"samenwonen" meaning in Nederlands

See samenwonen in All languages combined, or Wiktionary

Verb

Audio: nl-samenwonen.ogg
Forms: woonde samen [past], samengewoond [past, participle], samen te wonen [active, infinitive, imperfect, present], zullen samenwonen samen zullen wonen [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen samenwonen samen te zullen wonen [active, infinitive, imperfect, future], hebben samengewoond [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben samengewoond [active, infinitive, perfect, present], samengewoond zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], samengewoond te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], samenwonend [imperfect, participle], samengewoond [past, participle], ev. woon samen [imperative], woon samen [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, first-person], woont samen [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], woont samen [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], woont samen [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], woont samen [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, third-person], wonen samen [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, first-person], wonen samen [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, second-person], wonen samen [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, third-person], woonde samen [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, first-person], woonde samen [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], woonde samen [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], woonde samen [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], woonde samen [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, third-person], woonden samen [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, first-person], woonden samen [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, second-person], woonden samen [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, third-person], zal samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, first-person], zult samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, third-person], zullen samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, first-person], zullen samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, second-person], zullen samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, third-person], zou samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, first-person], zou samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou(dt) samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zoudt samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, third-person], zouden samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, first-person], zouden samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, second-person], zouden samenwonen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, third-person], samenwoon [subordinate-clause, present], samenwoont [subordinate-clause, present], samenwoont [subordinate-clause, present], samenwoont [subordinate-clause, present], samenwoont [subordinate-clause, present], samenwoonde [subordinate-clause, past], samenwoonde [subordinate-clause, past], samenwoonde [subordinate-clause, past], samenwoonde [subordinate-clause, past], samenwoonde [subordinate-clause, past], samenwoonden [subordinate-clause, past], samenwoonden [subordinate-clause, past], samenwoonden [subordinate-clause, past], zal samenwonen samen zal wonen [subordinate-clause, future], zult samenwonen samen zult/zal wonen [subordinate-clause, future], zal samenwonen samen zult/zal wonen [subordinate-clause, future], zult samenwonen samen zult/zal wonen [subordinate-clause, future], zal samenwonen samen zult/zal wonen [subordinate-clause, future], zult samenwonen samen zult wonen [subordinate-clause, future], zal samenwonen samen zal wonen [subordinate-clause, future], zullen samenwonen samen zullen wonen [subordinate-clause, future], zullen samenwonen samen zullen wonen [subordinate-clause, future], zullen samenwonen samen zullen wonen [subordinate-clause, future], zou samenwonen samen zou wonen [subordinate-clause, conditional], zou samenwonen samen zou wonen [subordinate-clause, conditional], zou(dt) samenwonen samen zou(dt) wonen [subordinate-clause, conditional], zoudt samenwonen samen zoudt wonen [subordinate-clause, conditional], zou samenwonen samen zou wonen [subordinate-clause, conditional], zouden samenwonen samen zouden wonen [subordinate-clause, conditional], zouden samenwonen samen zouden wonen [subordinate-clause, conditional], zouden samenwonen samen zouden wonen [subordinate-clause, conditional], heb samengewoond [perfect, present, first-person], hebt samengewoond [perfect, present, second-person], hebt samengewoond [perfect, present, second-person], heeft samengewoond [perfect, present, second-person], hebt samengewoond [perfect, present, second-person], heeft samengewoond [perfect, present, third-person], hebben samengewoond [perfect, present, first-person], hebben samengewoond [perfect, present, second-person], hebben samengewoond [perfect, present, third-person], had samengewoond [perfect, past, first-person], had samengewoond [perfect, past, second-person], had samengewoond [perfect, past, second-person], hadt samengewoond [perfect, past, second-person], had samengewoond [perfect, past, third-person], hadden samengewoond [perfect, past, first-person], hadden samengewoond [perfect, past, second-person], hadden samengewoond [perfect, past, third-person], zal samengewoond hebben [perfect, future, first-person], zal samengewoond hebben [perfect, future, second-person], zult samengewoond hebben [perfect, future, second-person], zult samengewoond hebben [perfect, future, second-person], zal samengewoond hebben [perfect, future, second-person], zult samengewoond hebben [perfect, future, second-person], zal samengewoond hebben [perfect, future, third-person], zullen samengewoond hebben [perfect, future, first-person], zullen samengewoond hebben [perfect, future, second-person], zullen samengewoond hebben [perfect, future, third-person], zou samengewoond hebben [perfect, conditional, first-person], zou samengewoond hebben [perfect, conditional, second-person], zou samengewoond hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt samengewoond hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt samengewoond hebben [perfect, conditional, second-person], zou samengewoond hebben [perfect, conditional, third-person], zouden samengewoond hebben [perfect, conditional, first-person], zouden samengewoond hebben [perfect, conditional, second-person], zouden samengewoond hebben [perfect, conditional, third-person]
  1. met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent
    Sense id: nl-samenwonen-nl-verb-QVduDpiE
The following are not (yet) sense-disambiguated
Translations (met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent): zusammenleben (Duits), live together (Engels), cohabiter (Frans), pacser (Frans), abarraganarse (Spaans), convivir (Spaans)
Categories (other): Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Samenstelling in het Nederlands, Scheidbaar werkwoord in het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands, WikiWoordenboek:Wikilink, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 10, Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Samenstelling in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "WikiWoordenboek:Wikilink",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van samen en wonen ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "woonde samen",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "samengewoond",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "samen te wonen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samenwonen\nsamen zullen wonen",
