"afspreken" meaning in Nederlands

See afspreken in All languages combined, or Wiktionary

Verb

Audio: nl-afspreken.ogg
Forms: sprak af [past], afgesproken [past, participle], af te spreken [active, infinitive, imperfect, present], zullen afspreken af zullen spreken [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen afspreken af te zullen spreken [active, infinitive, imperfect, future], hebben afgesproken [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben afgesproken [active, infinitive, perfect, present], afgesproken zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], afgesproken te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], afsprekend [imperfect, participle], afgesproken [past, participle], ev. spreek af [imperative], spreek af [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, first-person], spreekt af [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], spreekt af [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], spreekt af [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], spreekt af [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, third-person], spreken af [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, first-person], spreken af [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, second-person], spreken af [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, third-person], sprak af [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, first-person], sprak af [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], sprak af [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], spraakt af [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], sprak af [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, third-person], spraken af [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, first-person], spraken af [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, second-person], spraken af [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, third-person], zal afspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, first-person], zult afspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal afspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult afspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal afspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult afspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal afspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, third-person], zullen afspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, first-person], zullen afspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, second-person], zullen afspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, third-person], zou afspreken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, first-person], zou afspreken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou(dt) afspreken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zoudt afspreken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou afspreken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, third-person], zouden afspreken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, first-person], zouden afspreken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, second-person], zouden afspreken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, third-person], afspreek [subordinate-clause, present], afspreekt [subordinate-clause, present], afspreekt [subordinate-clause, present], afspreekt [subordinate-clause, present], afspreekt [subordinate-clause, present], afsprak [subordinate-clause, past], afsprak [subordinate-clause, past], afsprak [subordinate-clause, past], afspraakt [subordinate-clause, past], afsprak [subordinate-clause, past], afspraken [subordinate-clause, past], afspraken [subordinate-clause, past], afspraken [subordinate-clause, past], zal afspreken af zal spreken [subordinate-clause, future], zult afspreken af zult/zal spreken [subordinate-clause, future], zal afspreken af zult/zal spreken [subordinate-clause, future], zult afspreken af zult/zal spreken [subordinate-clause, future], zal afspreken af zult/zal spreken [subordinate-clause, future], zult afspreken af zult spreken [subordinate-clause, future], zal afspreken af zal spreken [subordinate-clause, future], zullen afspreken af zullen spreken [subordinate-clause, future], zullen afspreken af zullen spreken [subordinate-clause, future], zullen afspreken af zullen spreken [subordinate-clause, future], zou afspreken af zou spreken [subordinate-clause, conditional], zou afspreken af zou spreken [subordinate-clause, conditional], zou(dt) afspreken af zou(dt) spreken [subordinate-clause, conditional], zoudt afspreken af zoudt spreken [subordinate-clause, conditional], zou afspreken af zou spreken [subordinate-clause, conditional], zouden afspreken af zouden spreken [subordinate-clause, conditional], zouden afspreken af zouden spreken [subordinate-clause, conditional], zouden afspreken af zouden spreken [subordinate-clause, conditional], heb afgesproken [perfect, present, first-person], hebt afgesproken [perfect, present, second-person], hebt afgesproken [perfect, present, second-person], heeft afgesproken [perfect, present, second-person], hebt afgesproken [perfect, present, second-person], heeft afgesproken [perfect, present, third-person], hebben afgesproken [perfect, present, first-person], hebben afgesproken [perfect, present, second-person], hebben afgesproken [perfect, present, third-person], had afgesproken [perfect, past, first-person], had afgesproken [perfect, past, second-person], had afgesproken [perfect, past, second-person], hadt afgesproken [perfect, past, second-person], had afgesproken [perfect, past, third-person], hadden afgesproken [perfect, past, first-person], hadden afgesproken [perfect, past, second-person], hadden afgesproken [perfect, past, third-person], zal afgesproken hebben [perfect, future, first-person], zal afgesproken hebben [perfect, future, second-person], zult afgesproken hebben [perfect, future, second-person], zult afgesproken hebben [perfect, future, second-person], zal afgesproken hebben [perfect, future, second-person], zult afgesproken hebben [perfect, future, second-person], zal afgesproken hebben [perfect, future, third-person], zullen afgesproken hebben [perfect, future, first-person], zullen afgesproken hebben [perfect, future, second-person], zullen afgesproken hebben [perfect, future, third-person], zou afgesproken hebben [perfect, conditional, first-person], zou