"fluctueren" meaning in Nederlands

See fluctueren in All languages combined, or Wiktionary

Verb

Audio: nl-fluctueren.ogg
Forms: fluctueerde [past], gefluctueerd [past, participle], te fluctueren [active, infinitive, imperfect, present], zullen fluctueren [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen fluctueren [active, infinitive, imperfect, future], hebben gefluctueerd [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben gefluctueerd [active, infinitive, perfect, present], gefluctueerd zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], gefluctueerd te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], fluctuerend [imperfect, participle], gefluctueerd [past, participle], ev. fluctueer [imperative], fluctuere [subjunctive], fluctueer [indicative, imperfect, present, singular, first-person], fluctueert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], fluctueert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], fluctueert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], fluctueert [indicative, imperfect, present, singular, third-person], fluctueerde [indicative, imperfect, past, singular, first-person], fluctueerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], fluctueerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], fluctueerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], fluctueerde [indicative, imperfect, past, singular, third-person], fluctueerden [indicative, imperfect, past, plural, first-person], fluctueerden [indicative, imperfect, past, plural, second-person], fluctueerden [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal fluctueren [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult fluctueren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal fluctueren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult fluctueren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal fluctueren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult fluctueren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal fluctueren [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen fluctueren [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen fluctueren [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen fluctueren [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou fluctueren [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou fluctueren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) fluctueren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt fluctueren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou fluctueren [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden fluctueren [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden fluctueren [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden fluctueren [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb gefluctueerd [perfect, present, first-person], hebt gefluctueerd [perfect, present, second-person], hebt gefluctueerd [perfect, present, second-person], heeft gefluctueerd [perfect, present, second-person], hebt gefluctueerd [perfect, present, second-person], heeft gefluctueerd [perfect, present, third-person], hebben gefluctueerd [perfect, present, first-person], hebben gefluctueerd [perfect, present, second-person], hebben gefluctueerd [perfect, present, third-person], had gefluctueerd [perfect, past, first-person], had gefluctueerd [perfect, past, second-person], had gefluctueerd [perfect, past, second-person], hadt gefluctueerd [perfect, past, second-person], had gefluctueerd [perfect, past, third-person], hadden gefluctueerd [perfect, past, first-person], hadden gefluctueerd [perfect, past, second-person], hadden gefluctueerd [perfect, past, third-person], zal gefluctueerd hebben [perfect, future, first-person], zal gefluctueerd hebben [perfect, future, second-person], zult gefluctueerd hebben [perfect, future, second-person], zult gefluctueerd hebben [perfect, future, second-person], zal gefluctueerd hebben [perfect, future, second-person], zult gefluctueerd hebben [perfect, future, second-person], zal gefluctueerd hebben [perfect, future, third-person], zullen gefluctueerd hebben [perfect, future, first-person], zullen gefluctueerd hebben [perfect, future, second-person], zullen gefluctueerd hebben [perfect, future, third-person], zou gefluctueerd hebben [perfect, conditional, first-person], zou gefluctueerd hebben [perfect, conditional, second-person], zou gefluctueerd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gefluctueerd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gefluctueerd hebben [perfect, conditional, second-person], zou gefluctueerd hebben [perfect, conditional, third-person], zouden gefluctueerd hebben [perfect, conditional, first-person], zouden gefluctueerd hebben [perfect, conditional, second-person], zouden gefluctueerd hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt gefluctueerd [impersonal, passive, present, imperfect], er is gefluctueerd [impersonal, passive, present, perfect], er werd gefluctueerd [impersonal, passive, past, imperfect], er was gefluctueerd [impersonal, passive, past, perfect], er zal gefluctueerd worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal gefluctueerd zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou gefluctueerd worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou gefluctueerd zijn [impersonal, passive, conditional, perfect]
  1. onregelmatig variëren (binnen bepaalde grenzen), schommelen Tags: unergative
    Sense id: nl-fluctueren-nl-verb-wQz3cQeZ Categories (other): Inergatief werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Derived forms: fluctuatie, fluctuering Translations (onregelmatig variëren (binnen bepaalde grenzen), schommelen): flutuieren (Duits), fluctuate (Engels), fluctuer (Frans), fluctuar (Spaans)
Categories (other): Achtervoegsel -eren in het Nederlands, Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands, Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 10, Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Achtervoegsel -eren in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "fluctuatie"
    },
    {
      "word": "fluctuering"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "afgeleid van het Franse fluctuer (met het achtervoegsel -eren)"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "fluctueerde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gefluctueerd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te fluctueren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen fluctueren",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen fluctueren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gefluctueerd",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gefluctueerd zullen hebben",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gefluctueerd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctuerend",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gefluctueerd",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n fluctueer",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctuere",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nfluctueert"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueer",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueerde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueerde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueerde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueerde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueerde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueerden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueerden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueerden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal fluctueren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult fluctueren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal fluctueren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult fluctueren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal fluctueren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult fluctueren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal fluctueren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen fluctueren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen fluctueren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen fluctueren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou fluctueren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou fluctueren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) fluctueren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt fluctueren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou fluctueren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden fluctueren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden fluctueren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden fluctueren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt gefluctueerd",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is gefluctueerd",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd gefluctueerd",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was gefluctueerd",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gefluctueerd worden",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gefluctueerd zijn",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gefluctueerd worden",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gefluctueerd zijn",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "fluc·tu·e·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Inergatief werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De rente fluctueert dagelijks."
        },
        {
          "text": "Het werknemersaantal heeft in de loop der tijd gefluctueerd tussen 13 en 20 personen."
        }
      ],
      "glosses": [
        "onregelmatig variëren (binnen bepaalde grenzen), schommelen"
      ],
      "id": "nl-fluctueren-nl-verb-wQz3cQeZ",
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-fluctueren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/a/a1/Nl-fluctueren.ogg/Nl-fluctueren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-fluctueren.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "onregelmatig variëren (binnen bepaalde grenzen), schommelen",
      "sense_index": 1,
      "word": "flutuieren"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "onregelmatig variëren (binnen bepaalde grenzen), schommelen",
      "sense_index": 1,
      "word": "fluctuate"
    },
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "sense": "onregelmatig variëren (binnen bepaalde grenzen), schommelen",
      "sense_index": 1,
      "word": "fluctuer"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "onregelmatig variëren (binnen bepaalde grenzen), schommelen",
      "sense_index": 1,
      "word": "fluctuar"
    }
  ],
  "word": "fluctueren"
}

