"cohabiteren" meaning in Nederlands

See cohabiteren in All languages combined, or Wiktionary

Verb

Audio: nl-cohabiteren.ogg
Forms: cohabiteerde [past], gecohabiteerd [past, participle], te cohabiteren [active, infinitive, imperfect, present], zullen cohabiteren [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen cohabiteren [active, infinitive, imperfect, future], hebben gecohabiteerd [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben gecohabiteerd [active, infinitive, perfect, present], gecohabiteerd zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], gecohabiteerd te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], cohabiterend [imperfect, participle], gecohabiteerd [past, participle], ev. cohabiteer [imperative], cohabitere [subjunctive], cohabiteer [indicative, imperfect, present, singular, first-person], cohabiteert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], cohabiteert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], cohabiteert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], cohabiteert [indicative, imperfect, present, singular, third-person], cohabiteerde [indicative, imperfect, past, singular, first-person], cohabiteerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], cohabiteerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], cohabiteerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], cohabiteerde [indicative, imperfect, past, singular, third-person], cohabiteerden [indicative, imperfect, past, plural, first-person], cohabiteerden [indicative, imperfect, past, plural, second-person], cohabiteerden [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal cohabiteren [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult cohabiteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal cohabiteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult cohabiteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal cohabiteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult cohabiteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal cohabiteren [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen cohabiteren [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen cohabiteren [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen cohabiteren [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou cohabiteren [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou cohabiteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) cohabiteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt cohabiteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou cohabiteren [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden cohabiteren [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden cohabiteren [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden cohabiteren [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb gecohabiteerd [perfect, present, first-person], hebt gecohabiteerd [perfect, present, second-person], hebt gecohabiteerd [perfect, present, second-person], heeft gecohabiteerd [perfect, present, second-person], hebt gecohabiteerd [perfect, present, second-person], heeft gecohabiteerd [perfect, present, third-person], hebben gecohabiteerd [perfect, present, first-person], hebben gecohabiteerd [perfect, present, second-person], hebben gecohabiteerd [perfect, present, third-person], had gecohabiteerd [perfect, past, first-person], had gecohabiteerd [perfect, past, second-person], had gecohabiteerd [perfect, past, second-person], hadt gecohabiteerd [perfect, past, second-person], had gecohabiteerd [perfect, past, third-person], hadden gecohabiteerd [perfect, past, first-person], hadden gecohabiteerd [perfect, past, second-person], hadden gecohabiteerd [perfect, past, third-person], zal gecohabiteerd hebben [perfect, future, first-person], zal gecohabiteerd hebben [perfect, future, second-person], zult gecohabiteerd hebben [perfect, future, second-person], zult gecohabiteerd hebben [perfect, future, second-person], zal gecohabiteerd hebben [perfect, future, second-person], zult gecohabiteerd hebben [perfect, future, second-person], zal gecohabiteerd hebben [perfect, future, third-person], zullen gecohabiteerd hebben [perfect, future, first-person], zullen gecohabiteerd hebben [perfect, future, second-person], zullen gecohabiteerd hebben [perfect, future, third-person], zou gecohabiteerd hebben [perfect, conditional, first-person], zou gecohabiteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zou gecohabiteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gecohabiteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gecohabiteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zou gecohabiteerd hebben [perfect, conditional, third-person], zouden gecohabiteerd hebben [perfect, conditional, first-person], zouden gecohabiteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zouden gecohabiteerd hebben [perfect, conditional, third-person]
  1. vrijen, geslachtsgemeenschap hebben Tags: formal, intransitive
    Sense id: nl-cohabiteren-nl-verb-vOfNQknR Categories (other): Formeel_in_het_Nederlands, Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands, Seksualiteit_in_het_Nederlands Topics: sexuality
  2. samenwonen, in elkaars nabijheid vertoeven
    Sense id: nl-cohabiteren-nl-verb-UZJDUMBs
The following are not (yet) sense-disambiguated
Synonyms: paren, rampetampen Derived forms: cohabitatie Translations: cohabiter (Frans), cohabitar (Spaans)

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Achtervoegsel -eren in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "cohabitatie"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "afgeleid van het Franse cohabiter (met het achtervoegsel -eren)"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "cohabiteerde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gecohabiteerd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen cohabiteren",
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gecohabiteerd",
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gecohabiteerd zullen hebben",
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gecohabiteerd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiterend",
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gecohabiteerd",
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n cohabiteer",
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabitere",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\ncohabiteert"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteer",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteerde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteerde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteerde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteerde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteerde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteerden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteerden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteerden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "co·ha·bi·te·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Formeel_in_het_Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        },
        {
          "kind": "other",
          "name": "Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        },
        {
          "kind": "other",
          "name": "Seksualiteit_in_het_Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "vrijen, geslachtsgemeenschap hebben"
      ],
      "id": "nl-cohabiteren-nl-verb-vOfNQknR",
      "tags": [
        "formal",
        "intransitive"
      ],
      "topics": [
        "sexuality"
      ]
    },
    {
      "glosses": [
        "samenwonen, in elkaars nabijheid vertoeven"
      ],
      "id": "nl-cohabiteren-nl-verb-UZJDUMBs"
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-cohabiteren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/9/96/Nl-cohabiteren.ogg/Nl-cohabiteren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-cohabiteren.ogg"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "sense_index": 1,
      "word": "paren"
    },
    {
      "sense_index": 1,
      "word": "rampetampen"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "word": "cohabiter"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "word": "cohabitar"
    }
  ],
  "word": "cohabiteren"
}
{
  "categories": [
    "Achtervoegsel -eren in het Nederlands",
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
    "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "cohabitatie"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "afgeleid van het Franse cohabiter (met het achtervoegsel -eren)"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "cohabiteerde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gecohabiteerd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen cohabiteren",
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gecohabiteerd",
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gecohabiteerd zullen hebben",
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gecohabiteerd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiterend",
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gecohabiteerd",
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n cohabiteer",
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabitere",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\ncohabiteert"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteer",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteerde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteerde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteerde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteerde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteerde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteerden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteerden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "cohabiteerden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden cohabiteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gecohabiteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gecohabiteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "cohabiteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "co·ha·bi·te·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Formeel_in_het_Nederlands",
        "Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands",
        "Seksualiteit_in_het_Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "vrijen, geslachtsgemeenschap hebben"
      ],
      "tags": [
        "formal",
        "intransitive"
      ],
      "topics": [
        "sexuality"
      ]
    },
    {
      "glosses": [
        "samenwonen, in elkaars nabijheid vertoeven"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-cohabiteren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/9/96/Nl-cohabiteren.ogg/Nl-cohabiteren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-cohabiteren.ogg"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "sense_index": 1,
      "word": "paren"
    },
    {
      "sense_index": 1,
      "word": "rampetampen"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "word": "cohabiter"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "word": "cohabitar"
    }
  ],
  "word": "cohabiteren"
}

Download raw JSONL data for cohabiteren meaning in Nederlands (12.9kB)


This page is a part of the kaikki.org machine-readable Nederlands dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-02-15 from the nlwiktionary dump dated 2025-02-02 using wiktextract (ca09fec and c40eb85). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.