afgesproken hebben [perfect, conditional, second-person], zou afgesproken hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt afgesproken hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt afgesproken hebben [perfect, conditional, second-person], zou afgesproken hebben [perfect, conditional, third-person], zouden afgesproken hebben [perfect, conditional, first-person], zouden afgesproken hebben [perfect, conditional, second-person], zouden afgesproken hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt afgesproken [impersonal, passive, present, imperfect], er is afgesproken [impersonal, passive, present, perfect], er werd afgesproken [impersonal, passive, past, imperfect], er was afgesproken [impersonal, passive, past, perfect], er zal afgesproken worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal afgesproken zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou afgesproken worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou afgesproken zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], afgesproken worden [passive, infinitive, imperfect, present, short-form], afgesproken te worden [passive, infinitive, imperfect, present], afgesproken zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future, short-form], afgesproken te zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future], afgesproken zijn [passive, infinitive, perfect, present, short-form], afgesproken te zijn [passive, infinitive, perfect, present], afgesproken zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future, short-form], afgesproken te zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future], word afgesproken [singular, imperfect, present, first-person], wordt afgesproken [singular, imperfect, present, second-person], wordt afgesproken [singular, imperfect, present, second-person], wordt afgesproken [singular, imperfect, present, second-person], wordt afgesproken [singular, imperfect, present, plural, third-person], worden afgesproken [singular, imperfect, present, plural, first-person], worden afgesproken [singular, imperfect, present, plural, second-person], worden afgesproken [singular, imperfect, present, third-person], werd afgesproken [singular, imperfect, past, first-person], werd afgesproken [singular, imperfect, past, second-person], werd afgesproken [singular, imperfect, past, second-person], werdt afgesproken [singular, imperfect, past, second-person], werd afgesproken [singular, imperfect, past, plural, third-person], werden afgesproken [singular, imperfect, past, plural, first-person], werden afgesproken [singular, imperfect, past, plural, second-person], werden afgesproken [singular, imperfect, past, third-person], zal afgesproken worden [singular, imperfect, future, first-person], zult afgesproken worden [singular, imperfect, future, second-person], zult afgesproken worden [singular, imperfect, future, second-person], zult afgesproken worden [singular, imperfect, future, second-person], zal afgesproken worden [singular, imperfect, future, plural, third-person], zullen afgesproken worden [singular, imperfect, future, plural, first-person], zullen afgesproken worden [singular, imperfect, future, plural, second-person], zullen afgesproken worden [singular, imperfect, future, third-person], zou afgesproken worden [singular, imperfect, conditional, first-person], zou afgesproken worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou afgesproken worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt afgesproken worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt afgesproken worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou afgesproken worden [singular, imperfect, conditional, plural, third-person], zouden afgesproken worden [singular, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden afgesproken worden [singular, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden afgesproken worden [singular, imperfect, conditional, third-person], ben afgesproken [perfect, present, first-person], bent afgesproken [perfect, present, second-person], bent afgesproken [perfect, present, second-person], is afgesproken [perfect, present, second-person], zijt afgesproken [perfect, present, second-person], is afgesproken [perfect, present, third-person], zijn afgesproken [perfect, present, first-person], zijn afgesproken [perfect, present, second-person], zijn afgesproken [perfect, present, third-person], was afgesproken [perfect, past, first-person], was afgesproken [perfect, past, second-person], was afgesproken [perfect, past, second-person], waart afgesproken [perfect, past, second-person], was afgesproken [perfect, past, third-person], waren afgesproken [perfect, past, first-person], waren afgesproken [perfect, past, second-person], waren afgesproken [perfect, past, third-person], zal afgesproken zijn [perfect, future, first-person], zult afgesproken zijn [perfect, future, second-person], zult afgesproken zijn [perfect, future, second-person], zult afgesproken zijn [perfect, future, second-person], zal afgesproken zijn [perfect, future, third-person], zullen afgesproken zijn [perfect, future, first-person], zullen afgesproken zijn [perfect, future, second-person], zullen afgesproken zijn [perfect, future, third-person], zou afgesproken zijn [perfect, conditional, first-person], zou afgesproken zijn [perfect, conditional, second-person], zou afgesproken zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt afgesproken zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt afgesproken zijn [perfect, conditional, second-person], zou afgesproken zijn [perfect, conditional, third-person], zouden afgesproken zijn [perfect, conditional, first-person], zouden afgesproken zijn [perfect, conditional, second-person], zouden afgesproken zijn [perfect, conditional, third-person]
  1. een onderling vergelijk vastleggen, overeenkomen Tags: transitive
    Sense id: nl-afspreken-nl-verb-LrnmGyXn Categories (other): Overgankelijk werkwoord in het Nederlands, Woorden met boekreferenties
The following are not (yet) sense-disambiguated
Translations (een onderling vergelijk vastleggen): vereinbaren (Duits), avtale (Noors), avtale (Nynorsk), umówić sie (Pools), convenir (Spaans)
Categories (other): Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Samenstelling in het Nederlands, Scheidbaar werkwoord in het Nederlands, Sterk werkwoord klasse 4 in het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 9

