"bitteren" meaning in Nederlands

See bitteren in All languages combined, or Wiktionary

Verb

Audio: nl-bitteren.ogg
Forms: bitterde [past], gebitterd [past, participle], te bitteren [active, infinitive, imperfect, present], zullen bitteren [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen bitteren [active, infinitive, imperfect, future], hebben gebitterd [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben gebitterd [active, infinitive, perfect, present], gebitterd zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], gebitterd te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], bitterend [imperfect, participle], gebitterd [past, participle], ev. bitter [imperative], bittere [subjunctive], bitter [indicative, imperfect, present, singular, first-person], bittert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], bittert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], bittert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], bittert [indicative, imperfect, present, singular, third-person], bitterde [indicative, imperfect, past, singular, first-person], bitterde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], bitterde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], bitterde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], bitterde [indicative, imperfect, past, singular, third-person], bitterden [indicative, imperfect, past, plural, first-person], bitterden [indicative, imperfect, past, plural, second-person], bitterden [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal bitteren [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult bitteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal bitteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult bitteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal bitteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult bitteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal bitteren [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen bitteren [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen bitteren [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen bitteren [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou bitteren [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou bitteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) bitteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt bitteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou bitteren [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden bitteren [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden bitteren [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden bitteren [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb gebitterd [perfect, present, first-person], hebt gebitterd [perfect, present, second-person], hebt gebitterd [perfect, present, second-person], heeft gebitterd [perfect, present, second-person], hebt gebitterd [perfect, present, second-person], heeft gebitterd [perfect, present, third-person], hebben gebitterd [perfect, present, first-person], hebben gebitterd [perfect, present, second-person], hebben gebitterd [perfect, present, third-person], had gebitterd [perfect, past, first-person], had gebitterd [perfect, past, second-person], had gebitterd [perfect, past, second-person], hadt gebitterd [perfect, past, second-person], had gebitterd [perfect, past, third-person], hadden gebitterd [perfect, past, first-person], hadden gebitterd [perfect, past, second-person], hadden gebitterd [perfect, past, third-person], zal gebitterd hebben [perfect, future, first-person], zal gebitterd hebben [perfect, future, second-person], zult gebitterd hebben [perfect, future, second-person], zult gebitterd hebben [perfect, future, second-person], zal gebitterd hebben [perfect, future, second-person], zult gebitterd hebben [perfect, future, second-person], zal gebitterd hebben [perfect, future, third-person], zullen gebitterd hebben [perfect, future, first-person], zullen gebitterd hebben [perfect, future, second-person], zullen gebitterd hebben [perfect, future, third-person], zou gebitterd hebben [perfect, conditional, first-person], zou gebitterd hebben [perfect, conditional, second-person], zou gebitterd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gebitterd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gebitterd hebben [perfect, conditional, second-person], zou gebitterd hebben [perfect, conditional, third-person], zouden gebitterd hebben [perfect, conditional, first-person], zouden gebitterd hebben [perfect, conditional, second-person], zouden gebitterd hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt gebitterd [impersonal, passive, present, imperfect], er is gebitterd [impersonal, passive, present, perfect], er werd gebitterd [impersonal, passive, past, imperfect], er was gebitterd [impersonal, passive, past, perfect], er zal gebitterd worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal gebitterd zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou gebitterd worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou gebitterd zijn [impersonal, passive, conditional, perfect]
  1. een bittertje nuttigen Tags: unergative
    Sense id: nl-bitteren-nl-verb-qr87gBA0 Categories (other): Inergatief werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Categories (other): Achtervoegsel -en in het Nederlands, Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands, Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 8, Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Achtervoegsel -en in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 8",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "Afgeleid van bitter met het achtervoegsel -en"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "bitterde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gebitterd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te bitteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen bitteren",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen bitteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gebitterd",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gebitterd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gebitterd zullen hebben",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gebitterd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterend",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gebitterd",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n bitter",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "bittere",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nbittert"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "bitter",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bittert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bittert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bittert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bittert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal bitteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult bitteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal bitteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult bitteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal bitteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult bitteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal bitteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen bitteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen bitteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen bitteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou bitteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou bitteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) bitteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt bitteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou bitteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden bitteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden bitteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden bitteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gebitterd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gebitterd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gebitterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gebitterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gebitterd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gebitterd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gebitterd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gebitterd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gebitterd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gebitterd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gebitterd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gebitterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gebitterd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gebitterd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gebitterd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gebitterd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gebitterd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt gebitterd",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is gebitterd",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd gebitterd",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was gebitterd",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gebitterd worden",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gebitterd zijn",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gebitterd worden",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gebitterd zijn",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "bit·te·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Inergatief werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Ze bitterden en legden een kaartje op gezette tijden."
        }
      ],
      "glosses": [
        "een bittertje nuttigen"
      ],
      "id": "nl-bitteren-nl-verb-qr87gBA0",
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-bitteren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/3/39/Nl-bitteren.ogg/Nl-bitteren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-bitteren.ogg"
    }
  ],
  "word": "bitteren"
}

{
  "categories": [
    "Achtervoegsel -en in het Nederlands",
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 8",
    "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "Afgeleid van bitter met het achtervoegsel -en"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "bitterde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gebitterd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te bitteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen bitteren",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen bitteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gebitterd",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gebitterd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gebitterd zullen hebben",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gebitterd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterend",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gebitterd",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n bitter",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "bittere",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nbittert"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "bitter",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bittert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bittert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bittert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bittert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bitterden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal bitteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult bitteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal bitteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult bitteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal bitteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult bitteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal bitteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen bitteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen bitteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen bitteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou bitteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou bitteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) bitteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt bitteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou bitteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden bitteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden bitteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden bitteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gebitterd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gebitterd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gebitterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gebitterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gebitterd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gebitterd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gebitterd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gebitterd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gebitterd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gebitterd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gebitterd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gebitterd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gebitterd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gebitterd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gebitterd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gebitterd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gebitterd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gebitterd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt gebitterd",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is gebitterd",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd gebitterd",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was gebitterd",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gebitterd worden",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal gebitterd zijn",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gebitterd worden",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou gebitterd zijn",
      "source": "bitteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "bit·te·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Inergatief werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Ze bitterden en legden een kaartje op gezette tijden."
        }
      ],
      "glosses": [
        "een bittertje nuttigen"
      ],
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-bitteren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/3/39/Nl-bitteren.ogg/Nl-bitteren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-bitteren.ogg"
    }
  ],
  "word": "bitteren"
}

Download raw JSONL data for bitteren meaning in Nederlands (13.0kB)

This page is a part of the kaikki.org machine-readable Nederlands dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-02-12 from the nlwiktionary dump dated 2025-02-02 using wiktextract (1c4b89b and 9dbd323). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.