"afschrikken" meaning in Nederlands

See afschrikken in All languages combined, or Wiktionary

Verb

IPA: ˈɑfsxrɪkə(n) Audio: nl-afschrikken.ogg
Forms: schrikte af [past], afgeschrikt [past, participle], af te schrikken [active, infinitive, imperfect, present], zullen afschrikken af zullen schrikken [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen afschrikken af te zullen schrikken [active, infinitive, imperfect, future], hebben afgeschrikt [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben afgeschrikt [active, infinitive, perfect, present], afgeschrikt zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], afgeschrikt te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], afschrikkend [imperfect, participle], afgeschrikt [past, participle], ev. schrik af [imperative], schrik af [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, first-person], schrikt af [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], schrikt af [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], schrikt af [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], schrikt af [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, third-person], schrikken af [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, first-person], schrikken af [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, second-person], schrikken af [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, third-person], schrikte af [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, first-person], schrikte af [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], schrikte af [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], schrikte af [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], schrikte af [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, third-person], schrikten af [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, first-person], schrikten af [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, second-person], schrikten af [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, third-person], zal afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, first-person], zult afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, third-person], zullen afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, first-person], zullen afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, second-person], zullen afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, third-person], zou afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, first-person], zou afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou(dt) afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zoudt afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, third-person], zouden afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, first-person], zouden afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, second-person], zouden afschrikken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, third-person], afschrik [subordinate-clause, present], afschrikt [subordinate-clause, present], afschrikt [subordinate-clause, present], afschrikt [subordinate-clause, present], afschrikt [subordinate-clause, present], afschrikte [subordinate-clause, past], afschrikte [subordinate-clause, past], afschrikte [subordinate-clause, past], afschrikte [subordinate-clause, past], afschrikte [subordinate-clause, past], afschrikten [subordinate-clause, past], afschrikten [subordinate-clause, past], afschrikten [subordinate-clause, past], zal afschrikken af zal schrikken [subordinate-clause, future], zult afschrikken af zult/zal schrikken [subordinate-clause, future], zal afschrikken af zult/zal schrikken [subordinate-clause, future], zult afschrikken af zult/zal schrikken [subordinate-clause, future], zal afschrikken af zult/zal schrikken [subordinate-clause, future], zult afschrikken af zult schrikken [subordinate-clause, future], zal afschrikken af zal schrikken [subordinate-clause, future], zullen afschrikken af zullen schrikken [subordinate-clause, future], zullen afschrikken af zullen schrikken [subordinate-clause, future], zullen afschrikken af zullen schrikken [subordinate-clause, future], zou afschrikken af zou schrikken [subordinate-clause, conditional], zou afschrikken af zou schrikken [subordinate-clause, conditional], zou(dt) afschrikken af zou(dt) schrikken [subordinate-clause, conditional], zoudt afschrikken af zoudt schrikken [subordinate-clause, conditional], zou afschrikken af zou schrikken [subordinate-clause, conditional], zouden afschrikken af zouden schrikken [subordinate-clause, conditional], zouden afschrikken af zouden schrikken [subordinate-clause, conditional], zouden afschrikken af zouden schrikken [subordinate-clause, conditional], heb afgeschrikt [perfect, present, first-person], hebt afgeschrikt [perfect, present, second-person], hebt afgeschrikt [perfect, present, second-person], heeft afgeschrikt [perfect, present, second-person], hebt afgeschrikt [perfect, present, second-person], heeft afgeschrikt [perfect, present, third-person], hebben afgeschrikt [perfect, present, first-person], hebben afgeschrikt [perfect, present, second-person], hebben afgeschrikt [perfect, present, third-person], had afgeschrikt [perfect, past, first-person], had afgeschrikt [perfect, past, second-person], had afgeschrikt [perfect, past, second-person], hadt afgeschrikt [perfect, past, second-person], had afgeschrikt [perfect, past, third-person], hadden afgeschrikt [perfect, past, first-person], hadden afgeschrikt [perfect, past, second-person], hadden afgeschrikt [perfect, past, third-person], zal afgeschrikt hebben [perfect, future, first-person], zal afgeschrikt hebben [perfect, future, second-person], zult afgeschrikt hebben [perfect, future, second-person], zult afgeschrikt hebben [perfect, future, second-person], zal afgeschrikt hebben [perfect, future, second-person], zult afgeschrikt hebben [perfect, future, second-person], zal afgeschrikt hebben [perfect, future, third-person], zullen afgeschrikt hebben [perfect, future, first-person], zullen afgeschrikt hebben [perfect, future, second-person], zullen afgeschrikt hebben [perfect, future, third-person], zou afgeschrikt hebben [perfect, conditional, first-person], zou afgeschrikt hebben [perfect, conditional, second-person], zou afgeschrikt hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt afgeschrikt hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt afgeschrikt hebben [perfect, conditional, second-person], zou afgeschrikt hebben [perfect, conditional, third-person], zouden afgeschrikt hebben [perfect, conditional, first-person], zouden afgeschrikt hebben [perfect, conditional, second-person], zouden afgeschrikt hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt afgeschrikt [impersonal, passive, present, imperfect], er is afgeschrikt [impersonal, passive, present, perfect], er werd afgeschrikt [impersonal, passive, past, imperfect], er was afgeschrikt [impersonal, passive, past, perfect], er zal afgeschrikt worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal afgeschrikt zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou afgeschrikt worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou afgeschrikt zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], afgeschrikt worden [passive, infinitive, imperfect, present, short-form], afgeschrikt te worden [passive, infinitive, imperfect, present], afgeschrikt zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future, short-form], afgeschrikt te zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future], afgeschrikt zijn [passive, infinitive, perfect, present, short-form], afgeschrikt te zijn [passive, infinitive, perfect, present], afgeschrikt zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future, short-form], afgeschrikt te zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future], word afgeschrikt [singular, imperfect, present, first-person], wordt afgeschrikt [singular, imperfect, present, second-person], wordt afgeschrikt [singular, imperfect, present, second-person], wordt afgeschrikt [singular, imperfect, present, second-person], wordt afgeschrikt [singular, imperfect, present, plural, third-person], worden afgeschrikt [singular, imperfect, present, plural, first-person], worden afgeschrikt [singular, imperfect, present, plural, second-person], worden afgeschrikt [singular, imperfect, present, third-person], werd afgeschrikt [singular, imperfect, past, first-person], werd afgeschrikt [singular, imperfect, past, second-person], werd afgeschrikt [singular, imperfect, past, second-person], werdt afgeschrikt [singular, imperfect, past, second-person], werd afgeschrikt [singular, imperfect, past, plural, third-person], werden afgeschrikt [singular, imperfect, past, plural, first-person], werden afgeschrikt [singular, imperfect, past, plural, second-person], werden afgeschrikt [singular, imperfect, past, third-person], zal afgeschrikt worden [singular, imperfect, future, first-person], zult afgeschrikt worden [singular, imperfect, future, second-person], zult afgeschrikt worden [singular, imperfect, future, second-person], zult afgeschrikt worden [singular, imperfect, future, second-person], zal afgeschrikt worden [singular, imperfect, future, plural, third-person], zullen afgeschrikt worden [singular, imperfect, future, plural, first-person], zullen afgeschrikt worden [singular, imperfect, future, plural, second-person], zullen afgeschrikt worden [singular, imperfect, future, third-person], zou afgeschrikt worden [singular, imperfect, conditional, first-person], zou afgeschrikt worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou afgeschrikt worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt afgeschrikt worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt afgeschrikt worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou afgeschrikt worden [singular, imperfect, conditional, plural, third-person], zouden afgeschrikt worden [singular, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden afgeschrikt worden [singular, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden afgeschrikt worden [singular, imperfect, conditional, third-person], ben afgeschrikt [perfect, present, first-person], bent afgeschrikt [perfect, present, second-person], bent afgeschrikt [perfect, present, second-person], is afgeschrikt [perfect, present, second-person], zijt afgeschrikt [perfect, present, second-person], is afgeschrikt [perfect, present, third-person], zijn afgeschrikt [perfect, present, first-person], zijn afgeschrikt [perfect, present, second-person], zijn afgeschrikt [perfect, present, third-person], was afgeschrikt [perfect, past, first-person], was afgeschrikt [perfect, past, second-person], was afgeschrikt [perfect, past, second-person], waart afgeschrikt [perfect, past, second-person], was afgeschrikt [perfect, past, third-person], waren afgeschrikt [perfect, past, first-person], waren afgeschrikt [perfect, past, second-person], waren afgeschrikt [perfect, past, third-person], zal afgeschrikt zijn [perfect, future, first-person], zult afgeschrikt zijn [perfect, future, second-person], zult afgeschrikt zijn [perfect, future, second-person], zult afgeschrikt zijn [perfect, future, second-person], zal afgeschrikt zijn [perfect, future, third-person], zullen afgeschrikt zijn [perfect, future, first-person], zullen afgeschrikt zijn [perfect, future, second-person], zullen afgeschrikt zijn [perfect, future, third-person], zou afgeschrikt zijn [perfect, conditional, first-person], zou afgeschrikt zijn [perfect, conditional, second-person], zou afgeschrikt zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt afgeschrikt zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt afgeschrikt zijn [perfect, conditional, second-person], zou afgeschrikt zijn [perfect, conditional, third-person], zouden afgeschrikt zijn [perfect, conditional, first-person], zouden afgeschrikt zijn [perfect, conditional, second-person], zouden afgeschrikt zijn [perfect, conditional, third-person]
  1. doen weggaan door angst aan te jagen, door angst aan te jagen bepaald gedrag voorkomen Tags: transitive
    Sense id: nl-afschrikken-nl-verb-jd6Fv15g Categories (other): Overgankelijk werkwoord in het Nederlands, Woorden met boekreferenties
  2. het bijzonder snel afkoelen van een heet voorwerp door het in een koelvloeistof te dompelen Tags: transitive