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Samenstelling in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Sterk werkwoord klasse 4 in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 9",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van af bw en spreken ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "sprak af",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "af te spreken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afspreken\naf zullen spreken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen afspreken\naf te zullen spreken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgesproken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben afgesproken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken zullen hebben",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "afsprekend",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n spreek af",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "spreek af",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt af",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt af",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt af",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt af",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken af",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken af",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken af",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak af",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak af",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak af",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spraakt af",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak af",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spraken af",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spraken af",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spraken af",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afspreken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afspreken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afspreken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afspreken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afspreken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afspreken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afspreken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afspreken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afspreken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afspreken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afspreken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afspreken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) afspreken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afspreken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afspreken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afspreken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afspreken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afspreken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "afspreek",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afspreekt",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afspreekt",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afspreekt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afspreekt",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afsprak",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afsprak",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afsprak",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afspraakt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afsprak",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afspraken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afspraken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afspraken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afspreken\naf zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afspreken\naf zult/zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afspreken\naf zult/zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afspreken\naf zult/zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afspreken\naf zult/zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afspreken\naf zult spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afspreken\naf zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afspreken\naf zullen spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afspreken\naf zullen spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afspreken\naf zullen spreken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afspreken\naf zou spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afspreken\naf zou spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) afspreken\naf zou(dt) spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afspreken\naf zoudt spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afspreken\naf zou spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afspreken\naf zouden spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afspreken\naf zouden spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afspreken\naf zouden spreken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb afgesproken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft afgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft afgesproken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgesproken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgesproken",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgesproken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgesproken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt afgesproken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is afgesproken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd afgesproken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was afgesproken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal afgesproken worden",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal afgesproken zijn",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou afgesproken worden",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou afgesproken zijn",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken worden",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken zullen worden",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken zijn",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken zullen zijn",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word afgesproken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgesproken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgesproken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben afgesproken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent afgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is afgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is afgesproken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgesproken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgesproken",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgesproken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart afgesproken",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgesproken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgesproken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgesproken",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "af·spre·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        },
        {
          "kind": "other",
          "name": "Woorden met boekreferenties",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Zij spraken af om de vergadering te verzetten."
        },
        {
          "ref": "Tim Voors\n “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers",
          "text": "Om de week spraken Genie, Jetfighter en ik af in een lokaal café om te ontbijten en de trailroddels door te nemen. We waren geen vaste trailfamilie, maar wel een sterke drie-eenheid die elkaar steeds opzocht."
        },
        {
          "ref": "Suzanne Vermeer\n “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2",
          "text": "Achter hen stonden Max en Dennis met grote ogen te kijken naar de achterkant van een klein fototoestel dat Sander vasthield. Alsof het zo was afgesproken, stapte Denise de kamer binnen op het moment dat zij alle aanwezigen kort had bekeken."
        }
      ],
      "glosses": [
        "een onderling vergelijk vastleggen, overeenkomen"
      ],
      "id": "nl-afspreken-nl-verb-LrnmGyXn",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-afspreken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/5/5a/Nl-afspreken.ogg/Nl-afspreken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-afspreken.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "een onderling vergelijk vastleggen",
      "sense_index": 1,
      "word": "vereinbaren"
    },
    {
      "lang": "Noors",
      "lang_code": "no",
      "sense": "een onderling vergelijk vastleggen",
      "sense_index": 1,
      "word": "avtale"
    },
    {
      "lang": "Nynorsk",
      "lang_code": "nn",
      "sense": "een onderling vergelijk vastleggen",
      "sense_index": 1,
      "word": "avtale"
    },
    {
      "lang": "Pools",
      "lang_code": "pl",
      "sense": "een onderling vergelijk vastleggen",
      "sense_index": 1,
      "word": "umówić sie"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "een onderling vergelijk vastleggen",
      "sense_index": 1,
      "word": "convenir"
    }
  ],
  "word": "afspreken"
}

