hadden geschitterd [perfect, past, first-person], hadden geschitterd [perfect, past, second-person], hadden geschitterd [perfect, past, third-person], zal geschitterd hebben [perfect, future, first-person], zal geschitterd hebben [perfect, future, second-person], zult geschitterd hebben [perfect, future, second-person], zult geschitterd hebben [perfect, future, second-person], zal geschitterd hebben [perfect, future, second-person], zult geschitterd hebben [perfect, future, second-person], zal geschitterd hebben [perfect, future, third-person], zullen geschitterd hebben [perfect, future, first-person], zullen geschitterd hebben [perfect, future, second-person], zullen geschitterd hebben [perfect, future, third-person], zou geschitterd hebben [perfect, conditional, first-person], zou geschitterd hebben [perfect, conditional, second-person], zou geschitterd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt geschitterd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt geschitterd hebben [perfect, conditional, second-person], zou geschitterd hebben [perfect, conditional, third-person], zouden geschitterd hebben [perfect, conditional, first-person], zouden geschitterd hebben [perfect, conditional, second-person], zouden geschitterd hebben [perfect, conditional, third-person]
  1. een sterk licht verspreiden Tags: unergative
    Sense id: nl-schitteren-nl-verb-DYY-eg1c Categories (other): Inergatief werkwoord in het Nederlands
  2. opvallen Tags: unergative
    Sense id: nl-schitteren-nl-verb-kD3se~DY Categories (other): Inergatief werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Translations (een sterk licht verspreiden): glänzen (Duits), strahlen (Duits), lyse (Noors), lyse (Nynorsk), bragða (Oudnoords) Translations (opvallen): glänzen (Duits), hervorstechen (Duits), herausragen (Duits)

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "In de betekenis van ‘glinsteren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1617"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schitterde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "geschitterd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te schitteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schitteren",
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen schitteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschitterd",
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben geschitterd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geschitterd zullen hebben",
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geschitterd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterend",
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "geschitterd",
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schitter",
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schittere",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nschittert"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "schitter",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schittert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schittert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schittert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schittert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schitteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schitteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schitteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schitteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schitteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schitteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schitteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schitteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schitteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schitteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schitteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schitteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) schitteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt schitteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schitteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schitteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schitteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schitteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb geschitterd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschitterd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschitterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geschitterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschitterd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geschitterd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschitterd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschitterd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschitterd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschitterd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschitterd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschitterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt geschitterd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschitterd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschitterd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschitterd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschitterd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "schit·te·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "proverbs": [
    {
      "word": "Schitteren door afwezigheid"
    }
  ],
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Inergatief werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Die ring schitterde wel heel erg."
        }
      ],
      "glosses": [
        "een sterk licht verspreiden"
      ],
      "id": "nl-schitteren-nl-verb-DYY-eg1c",
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Inergatief werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Hij schitterde door niet naar de rechtbank te komen."
        }
      ],
      "glosses": [
        "opvallen"
      ],
      "id": "nl-schitteren-nl-verb-kD3se~DY",
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-schitteren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/2/2e/Nl-schitteren.ogg/Nl-schitteren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-schitteren.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "een sterk licht verspreiden",
      "sense_index": 1,
      "word": "glänzen"
    },
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "een sterk licht verspreiden",
      "sense_index": 1,
      "word": "strahlen"
    },
    {
      "lang": "Noors",
      "lang_code": "no",
      "sense": "een sterk licht verspreiden",
      "sense_index": 1,
      "word": "lyse"
    },
    {
      "lang": "Nynorsk",
      "lang_code": "nn",
      "sense": "een sterk licht verspreiden",
      "sense_index": 1,
      "word": "lyse"
    },
    {
      "lang": "Oudnoords",
      "lang_code": "non",
      "sense": "een sterk licht verspreiden",
      "sense_index": 1,
      "word": "bragða"
    },
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "opvallen",
      "sense_index": 2,
      "word": "glänzen"
    },
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "opvallen",
      "sense_index": 2,
      "word": "hervorstechen"
    },
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "opvallen",
      "sense_index": 2,
      "word": "herausragen"
    }
  ],
  "word": "schitteren"
}
{
  "categories": [
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
    "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "In de betekenis van ‘glinsteren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1617"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schitterde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "geschitterd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te schitteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schitteren",
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen schitteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschitterd",
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben geschitterd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geschitterd zullen hebben",
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geschitterd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterend",
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "geschitterd",
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schitter",
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schittere",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nschittert"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "schitter",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schittert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schittert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schittert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schittert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schitterden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schitteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schitteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schitteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schitteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schitteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult schitteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal schitteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schitteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schitteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen schitteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schitteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schitteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) schitteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt schitteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou schitteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schitteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schitteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden schitteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb geschitterd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschitterd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschitterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geschitterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geschitterd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geschitterd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschitterd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschitterd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geschitterd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschitterd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschitterd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschitterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt geschitterd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geschitterd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschitterd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschitterd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geschitterd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geschitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "schitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "schit·te·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "proverbs": [
    {
      "word": "Schitteren door afwezigheid"
    }
  ],
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Inergatief werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Die ring schitterde wel heel erg."
        }
      ],
      "glosses": [
        "een sterk licht verspreiden"
      ],
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Inergatief werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Hij schitterde door niet naar de rechtbank te komen."
        }
      ],
      "glosses": [
        "opvallen"
      ],
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-schitteren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/2/2e/Nl-schitteren.ogg/Nl-schitteren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-schitteren.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "een sterk licht verspreiden",
      "sense_index": 1,
      "word": "glänzen"
    },
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "een sterk licht verspreiden",
      "sense_index": 1,
      "word": "strahlen"
    },
    {
      "lang": "Noors",
      "lang_code": "no",
      "sense": "een sterk licht verspreiden",
      "sense_index": 1,
      "word": "lyse"
    },
    {
      "lang": "Nynorsk",
      "lang_code": "nn",
      "sense": "een sterk licht verspreiden",
      "sense_index": 1,
      "word": "lyse"
    },
    {
      "lang": "Oudnoords",
      "lang_code": "non",
      "sense": "een sterk licht verspreiden",
      "sense_index": 1,
      "word": "bragða"
    },
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "opvallen",
      "sense_index": 2,
      "word": "glänzen"
    },
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "opvallen",
      "sense_index": 2,
      "word": "hervorstechen"
    },
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "opvallen",
      "sense_index": 2,
      "word": "herausragen"
    }
  ],
  "word": "schitteren"
}

Download raw JSONL data for schitteren meaning in Nederlands (13.4kB)


This page is a part of the kaikki.org machine-readable Nederlands dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-12-21 from the nlwiktionary dump dated 2024-12-20 using wiktextract (d8cb2f3 and 4e554ae). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.