"afscheiden" meaning in Nederlands

See afscheiden in All languages combined, or Wiktionary

Verb

Audio: nl-afscheiden.ogg
Forms: scheidde af [past], afgescheiden [past, participle], af te scheiden [active, infinitive, imperfect, present], zullen afscheiden af zullen scheiden [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen afscheiden af te zullen scheiden [active, infinitive, imperfect, future], hebben afgescheiden [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben afgescheiden [active, infinitive, perfect, present], afgescheiden zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], afgescheiden te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], afscheidend [imperfect, participle], afgescheiden [past, participle], ev. scheid af [imperative], scheid af [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, first-person], scheidt af [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], scheidt af [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], scheidt af [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], scheidt af [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, third-person], scheiden af [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, first-person], scheiden af [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, second-person], scheiden af [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, third-person], scheidde af [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, first-person], scheidde af [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], scheidde af [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], scheidde af [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], scheidde af [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, third-person], scheidden af [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, first-person], scheidden af [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, second-person], scheidden af [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, third-person], zal afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, first-person], zult afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, third-person], zullen afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, first-person], zullen afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, second-person], zullen afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, third-person], zou afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, first-person], zou afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou(dt) afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zoudt afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, third-person], zouden afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, first-person], zouden afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, second-person], zouden afscheiden [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, third-person], afscheid [subordinate-clause, present], afscheidt [subordinate-clause, present], afscheidt [subordinate-clause, present], afscheidt [subordinate-clause, present], afscheidt [subordinate-clause, present], afscheidde [subordinate-clause, past], afscheidde [subordinate-clause, past], afscheidde [subordinate-clause, past], afscheidde [subordinate-clause, past], afscheidde [subordinate-clause, past], afscheidden [subordinate-clause, past], afscheidden [subordinate-clause, past], afscheidden [subordinate-clause, past], zal afscheiden af zal scheiden [subordinate-clause, future], zult afscheiden af zult/zal scheiden [subordinate-clause, future], zal afscheiden af zult/zal scheiden [subordinate-clause, future], zult afscheiden af zult/zal scheiden [subordinate-clause, future], zal afscheiden af zult/zal scheiden [subordinate-clause, future], zult afscheiden af zult scheiden [subordinate-clause, future], zal afscheiden af zal scheiden [subordinate-clause, future], zullen afscheiden af zullen scheiden [subordinate-clause, future], zullen afscheiden af zullen scheiden [subordinate-clause, future], zullen afscheiden af zullen scheiden [subordinate-clause, future], zou afscheiden af zou scheiden [subordinate-clause, conditional], zou afscheiden af zou scheiden [subordinate-clause, conditional], zou(dt) afscheiden af zou(dt) scheiden [subordinate-clause, conditional], zoudt afscheiden af zoudt scheiden [subordinate-clause, conditional], zou afscheiden af zou scheiden [subordinate-clause, conditional], zouden afscheiden af zouden scheiden [subordinate-clause, conditional], zouden afscheiden af zouden scheiden [subordinate-clause, conditional], zouden afscheiden af zouden scheiden [subordinate-clause, conditional], heb afgescheiden [perfect, present, first-person], hebt afgescheiden [perfect, present, second-person], hebt afgescheiden [perfect, present, second-person], heeft afgescheiden [perfect, present, second-person], hebt afgescheiden [perfect, present, second-person], heeft afgescheiden [perfect, present, third-person], hebben afgescheiden [perfect, present, first-person], hebben afgescheiden [perfect, present, second-person], hebben afgescheiden [perfect, present, third-person], had afgescheiden [perfect, past, first-person], had afgescheiden [perfect, past, second-person], had afgescheiden [perfect, past, second-person], hadt afgescheiden [perfect, past, second-person], had afgescheiden [perfect, past, third-person], hadden afgescheiden [perfect, past, first-person], hadden afgescheiden [perfect, past, second-person], hadden afgescheiden [perfect, past, third-person], zal afgescheiden hebben [perfect, future, first-person], zal afgescheiden hebben [perfect, future, second-person], zult afgescheiden hebben [perfect, future, second-person], zult afgescheiden hebben [perfect, future, second-person], zal afgescheiden hebben [perfect, future, second-person], zult afgescheiden hebben [perfect, future, second-person], zal afgescheiden hebben [perfect, future, third-person], zullen afgescheiden hebben [perfect, future, first-person], zullen afgescheiden hebben [perfect, future, second-person], zullen afgescheiden hebben [perfect, future, third-person], zou afgescheiden hebben [perfect, conditional, first-person], zou afgescheiden hebben [perfect, conditional, second-person], zou afgescheiden hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt afgescheiden hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt afgescheiden hebben [perfect, conditional, second-person], zou afgescheiden hebben [perfect, conditional, third-person], zouden afgescheiden hebben [perfect, conditional, first-person], zouden afgescheiden hebben [perfect, conditional, second-person], zouden afgescheiden hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt afgescheiden [impersonal, passive, present, imperfect], er is afgescheiden [impersonal, passive, present, perfect], er werd afgescheiden [impersonal, passive, past, imperfect], er was afgescheiden [impersonal, passive, past, perfect], er zal afgescheiden worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal afgescheiden zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou afgescheiden worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou afgescheiden zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], afgescheiden worden [passive, infinitive, imperfect, present, short-form], afgescheiden te worden [passive, infinitive, imperfect, present], afgescheiden zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future, short-form], afgescheiden te zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future], afgescheiden zijn [passive, infinitive, perfect, present, short-form], afgescheiden te zijn [passive, infinitive, perfect, present], afgescheiden zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future, short-form], afgescheiden te zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future], wordt afgescheiden [singular, imperfect, present, plural, third-person], worden afgescheiden [singular, imperfect, present, third-person], werd afgescheiden [singular, imperfect, past, plural, third-person], werden afgescheiden [singular, imperfect, past, third-person], zal afgescheiden worden [singular, imperfect, future, plural, third-person], zullen afgescheiden worden [singular, imperfect, future, third-person], zou afgescheiden worden [singular, imperfect, conditional, plural, third-person], zouden afgescheiden worden [singular, imperfect, conditional, third-person], is afgescheiden [perfect, present, third-person], zijn afgescheiden [perfect, present, third-person], was afgescheiden [perfect, past, third-person], waren afgescheiden [perfect, past, third-person], zal afgescheiden zijn [perfect, future, third-person], zullen afgescheiden zijn [perfect, future, third-person], zou afgescheiden zijn [perfect, conditional, third-person], zouden afgescheiden zijn [perfect, conditional, third-person], zal me afscheiden [first-person, future, singular], zullen ons afscheiden [first-person, future, plural], zal, zult je afscheiden [second-person, future, singular], zullen je afscheiden [second-person, future, plural], zult zich/u afscheiden [second-person, future, plural], zult zich/u afscheiden [second-person], zult u afscheiden [second-person, future, plural], zult u afscheiden [second-person], zal zich afscheiden [third-person, future, singular], zullen zich afscheiden [third-person, future, plural], zich afscheidend [imperfect, participle], zich afgescheiden hebben [past], scheid u/je af, scheidt je af [imperative]
  1. afzonderen, uit de aanwezigheid van iets verwijderen Tags: transitive
    Sense id: nl-afscheiden-nl-verb-PiThavaH Categories (other): Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
  2. een stof voortbrengen en afgeven aan de omgeving Tags: transitive
    Sense id: nl-afscheiden-nl-verb-BbrF-2n9 Categories (other): Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
  3. zich ~: een apart (kerk)genootschap of aparte staat gaan vormen, zich terugtrekken Tags: reflexive
    Sense id: nl-afscheiden-nl-verb-O9tbKDak Categories (other): Wederkerend werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Translations (afzonderen, uit de aanwezigheid van iets verwijderen): absondern (Duits), disgiungere (Italiaans), oddzielić (Pools), segregar (Spaans) Translations (een apart (kerk)genootschap of aparte staat gaan vormen): afstig (Afrikaans), secede (Engels) Translations (een stof voortbrengen en afgeven aan de omgeving): afskei (Afrikaans), secrete (Engels), excretar (Spaans)
Categories (other): Gemengd werkwoord in het Nederlands, Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Samenstelling in het Nederlands, Scheidbaar werkwoord in het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, WikiWoordenboek:Wikilink, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 10, Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands Derived forms: afscheidbaar, afscheidelijk, afscheider, afscheiding, afscheidnemen, afscheidneming, afscheidsbrief, afscheidscollege, afscheidsdiner, afscheidsel, afscheidsfeest, afscheidsgroet, afscheidskus, afscheidslied, afscheidsmaal, afscheidspremie, afscheidsrede, afscheidsvideo, afscheidswedstrijd, afscheidswoord, onafscheidelijk

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Gemengd werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Samenstelling in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "WikiWoordenboek:Wikilink",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "afscheidbaar"
    },
    {
      "word": "afscheidelijk"
    },
    {
      "word": "afscheider"
    },
    {
      "word": "afscheiding"
    },
    {
      "word": "afscheidnemen"
    },
    {
      "word": "afscheidneming"
    },
    {
      "word": "afscheidsbrief"
    },
    {
      "word": "afscheidscollege"
    },
    {
      "word": "afscheidsdiner"
    },
    {
      "word": "afscheidsel"
    },
    {
      "word": "afscheidsfeest"
    },
    {
      "word": "afscheidsgroet"
    },
    {
      "word": "afscheidskus"
    },
    {
      "word": "afscheidslied"
    },
    {
      "word": "afscheidsmaal"
    },
    {
      "word": "afscheidspremie"
    },
    {
      "word": "afscheidsrede"
    },
    {
      "word": "afscheidsvideo"
    },
    {
      "word": "afscheidswedstrijd"
    },
    {
      "word": "afscheidswoord"
    },
    {
      "word": "onafscheidelijk"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "van Middelnederlands afsceiden; op te vatten als samenstelling van af bw en scheiden ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "scheidde af",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "af te scheiden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afscheiden\naf zullen scheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen afscheiden\naf te zullen scheiden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgescheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden zullen hebben",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidend",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n scheid af",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "scheid af",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidt af",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidt af",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidt af",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidt af",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheiden af",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheiden af",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheiden af",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidde af",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidde af",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidde af",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidde af",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidde af",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidden af",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidden af",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidden af",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afscheiden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afscheiden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afscheiden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afscheiden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afscheiden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afscheiden",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afscheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afscheiden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afscheiden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afscheiden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afscheiden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afscheiden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) afscheiden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afscheiden",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afscheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afscheiden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afscheiden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afscheiden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheid",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidt",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidt",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidt",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidde",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidde",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidde",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidde",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidde",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidden",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidden",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidden",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afscheiden\naf zal scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afscheiden\naf zult/zal scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afscheiden\naf zult/zal scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afscheiden\naf zult/zal scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afscheiden\naf zult/zal scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afscheiden\naf zult scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afscheiden\naf zal scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afscheiden\naf zullen scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afscheiden\naf zullen scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afscheiden\naf zullen scheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afscheiden\naf zou scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afscheiden\naf zou scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) afscheiden\naf zou(dt) scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afscheiden\naf zoudt scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afscheiden\naf zou scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afscheiden\naf zouden scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afscheiden\naf zouden scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afscheiden\naf zouden scheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt afgescheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is afgescheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd afgescheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was afgescheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal afgescheiden worden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal afgescheiden zijn",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou afgescheiden worden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou afgescheiden zijn",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden worden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden zullen worden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden zijn",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden zullen zijn",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgescheiden worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgescheiden worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgescheiden worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgescheiden worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgescheiden zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgescheiden zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgescheiden zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgescheiden zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal me afscheiden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen ons afscheiden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zal, zult je afscheiden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen je afscheiden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zich/u afscheiden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zich/u afscheiden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult u afscheiden",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult u afscheiden",
      "raw_tags": [
        "gij, ge\ngijlieden"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zich afscheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zich afscheiden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zich afscheidend",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "zich afgescheiden hebben",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "scheid u/je af, scheidt je af",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "af·schei·den",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De waterige laag werd in een scheitrechter afgescheiden van de olie."
        }
      ],
      "glosses": [
        "afzonderen, uit de aanwezigheid van iets verwijderen"
      ],
      "id": "nl-afscheiden-nl-verb-PiThavaH",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Dit feromoon wordt afgescheiden door het wijfje van de mot en zelfs in uiterst kleine hoeveelheden al opgemerkt door het mannetje."