{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Samenstelling in het Nederlands",
    "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Sterk werkwoord klasse 4 in het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 9"
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van af bw en spreken ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "sprak af",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "af te spreken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afspreken\naf zullen spreken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen afspreken\naf te zullen spreken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgesproken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben afgesproken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken zullen hebben",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "afsprekend",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n spreek af",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "spreek af",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt af",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt af",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt af",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt af",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken af",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken af",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken af",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak af",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak af",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak af",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spraakt af",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak af",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spraken af",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spraken af",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spraken af",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afspreken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afspreken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afspreken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afspreken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afspreken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afspreken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afspreken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afspreken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afspreken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afspreken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afspreken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afspreken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) afspreken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afspreken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afspreken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afspreken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afspreken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afspreken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "afspreek",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afspreekt",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afspreekt",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afspreekt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afspreekt",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afsprak",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afsprak",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afsprak",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afspraakt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afsprak",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afspraken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afspraken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afspraken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afspreken\naf zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afspreken\naf zult/zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afspreken\naf zult/zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afspreken\naf zult/zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afspreken\naf zult/zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afspreken\naf zult spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afspreken\naf zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afspreken\naf zullen spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afspreken\naf zullen spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afspreken\naf zullen spreken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afspreken\naf zou spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afspreken\naf zou spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) afspreken\naf zou(dt) spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afspreken\naf zoudt spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afspreken\naf zou spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afspreken\naf zouden spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afspreken\naf zouden spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afspreken\naf zouden spreken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb afgesproken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft afgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft afgesproken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgesproken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgesproken",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgesproken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgesproken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt afgesproken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is afgesproken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd afgesproken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was afgesproken",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal afgesproken worden",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal afgesproken zijn",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou afgesproken worden",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou afgesproken zijn",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken worden",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken zullen worden",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken zijn",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken zullen zijn",
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgesproken te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word afgesproken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgesproken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgesproken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgesproken",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben afgesproken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent afgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is afgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt afgesproken",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is afgesproken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgesproken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgesproken",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgesproken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart afgesproken",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgesproken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgesproken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgesproken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgesproken",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgesproken zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "af·spre·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
        "Woorden met boekreferenties"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Zij spraken af om de vergadering te verzetten."
        },
        {
          "ref": "Tim Voors\n “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers",
          "text": "Om de week spraken Genie, Jetfighter en ik af in een lokaal café om te ontbijten en de trailroddels door te nemen. We waren geen vaste trailfamilie, maar wel een sterke drie-eenheid die elkaar steeds opzocht."
        },
        {
          "ref": "Suzanne Vermeer\n “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2",
          "text": "Achter hen stonden Max en Dennis met grote ogen te kijken naar de achterkant van een klein fototoestel dat Sander vasthield. Alsof het zo was afgesproken, stapte Denise de kamer binnen op het moment dat zij alle aanwezigen kort had bekeken."
        }
      ],
      "glosses": [
        "een onderling vergelijk vastleggen, overeenkomen"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-afspreken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/5/5a/Nl-afspreken.ogg/Nl-afspreken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-afspreken.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "een onderling vergelijk vastleggen",
      "sense_index": 1,
      "word": "vereinbaren"
    },
    {
      "lang": "Noors",
      "lang_code": "no",
      "sense": "een onderling vergelijk vastleggen",
      "sense_index": 1,
      "word": "avtale"
    },
    {
      "lang": "Nynorsk",
      "lang_code": "nn",
      "sense": "een onderling vergelijk vastleggen",
      "sense_index": 1,
      "word": "avtale"
    },
    {
      "lang": "Pools",
      "lang_code": "pl",
      "sense": "een onderling vergelijk vastleggen",
      "sense_index": 1,
      "word": "umówić sie"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "een onderling vergelijk vastleggen",
      "sense_index": 1,
      "word": "convenir"
    }
  ],
  "word": "afspreken"
}

Download raw JSONL data for afspreken meaning in Nederlands (30.5kB)

{
  "called_from": "core/1021",
  "msg": "too many args (5) in argument reference: ('pageurl', '\\U001023bb', '.*web.archive.org/web/\\U0010203f0-9\\U00102040*/(\\U0010203fa-z\\U00102040*)://(.*)', '%1://%2', 'plain=no')",
  "path": [
    "afspreken",
    "Template:citeer",
    "ARG-DEFVAL"
  ],
  "section": "Nederlands",
  "subsection": "Werkwoord",
  "title": "afspreken",
  "trace": ""
}

{
  "called_from": "core/1021",
  "msg": "too many args (5) in argument reference: ('pageurl', '\\U001023bb', '.*web.archive.org/web/\\U0010203f0-9\\U00102040*/(\\U0010203fa-z\\U00102040*)://(.*)', '%1://%2', 'plain=no')",
  "path": [
    "afspreken",
    "Template:citeer",
    "ARG-DEFVAL"
  ],
  "section": "Nederlands",
  "subsection": "Werkwoord",
  "title": "afspreken",
  "trace": ""
}

This page is a part of the kaikki.org machine-readable Nederlands dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-02-25 from the nlwiktionary dump dated 2025-02-21 using wiktextract (9e2b7d3 and f2e72e5). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.