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen samenwonen\nsamen te zullen wonen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben samengewoond",
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben samengewoond",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "samengewoond zullen hebben",
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "samengewoond te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwonend",
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "samengewoond",
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n woon samen",
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "woon samen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woont samen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woont samen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woont samen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woont samen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wonen samen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wonen samen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wonen samen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woonde samen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woonde samen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woonde samen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woonde samen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woonde samen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woonden samen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woonden samen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woonden samen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samenwonen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samenwonen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samenwonen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samenwonen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samenwonen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samenwonen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samenwonen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samenwonen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samenwonen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samenwonen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samenwonen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samenwonen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) samenwonen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt samenwonen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samenwonen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samenwonen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samenwonen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samenwonen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoon",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoont",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoont",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoont",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoont",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoonde",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoonde",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoonde",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoonde",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoonde",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoonden",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoonden",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoonden",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samenwonen\nsamen zal wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samenwonen\nsamen zult/zal wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samenwonen\nsamen zult/zal wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samenwonen\nsamen zult/zal wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samenwonen\nsamen zult/zal wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samenwonen\nsamen zult wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samenwonen\nsamen zal wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samenwonen\nsamen zullen wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samenwonen\nsamen zullen wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samenwonen\nsamen zullen wonen",
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samenwonen\nsamen zou wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samenwonen\nsamen zou wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) samenwonen\nsamen zou(dt) wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt samenwonen\nsamen zoudt wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samenwonen\nsamen zou wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samenwonen\nsamen zouden wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samenwonen\nsamen zouden wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samenwonen\nsamen zouden wonen",
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb samengewoond",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt samengewoond",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt samengewoond",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft samengewoond",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt samengewoond",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft samengewoond",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben samengewoond",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben samengewoond",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben samengewoond",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had samengewoond",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had samengewoond",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had samengewoond",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt samengewoond",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had samengewoond",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden samengewoond",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden samengewoond",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden samengewoond",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "sa·men·wo·nen",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "examples": [
        {
          "text": "Hij zei dat ik geen verantwoordelijkheid voelde. Dat samenwonen verantwoordelijkheid vereiste."
        }
      ],
      "glosses": [
        "met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent"
      ],
      "id": "nl-samenwonen-nl-verb-QVduDpiE"
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-samenwonen.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/a/a4/Nl-samenwonen.ogg/Nl-samenwonen.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-samenwonen.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent",
      "sense_index": 1,
      "word": "zusammenleben"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent",
      "sense_index": 1,
      "word": "live together"
    },
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "sense": "met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent",
      "sense_index": 1,
      "word": "cohabiter"
    },
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "sense": "met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent",
      "sense_index": 1,
      "word": "pacser"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent",
      "sense_index": 1,
      "word": "abarraganarse"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent",
      "sense_index": 1,
      "word": "convivir"
    }
  ],
  "word": "samenwonen"
}