        }
      ],
      "glosses": [
        "een stof voortbrengen en afgeven aan de omgeving"
      ],
      "id": "nl-afscheiden-nl-verb-BbrF-2n9",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Wederkerend werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De vermoeide vader scheidde zich af toe de kinderen weer aan het ruzie maken waren"
        },
        {
          "text": "Deze kerk heeft zich in de vorige eeuw afgescheiden."
        }
      ],
      "glosses": [
        "zich ~: een apart (kerk)genootschap of aparte staat gaan vormen, zich terugtrekken"
      ],
      "id": "nl-afscheiden-nl-verb-O9tbKDak",
      "tags": [
        "reflexive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-afscheiden.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/1/15/Nl-afscheiden.ogg/Nl-afscheiden.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-afscheiden.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "afzonderen, uit de aanwezigheid van iets verwijderen",
      "sense_index": 1,
      "word": "absondern"
    },
    {
      "lang": "Italiaans",
      "lang_code": "it",
      "sense": "afzonderen, uit de aanwezigheid van iets verwijderen",
      "sense_index": 1,
      "word": "disgiungere"
    },
    {
      "lang": "Pools",
      "lang_code": "pl",
      "sense": "afzonderen, uit de aanwezigheid van iets verwijderen",
      "sense_index": 1,
      "word": "oddzielić"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "afzonderen, uit de aanwezigheid van iets verwijderen",
      "sense_index": 1,
      "word": "segregar"
    },
    {
      "lang": "Afrikaans",
      "lang_code": "af",
      "sense": "een stof voortbrengen en afgeven aan de omgeving",
      "sense_index": 2,
      "word": "afskei"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "een stof voortbrengen en afgeven aan de omgeving",
      "sense_index": 2,
      "word": "secrete"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "een stof voortbrengen en afgeven aan de omgeving",
      "sense_index": 2,
      "word": "excretar"
    },
    {
      "lang": "Afrikaans",
      "lang_code": "af",
      "sense": "een apart (kerk)genootschap of aparte staat gaan vormen",
      "sense_index": 3,
      "word": "afstig"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "een apart (kerk)genootschap of aparte staat gaan vormen",
      "sense_index": 3,
      "word": "secede"
    }
  ],
  "word": "afscheiden"
}

{
  "categories": [
    "Gemengd werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Samenstelling in het Nederlands",
    "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "WikiWoordenboek:Wikilink",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
    "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "afscheidbaar"
    },
    {
      "word": "afscheidelijk"
    },
    {
      "word": "afscheider"
    },
    {
      "word": "afscheiding"
    },
    {
      "word": "afscheidnemen"
    },
    {
      "word": "afscheidneming"
    },
    {
      "word": "afscheidsbrief"
    },
    {
      "word": "afscheidscollege"
    },
    {
      "word": "afscheidsdiner"
    },
    {
      "word": "afscheidsel"
    },
    {
      "word": "afscheidsfeest"
    },
    {
      "word": "afscheidsgroet"
    },
    {
      "word": "afscheidskus"
    },
    {
      "word": "afscheidslied"
    },
    {
      "word": "afscheidsmaal"
    },
    {
      "word": "afscheidspremie"
    },
    {
      "word": "afscheidsrede"
    },
    {
      "word": "afscheidsvideo"
    },
    {
      "word": "afscheidswedstrijd"
    },
    {
      "word": "afscheidswoord"
    },
    {
      "word": "onafscheidelijk"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "van Middelnederlands afsceiden; op te vatten als samenstelling van af bw en scheiden ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "scheidde af",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "af te scheiden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afscheiden\naf zullen scheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen afscheiden\naf te zullen scheiden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgescheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden zullen hebben",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidend",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n scheid af",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "scheid af",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidt af",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidt af",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidt af",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidt af",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheiden af",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheiden af",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheiden af",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidde af",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidde af",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidde af",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidde af",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidde af",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidden af",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidden af",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "scheidden af",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afscheiden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afscheiden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afscheiden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afscheiden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afscheiden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afscheiden",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afscheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afscheiden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afscheiden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afscheiden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afscheiden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afscheiden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) afscheiden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afscheiden",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afscheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afscheiden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afscheiden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afscheiden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheid",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidt",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidt",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidt",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidde",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidde",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidde",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidde",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidde",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidden",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidden",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afscheidden",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afscheiden\naf