"echten" meaning in Nederlands

See echten in All languages combined, or Wiktionary

Verb

Audio: nl-echten.ogg
Forms: echtte [past], geëcht [past, participle], te echten [active, infinitive, imperfect, present], zullen echten [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen echten [active, infinitive, imperfect, future], hebben geëcht [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben geëcht [active, infinitive, perfect, present], geëcht zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], geëcht te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], echtend [imperfect, participle], geëcht [past, participle], ev. echt [imperative], mv. verouderd echt [imperative], echte [subjunctive], echt [indicative, imperfect, present, singular, first-person], echt [indicative, imperfect, present, singular, second-person], echt [indicative, imperfect, present, singular, second-person], echt [indicative, imperfect, present, singular, second-person], echt [indicative, imperfect, present, singular, third-person], echtte [indicative, imperfect, past, singular, first-person], echtte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], echtte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], echtte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], echtte [indicative, imperfect, past, singular, third-person], echtten [indicative, imperfect, past, plural, first-person], echtten [indicative, imperfect, past, plural, second-person], echtten [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal echten [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult/zal echten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult/zal echten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult echten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal echten [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen echten [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen echten [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen echten [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou echten [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou echten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) echten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt echten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou echten [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden echten [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden echten [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden echten [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb geëcht [perfect, present, first-person], hebt geëcht [perfect, present, second-person], hebt/heeft geëcht [perfect, present, second-person], hebt geëcht [perfect, present, second-person], heeft geëcht [perfect, present, third-person], hebben geëcht [perfect, present, first-person], hebben geëcht [perfect, present, second-person], hebben geëcht [perfect, present, third-person], had geëcht [perfect, past, first-person], had geëcht [perfect, past, second-person], had geëcht [perfect, past, second-person], hadt geëcht [perfect, past, second-person], had geëcht [perfect, past, third-person], hadden geëcht [perfect, past, first-person], hadden geëcht [perfect, past, second-person], hadden geëcht [perfect, past, third-person], zal geëcht hebben [perfect, future, first-person], zal/zult geëcht hebben [perfect, future, second-person], zult/zal geëcht hebben [perfect, future, second-person], zult geëcht hebben [perfect, future, second-person], zal geëcht hebben [perfect, future, third-person], zullen geëcht hebben [perfect, future, first-person], zullen geëcht hebben [perfect, future, second-person], zullen geëcht hebben [perfect, future, third-person], zou geëcht hebben [perfect, conditional, first-person], zou geëcht hebben [perfect, conditional, second-person], zou/zoudt geëcht hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt geëcht hebben [perfect, conditional, second-person], zou geëcht hebben [perfect, conditional, third-person], zouden geëcht hebben [perfect, conditional, first-person], zouden geëcht hebben [perfect, conditional, second-person], zouden geëcht hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt geëcht [impersonal, passive, present, imperfect], er is geëcht [impersonal, passive, present, perfect], er werd geëcht [impersonal, passive, past, imperfect], er was geëcht [impersonal, passive, past, perfect], er zal geëcht worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal geëcht zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou geëcht worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou geëcht zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], geëcht worden [passive, infinitive, imperfect, present, short-form], geëcht te worden [passive, infinitive, imperfect, present], geëcht zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future, short-form], geëcht te zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future], geëcht zijn [passive, infinitive, perfect, present, short-form], geëcht te zijn [passive, infinitive, perfect, present], geëcht zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future, short-form], geëcht te zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future], word geëcht [singular, imperfect, present, first-person], wordt geëcht [singular, imperfect, present, second-person], wordt geëcht [singular, imperfect, present, second-person], wordt geëcht [singular, imperfect, present, second-person], wordt geëcht [singular, imperfect, present, plural, third-person], worden geëcht [singular, imperfect, present, plural, first-person], worden geëcht [singular, imperfect, present, plural, second-person], worden geëcht [singular, imperfect, present, third-person], werd geëcht [singular, imperfect, past, first-person], werd geëcht [singular, imperfect, past, second-person], werd geëcht [singular, imperfect, past, second-person], werdt geëcht [singular, imperfect, past, second-person], werd geëcht [singular, imperfect, past, plural, third-person], werden geëcht [singular, imperfect, past, plural, first-person], werden geëcht [singular, imperfect, past, plural, second-person], werden geëcht [singular, imperfect, past, third-person], zal geëcht worden [singular, imperfect, future, first-person], zult geëcht worden [singular, imperfect, future, second-person], zult geëcht worden [singular, imperfect, future, second-person], zult geëcht worden [singular, imperfect, future, second-person], zal geëcht worden [singular, imperfect, future, plural, third-person], zullen geëcht worden [singular, imperfect, future, plural, first-person], zullen geëcht worden [singular, imperfect, future, plural, second-person], zullen geëcht worden [singular, imperfect, future, third-person], zou geëcht worden [singular, imperfect, conditional, first-person], zou geëcht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou/zoudt geëcht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt geëcht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou geëcht worden [singular, imperfect, conditional, plural, third-person], zouden geëcht worden [singular, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden geëcht worden [singular, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden geëcht worden [singular, imperfect, conditional, third-person], ben geëcht [perfect, present, first-person], bent geëcht [perfect, present, second-person], bent/is geëcht [perfect, present, second-person], zijt geëcht [perfect, present, second-person], is geëcht [perfect, present, third-person], zijn geëcht [perfect, present, first-person], zijn geëcht [perfect, present, second-person], zijn geëcht [perfect, present, third-person], was geëcht [perfect, past, first-person], was geëcht [perfect, past, second-person], was geëcht [perfect, past, second-person], waart geëcht [perfect, past, second-person], was geëcht [perfect, past, third-person], waren geëcht [perfect, past, first-person], waren geëcht [perfect, past, second-person], waren geëcht [perfect, past, third-person], zal geëcht zijn [perfect, future, first-person], zult geëcht zijn [perfect, future, second-person], zult geëcht zijn [perfect, future, second-person], zult geëcht zijn [perfect, future, second-person], zal geëcht zijn [perfect, future, third-person], zullen geëcht zijn [perfect, future, first-person], zullen geëcht zijn [perfect, future, second-person], zullen geëcht zijn [perfect, future, third-person], zou geëcht zijn [perfect, conditional, first-person], zou geëcht zijn [perfect, conditional, second-person], zou/zoudt geëcht zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt geëcht zijn [perfect, conditional, second-person], zou geëcht zijn [perfect, conditional, third-person], zouden geëcht zijn [perfect, conditional, first-person], zouden geëcht zijn [perfect, conditional, second-person], zouden geëcht zijn [perfect, conditional, third-person]
  1. in het huwelijk treden Tags: obsolete
    Sense id: nl-echten-nl-verb-xi38OGoy Categories (other): Verouderd_in_het_Nederlands
  2. de legitimiteit van een kind bij de trouwerij erkennen Tags: transitive
    Sense id: nl-echten-nl-verb-6ydI6HGR Categories (other): Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "WikiWoordenboek:Wikilink",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 6",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "echtte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te echten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen echten",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen echten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geëcht",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben geëcht",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht zullen hebben",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "echtend",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n echt",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "mv. verouderd\necht",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "echte",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "echt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echt",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echtte",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echtte",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echtte",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echtte",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echtte",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echtten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echtten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echtten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal echten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal echten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal echten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult echten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal echten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen echten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen echten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen echten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou echten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou echten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) echten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt echten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou echten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden echten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden echten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden echten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb geëcht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geëcht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt/heeft