{
  "categories": [
    "Achtervoegsel -eren in het Nederlands",
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
    "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "fluctuatie"
    },
    {
      "word": "fluctuering"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "afgeleid van het Franse fluctuer (met het achtervoegsel -eren)"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "fluctueerde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gefluctueerd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te fluctueren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen fluctueren",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen fluctueren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gefluctueerd",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gefluctueerd zullen hebben",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gefluctueerd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctuerend",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gefluctueerd",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n fluctueer",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctuere",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nfluctueert"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueer",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueerde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueerde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueerde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueerde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueerde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueerden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueerden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fluctueerden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal fluctueren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult fluctueren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal fluctueren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult fluctueren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal fluctueren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult fluctueren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal fluctueren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen fluctueren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen fluctueren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen fluctueren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou fluctueren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou fluctueren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) fluctueren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt fluctueren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou fluctueren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden fluctueren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden fluctueren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden fluctueren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gefluctueerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gefluctueerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt gefluctueerd",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is gefluctueerd",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd gefluctueerd",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was gefluctueerd",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gefluctueerd worden",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gefluctueerd zijn",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gefluctueerd worden",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gefluctueerd zijn",
      "source": "fluctueren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "fluc·tu·e·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Inergatief werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De rente fluctueert dagelijks."
        },
        {
          "text": "Het werknemersaantal heeft in de loop der tijd gefluctueerd tussen 13 en 20 personen."
        }
      ],
      "glosses": [
        "onregelmatig variëren (binnen bepaalde grenzen), schommelen"
      ],
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-fluctueren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/a/a1/Nl-fluctueren.ogg/Nl-fluctueren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-fluctueren.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "onregelmatig variëren (binnen bepaalde grenzen), schommelen",
      "sense_index": 1,
      "word": "flutuieren"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "onregelmatig variëren (binnen bepaalde grenzen), schommelen",
      "sense_index": 1,
      "word": "fluctuate"
    },
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "sense": "onregelmatig variëren (binnen bepaalde grenzen), schommelen",
      "sense_index": 1,
      "word": "fluctuer"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "onregelmatig variëren (binnen bepaalde grenzen), schommelen",
      "sense_index": 1,
      "word": "fluctuar"
    }
  ],
  "word": "fluctueren"
}

Download raw JSONL data for fluctueren meaning in Nederlands (14.2kB)

This page is a part of the kaikki.org machine-readable Nederlands dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-12-21 from the nlwiktionary dump dated 2024-12-20 using wiktextract (d8cb2f3 and 4e554ae). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.