zal scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afscheiden\naf zult/zal scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afscheiden\naf zult/zal scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afscheiden\naf zult/zal scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afscheiden\naf zult/zal scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afscheiden\naf zult scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afscheiden\naf zal scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afscheiden\naf zullen scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afscheiden\naf zullen scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afscheiden\naf zullen scheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afscheiden\naf zou scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afscheiden\naf zou scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) afscheiden\naf zou(dt) scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afscheiden\naf zoudt scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afscheiden\naf zou scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afscheiden\naf zouden scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afscheiden\naf zouden scheiden",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afscheiden\naf zouden scheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgescheiden hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt afgescheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is afgescheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd afgescheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was afgescheiden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal afgescheiden worden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal afgescheiden zijn",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou afgescheiden worden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou afgescheiden zijn",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden worden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden zullen worden",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden zijn",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden zullen zijn",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgescheiden te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgescheiden worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgescheiden worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgescheiden worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgescheiden worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgescheiden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgescheiden zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgescheiden zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgescheiden zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgescheiden zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal me afscheiden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen ons afscheiden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zal, zult je afscheiden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen je afscheiden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zich/u afscheiden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zich/u afscheiden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult u afscheiden",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult u afscheiden",
      "raw_tags": [
        "gij, ge\ngijlieden"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zich afscheiden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zich afscheiden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zich afscheidend",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "zich afgescheiden hebben",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "scheid u/je af, scheidt je af",
      "source": "afscheiden/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "af·schei·den",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De waterige laag werd in een scheitrechter afgescheiden van de olie."
        }
      ],
      "glosses": [
        "afzonderen, uit de aanwezigheid van iets verwijderen"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Dit feromoon wordt afgescheiden door het wijfje van de mot en zelfs in uiterst kleine hoeveelheden al opgemerkt door het mannetje."
        }
      ],
      "glosses": [
        "een stof voortbrengen en afgeven aan de omgeving"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Wederkerend werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De vermoeide vader scheidde zich af toe de kinderen weer aan het ruzie maken waren"
        },
        {
          "text": "Deze kerk heeft zich in de vorige eeuw afgescheiden."
        }
      ],
      "glosses": [
        "zich ~: een apart (kerk)genootschap of aparte staat gaan vormen, zich terugtrekken"
      ],
      "tags": [
        "reflexive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-afscheiden.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/1/15/Nl-afscheiden.ogg/Nl-afscheiden.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-afscheiden.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "afzonderen, uit de aanwezigheid van iets verwijderen",
      "sense_index": 1,
      "word": "absondern"
    },
    {
      "lang": "Italiaans",
      "lang_code": "it",
      "sense": "afzonderen, uit de aanwezigheid van iets verwijderen",
      "sense_index": 1,
      "word": "disgiungere"
    },
    {
      "lang": "Pools",
      "lang_code": "pl",
      "sense": "afzonderen, uit de aanwezigheid van iets verwijderen",
      "sense_index": 1,
      "word": "oddzielić"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "afzonderen, uit de aanwezigheid van iets verwijderen",
      "sense_index": 1,
      "word": "segregar"
    },
    {
      "lang": "Afrikaans",
      "lang_code": "af",
      "sense": "een stof voortbrengen en afgeven aan de omgeving",
      "sense_index": 2,
      "word": "afskei"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "een stof voortbrengen en afgeven aan de omgeving",
      "sense_index": 2,
      "word": "secrete"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "een stof voortbrengen en afgeven aan de omgeving",
      "sense_index": 2,
      "word": "excretar"
    },
    {
      "lang": "Afrikaans",
      "lang_code": "af",
      "sense": "een apart (kerk)genootschap of aparte staat gaan vormen",
      "sense_index": 3,
      "word": "afstig"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "een apart (kerk)genootschap of aparte staat gaan vormen",
      "sense_index": 3,
      "word": "secede"
    }
  ],
  "word": "afscheiden"
}

Download raw JSONL data for afscheiden meaning in Nederlands (26.5kB)

This page is a part of the kaikki.org machine-readable Nederlands dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-04-05 from the nlwiktionary dump dated 2025-04-03 using wiktextract (8c1bb29 and fb63907). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.