{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Samenstelling in het Nederlands",
    "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands",
    "WikiWoordenboek:Wikilink",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
    "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van samen en wonen ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "woonde samen",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "samengewoond",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "samen te wonen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samenwonen\nsamen zullen wonen",
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen samenwonen\nsamen te zullen wonen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben samengewoond",
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben samengewoond",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "samengewoond zullen hebben",
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "samengewoond te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwonend",
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "samengewoond",
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n woon samen",
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "woon samen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woont samen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woont samen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woont samen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woont samen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wonen samen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wonen samen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wonen samen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woonde samen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woonde samen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woonde samen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woonde samen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woonde samen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woonden samen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woonden samen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "woonden samen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samenwonen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samenwonen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samenwonen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samenwonen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samenwonen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samenwonen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samenwonen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samenwonen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samenwonen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samenwonen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samenwonen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samenwonen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) samenwonen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt samenwonen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samenwonen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samenwonen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samenwonen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samenwonen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoon",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoont",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoont",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoont",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoont",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoonde",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoonde",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoonde",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoonde",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoonde",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoonden",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoonden",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "samenwoonden",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samenwonen\nsamen zal wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samenwonen\nsamen zult/zal wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samenwonen\nsamen zult/zal wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samenwonen\nsamen zult/zal wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samenwonen\nsamen zult/zal wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samenwonen\nsamen zult wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samenwonen\nsamen zal wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samenwonen\nsamen zullen wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samenwonen\nsamen zullen wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samenwonen\nsamen zullen wonen",
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samenwonen\nsamen zou wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samenwonen\nsamen zou wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) samenwonen\nsamen zou(dt) wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt samenwonen\nsamen zoudt wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samenwonen\nsamen zou wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samenwonen\nsamen zouden wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samenwonen\nsamen zouden wonen",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samenwonen\nsamen zouden wonen",
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb samengewoond",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt samengewoond",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt samengewoond",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft samengewoond",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt samengewoond",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft samengewoond",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben samengewoond",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben samengewoond",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben samengewoond",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had samengewoond",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had samengewoond",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had samengewoond",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt samengewoond",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had samengewoond",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden samengewoond",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden samengewoond",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden samengewoond",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden samengewoond hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "samenwonen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "sa·men·wo·nen",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "examples": [
        {
          "text": "Hij zei dat ik geen verantwoordelijkheid voelde. Dat samenwonen verantwoordelijkheid vereiste."
        }
      ],
      "glosses": [
        "met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-samenwonen.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/a/a4/Nl-samenwonen.ogg/Nl-samenwonen.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-samenwonen.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent",
      "sense_index": 1,
      "word": "zusammenleben"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent",
      "sense_index": 1,
      "word": "live together"
    },
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "sense": "met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent",
      "sense_index": 1,
      "word": "cohabiter"
    },
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "sense": "met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent",
      "sense_index": 1,
      "word": "pacser"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent",
      "sense_index": 1,
      "word": "abarraganarse"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent",
      "sense_index": 1,
      "word": "convivir"
    }
  ],
  "word": "samenwonen"
}

Download raw JSONL data for samenwonen meaning in Nederlands (18.6kB)

This page is a part of the kaikki.org machine-readable Nederlands dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-12-21 from the nlwiktionary dump dated 2024-12-20 using wiktextract (d8cb2f3 and 4e554ae). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.