    Sense id: nl-afschrikken-nl-verb-EDrRzOn8 Categories (other): Materiaalkunde_in_het_Nederlands, Overgankelijk werkwoord in het Nederlands, Scheikunde_in_het_Nederlands Topics: chemistry
The following are not (yet) sense-disambiguated
Derived forms: afschrikking, afschrikmiddel Translations (doen weggaan door angst aan te jagen): effrayer (Frans), espantar (Spaans), aterrorizar (Spaans), acobardar (Spaans) Translations (het bijzonder snel afkoelen van een heet voorwerp door het in een koelvloeistof te dompelen): quench (Engels)

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Samenstelling in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "WikiWoordenboek:Wikilink",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "afschrikking"
    },
    {
      "word": "afschrikmiddel"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van af bw en schrikken ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schrikte af",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "af te schrikken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschrikken\naf zullen schrikken",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen afschrikken\naf te zullen schrikken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgeschrikt",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt zullen hebben",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikkend",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schrik af",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schrik af",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikt af",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikt af",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikt af",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikt af",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikken af",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikken af",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikken af",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikte af",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikte af",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikte af",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikte af",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikte af",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikten af",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikten af",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikten af",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschrikken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afschrikken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschrikken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afschrikken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschrikken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afschrikken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschrikken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschrikken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschrikken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschrikken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschrikken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschrikken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) afschrikken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afschrikken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschrikken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschrikken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschrikken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschrikken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrik",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikt",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikt",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikt",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschrikken\naf zal schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afschrikken\naf zult/zal schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschrikken\naf zult/zal schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afschrikken\naf zult/zal schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschrikken\naf zult/zal schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afschrikken\naf zult schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschrikken\naf zal schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschrikken\naf zullen schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschrikken\naf zullen schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschrikken\naf zullen schrikken",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschrikken\naf zou schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschrikken\naf zou schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) afschrikken\naf zou(dt) schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afschrikken\naf zoudt schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschrikken\naf zou schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschrikken\naf zouden schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschrikken\naf zouden schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschrikken\naf zouden schrikken",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt afgeschrikt",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is afgeschrikt",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd afgeschrikt",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was afgeschrikt",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal afgeschrikt worden",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal afgeschrikt zijn",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou afgeschrikt worden",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou afgeschrikt zijn",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt worden",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt zullen worden",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt zijn",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt zullen zijn",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "af·schrik·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        },
        {
          "kind": "other",
          "name": "Woorden met boekreferenties",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De oorlog schrikte haar niet af."