geëcht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geëcht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geëcht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geëcht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geëcht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geëcht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geëcht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geëcht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geëcht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt geëcht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geëcht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geëcht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geëcht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geëcht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal/zult geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt geëcht",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is geëcht",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd geëcht",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was geëcht",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal geëcht worden",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal geëcht zijn",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou geëcht worden",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou geëcht zijn",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht worden",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht zullen worden",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht zijn",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht zullen zijn",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word geëcht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt geëcht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt geëcht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt geëcht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt geëcht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden geëcht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden geëcht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden geëcht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd geëcht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd geëcht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd geëcht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt geëcht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd geëcht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden geëcht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden geëcht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden geëcht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben geëcht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent geëcht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent/is geëcht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt geëcht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is geëcht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn geëcht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn geëcht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn geëcht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was geëcht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was geëcht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was geëcht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart geëcht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was geëcht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren geëcht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren geëcht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren geëcht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "ech·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Verouderd_in_het_Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "in het huwelijk treden"
      ],
      "id": "nl-echten-nl-verb-xi38OGoy",
      "tags": [
        "obsolete"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Van de dertig echtparen die een religieus gemengd huwelijk sloten, waren er vier die op de trouwdag een kind echtten en zeven waarvan de vrouw toen zwanger was; …"
        }
      ],
      "glosses": [
        "de legitimiteit van een kind bij de trouwerij erkennen"
      ],
      "id": "nl-echten-nl-verb-6ydI6HGR",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-echten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/1/1e/Nl-echten.ogg/Nl-echten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-echten.ogg"
    }
  ],
  "word": "echten"
}
{
  "categories": [
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "WikiWoordenboek:Wikilink",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 6",
    "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "echtte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te echten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen echten",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen echten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geëcht",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben geëcht",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht zullen hebben",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "echtend",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n echt",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "mv. verouderd\necht",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "echte",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "echt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echt",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echtte",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echtte",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echtte",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echtte",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echtte",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echtten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echtten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "echtten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal echten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal echten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal echten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult echten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal echten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen echten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen echten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen echten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou echten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou echten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) echten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt echten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou echten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden echten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden echten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden echten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb geëcht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geëcht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt/heeft geëcht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geëcht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geëcht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geëcht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geëcht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geëcht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geëcht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geëcht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geëcht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt geëcht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geëcht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geëcht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geëcht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geëcht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal/zult geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt geëcht",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is geëcht",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd geëcht",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was geëcht",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal geëcht worden",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal geëcht zijn",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou geëcht worden",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou geëcht zijn",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht worden",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht zullen worden",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht zijn",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht zullen zijn",
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geëcht te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word geëcht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt geëcht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt geëcht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt geëcht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt geëcht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden geëcht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden geëcht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden geëcht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd geëcht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd geëcht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd geëcht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt geëcht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd geëcht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden geëcht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden geëcht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden geëcht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben geëcht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent geëcht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent/is geëcht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt geëcht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is geëcht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn geëcht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn geëcht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn geëcht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was geëcht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was geëcht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was geëcht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart geëcht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was geëcht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren geëcht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren geëcht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren geëcht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geëcht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "echten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "ech·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Verouderd_in_het_Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "in het huwelijk treden"
      ],
      "tags": [
        "obsolete"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Van de dertig echtparen die een religieus gemengd huwelijk sloten, waren er vier die op de trouwdag een kind echtten en zeven waarvan de vrouw toen zwanger was; …"
        }
      ],
      "glosses": [
        "de legitimiteit van een kind bij de trouwerij erkennen"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-echten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/1/1e/Nl-echten.ogg/Nl-echten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-echten.ogg"
    }
  ],
  "word": "echten"
}

Download raw JSONL data for echten meaning in Nederlands (21.9kB)


This page is a part of the kaikki.org machine-readable Nederlands dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-11-06 from the nlwiktionary dump dated 2024-10-20 using wiktextract (fbeafe8 and 7f03c9b). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.