        },
        {
          "text": "De puber werd afgeschrikt door het vooruitzicht nog een jaar bij zijn ouders te moeten wonen en ging dus maar hard blokken voor zijn eindexamen want dan kon hij volgend jaar op kamers om te studeren."
        },
        {
          "ref": "Tim Voors\n “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers",
          "text": "Gespannen zette ik mijn tent op: om mezelf af te leiden en dieren af te schrikken begon ik hard te fluiten en ik wierp af en toe een blik op de brede vallei onder me."
        }
      ],
      "glosses": [
        "doen weggaan door angst aan te jagen, door angst aan te jagen bepaald gedrag voorkomen"
      ],
      "id": "nl-afschrikken-nl-verb-jd6Fv15g",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Materiaalkunde_in_het_Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        },
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        },
        {
          "kind": "other",
          "name": "Scheikunde_in_het_Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De ampul met het gevormde sulfide werd uit de oven genomen en afgeschrikt in ijswater."
        }
      ],
      "glosses": [
        "het bijzonder snel afkoelen van een heet voorwerp door het in een koelvloeistof te dompelen"
      ],
      "id": "nl-afschrikken-nl-verb-EDrRzOn8",
      "raw_tags": [
        "materiaalkunde"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ],
      "topics": [
        "chemistry"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-afschrikken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/7/75/Nl-afschrikken.ogg/Nl-afschrikken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-afschrikken.ogg"
    },
    {
      "ipa": "ˈɑfsxrɪkə(n)"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "sense": "doen weggaan door angst aan te jagen",
      "sense_index": 1,
      "word": "effrayer"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "doen weggaan door angst aan te jagen",
      "sense_index": 1,
      "word": "espantar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "doen weggaan door angst aan te jagen",
      "sense_index": 1,
      "word": "aterrorizar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "doen weggaan door angst aan te jagen",
      "sense_index": 1,
      "word": "acobardar"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "het bijzonder snel afkoelen van een heet voorwerp door het in een koelvloeistof te dompelen",
      "sense_index": 2,
      "word": "quench"
    }
  ],
  "word": "afschrikken"
}
{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Samenstelling in het Nederlands",
    "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "WikiWoordenboek:Wikilink",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
    "Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands",
    "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands"
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "afschrikking"
    },
    {
      "word": "afschrikmiddel"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van af bw en schrikken ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schrikte af",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "af te schrikken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschrikken\naf zullen schrikken",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen afschrikken\naf te zullen schrikken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgeschrikt",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt zullen hebben",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikkend",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schrik af",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schrik af",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikt af",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikt af",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikt af",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikt af",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikken af",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikken af",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikken af",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikte af",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikte af",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikte af",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikte af",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikte af",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikten af",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikten af",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schrikten af",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschrikken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afschrikken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschrikken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afschrikken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschrikken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afschrikken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschrikken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschrikken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschrikken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschrikken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschrikken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschrikken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) afschrikken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afschrikken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschrikken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschrikken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschrikken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschrikken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrik",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikt",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikt",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikt",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschrikten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschrikken\naf zal schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afschrikken\naf zult/zal schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschrikken\naf zult/zal schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afschrikken\naf zult/zal schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschrikken\naf zult/zal schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afschrikken\naf zult schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschrikken\naf zal schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschrikken\naf zullen schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschrikken\naf zullen schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschrikken\naf zullen schrikken",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschrikken\naf zou schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschrikken\naf zou schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) afschrikken\naf zou(dt) schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afschrikken\naf zoudt schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschrikken\naf zou schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschrikken\naf zouden schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschrikken\naf zouden schrikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschrikken\naf zouden schrikken",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt afgeschrikt",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is afgeschrikt",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd afgeschrikt",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was afgeschrikt",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal afgeschrikt worden",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal afgeschrikt zijn",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou afgeschrikt worden",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou afgeschrikt zijn",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt worden",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt zullen worden",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt zijn",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt zullen zijn",
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschrikt te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgeschrikt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschrikt zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschrikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "af·schrik·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
        "Woorden met boekreferenties"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De oorlog schrikte haar niet af."
        },
        {
          "text": "De puber werd afgeschrikt door het vooruitzicht nog een jaar bij zijn ouders te moeten wonen en ging dus maar hard blokken voor zijn eindexamen want dan kon hij volgend jaar op kamers om te studeren."
        },
        {
          "ref": "Tim Voors\n “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers",
          "text": "Gespannen zette ik mijn tent op: om mezelf af te leiden en dieren af te schrikken begon ik hard te fluiten en ik wierp af en toe een blik op de brede vallei onder me."
        }
      ],
      "glosses": [
        "doen weggaan door angst aan te jagen, door angst aan te jagen bepaald gedrag voorkomen"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Materiaalkunde_in_het_Nederlands",
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
        "Scheikunde_in_het_Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De ampul met het gevormde sulfide werd uit de oven genomen en afgeschrikt in ijswater."
        }
      ],
      "glosses": [
        "het bijzonder snel afkoelen van een heet voorwerp door het in een koelvloeistof te dompelen"
      ],
      "raw_tags": [
        "materiaalkunde"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ],
      "topics": [
        "chemistry"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-afschrikken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/7/75/Nl-afschrikken.ogg/Nl-afschrikken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-afschrikken.ogg"
    },
    {
      "ipa": "ˈɑfsxrɪkə(n)"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "sense": "doen weggaan door angst aan te jagen",
      "sense_index": 1,
      "word": "effrayer"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "doen weggaan door angst aan te jagen",
      "sense_index": 1,
      "word": "espantar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "doen weggaan door angst aan te jagen",
      "sense_index": 1,
      "word": "aterrorizar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "doen weggaan door angst aan te jagen",
      "sense_index": 1,
      "word": "acobardar"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "het bijzonder snel afkoelen van een heet voorwerp door het in een koelvloeistof te dompelen",
      "sense_index": 2,
      "word": "quench"
    }
  ],
  "word": "afschrikken"
}

Download raw JSONL data for afschrikken meaning in Nederlands (31.6kB)

{
  "called_from": "core/1021",
  "msg": "too many args (5) in argument reference: ('pageurl', '\\U00102407', '.*web.archive.org/web/\\U0010203f0-9\\U00102040*/(\\U0010203fa-z\\U00102040*)://(.*)', '%1://%2', 'plain=no')",
  "path": [
    "afschrikken",
    "Template:citeer",
    "ARG-DEFVAL"
  ],
  "section": "Nederlands",
  "subsection": "Werkwoord",
  "title": "afschrikken",
  "trace": ""
}

This page is a part of the kaikki.org machine-readable Nederlands dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-03-30 from the nlwiktionary dump dated 2025-03-21 using wiktextract (fef8596 and 633533e). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.