"aanschikken" meaning in Nederlands

See aanschikken in All languages combined, or Wiktionary

Verb

IPA: ˈansxɪkə(n) Audio: nl-aanschikken.ogg
Forms: schikte aan [past], aangeschikt [past, participle], aan te schikken [active, infinitive, imperfect, present], zullen aanschikken aan zullen schikken [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen aanschikken aan te zullen schikken [active, infinitive, imperfect, future], zijn aangeschikt [active, infinitive, perfect, present, short-form], te zijn aangeschikt [active, infinitive, perfect, present], aangeschikt zullen zijn [active, infinitive, perfect, future, short-form], aangeschikt te zullen zijn [active, infinitive, perfect, future], aanschikkend [imperfect, participle], aangeschikt [past, participle], ev. schik aan [imperative], schik aan [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, first-person], schikt aan [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], schikt aan [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], schikt aan [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], schikt aan [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, third-person], schikken aan [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, first-person], schikken aan [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, second-person], schikken aan [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, third-person], schikte aan [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, first-person], schikte aan [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], schikte aan [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], schikte aan [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], schikte aan [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, third-person], schikten aan [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, first-person], schikten aan [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, second-person], schikten aan [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, third-person], zal aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, first-person], zult aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, third-person], zullen aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, first-person], zullen aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, second-person], zullen aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, third-person], zou aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, first-person], zou aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou(dt) aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zoudt aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, third-person], zouden aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, first-person], zouden aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, second-person], zouden aanschikken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, third-person], aanschik [subordinate-clause, present], aanschikt [subordinate-clause, present], aanschikt [subordinate-clause, present], aanschikt [subordinate-clause, present], aanschikt [subordinate-clause, present], aanschikte [subordinate-clause, past], aanschikte [subordinate-clause, past], aanschikte [subordinate-clause, past], aanschikte [subordinate-clause, past], aanschikte [subordinate-clause, past], aanschikten [subordinate-clause, past], aanschikten [subordinate-clause, past], aanschikten [subordinate-clause, past], zal aanschikken aan zal schikken [subordinate-clause, future], zult aanschikken aan zult/zal schikken [subordinate-clause, future], zal aanschikken aan zult/zal schikken [subordinate-clause, future], zult aanschikken aan zult/zal schikken [subordinate-clause, future], zal aanschikken aan zult/zal schikken [subordinate-clause, future], zult aanschikken aan zult schikken [subordinate-clause, future], zal aanschikken aan zal schikken [subordinate-clause, future], zullen aanschikken aan zullen schikken [subordinate-clause, future], zullen aanschikken aan zullen schikken [subordinate-clause, future], zullen aanschikken aan zullen schikken [subordinate-clause, future], zou aanschikken aan zou schikken [subordinate-clause, conditional], zou aanschikken aan zou schikken [subordinate-clause, conditional], zou(dt) aanschikken aan zou(dt) schikken [subordinate-clause, conditional], zoudt aanschikken aan zoudt schikken [subordinate-clause, conditional], zou aanschikken aan zou schikken [subordinate-clause, conditional], zouden aanschikken aan zouden schikken [subordinate-clause, conditional], zouden aanschikken aan zouden schikken [subordinate-clause, conditional], zouden aanschikken aan zouden schikken [subordinate-clause, conditional], ben aangeschikt [perfect, present, first-person], bent aangeschikt [perfect, present, second-person], bent aangeschikt [perfect, present, second-person], is aangeschikt [perfect, present, second-person], zijt aangeschikt [perfect, present, second-person], is aangeschikt [perfect, present, third-person], zijn aangeschikt [perfect, present, first-person], zijn aangeschikt [perfect, present, second-person], zijn aangeschikt [perfect, present, third-person], was aangeschikt [perfect, past, first-person], was aangeschikt [perfect, past, second-person], was aangeschikt [perfect, past, second-person], waart aangeschikt [perfect, past, second-person], was aangeschikt [perfect, past, third-person], waren aangeschikt [perfect, past, first-person], waren aangeschikt [perfect, past, second-person], waren aangeschikt [perfect, past, third-person], zal aangeschikt zijn [perfect, future, first-person], zal aangeschikt zijn [perfect, future, second-person], zult aangeschikt zijn [perfect, future, second-person], zult aangeschikt zijn [perfect, future, second-person], zal aangeschikt zijn [perfect, future, second-person], zult aangeschikt zijn [perfect, future, second-person], zal aangeschikt zijn [perfect, future, third-person], zullen aangeschikt zijn [perfect, future, first-person], zullen aangeschikt zijn [perfect, future, second-person], zullen aangeschikt zijn [perfect, future, third-person], zou aangeschikt zijn [perfect, conditional, first-person], zou aangeschikt zijn [perfect, conditional, second-person], zou aangeschikt zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt aangeschikt zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt aangeschikt zijn [perfect, conditional, second-person], zou aangeschikt zijn [perfect, conditional, third-person], zouden aangeschikt zijn [perfect, conditional, first-person], zouden aangeschikt zijn [perfect, conditional, second-person], zouden aangeschikt zijn [perfect, conditional, third-person]
  1. aan tafel plaatsnemen Tags: ergative
    Sense id: nl-aanschikken-nl-verb-AQAuJr~T Categories (other): Ergatief werkwoord in het Nederlands
  2. dichter bij elkaar gaan zitten
    Sense id: nl-aanschikken-nl-verb-~dqPXbqp
The following are not (yet) sense-disambiguated
Synonyms: aanschuiven
Categories (other): Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Samenstelling in het Nederlands, Scheidbaar werkwoord in het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met IPA-weergave, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 11, Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands, Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Samenstelling in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van aan vz en schikken ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schikte aan",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aangeschikt",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "aan te schikken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanschikken\naan zullen schikken",
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen aanschikken\naan te zullen schikken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn aangeschikt",
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zijn aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aangeschikt zullen zijn",
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "aangeschikt te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikkend",
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "aangeschikt",
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schik aan",
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schik aan",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikt aan",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikt aan",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikt aan",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikt aan",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikken aan",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikken aan",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikken aan",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikte aan",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikte aan",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikte aan",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikte aan",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikte aan",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikten aan",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikten aan",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikten aan",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanschikken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanschikken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanschikken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanschikken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanschikken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanschikken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanschikken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanschikken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanschikken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanschikken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanschikken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanschikken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) aanschikken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aanschikken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanschikken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanschikken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanschikken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanschikken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschik",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikt",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikt",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikt",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanschikken\naan zal schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanschikken\naan zult/zal schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanschikken\naan zult/zal schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanschikken\naan zult/zal schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanschikken\naan zult/zal schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanschikken\naan zult schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanschikken\naan zal schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanschikken\naan zullen schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanschikken\naan zullen schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanschikken\naan zullen schikken",
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanschikken\naan zou schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanschikken\naan zou schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) aanschikken\naan zou(dt) schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aanschikken\naan zoudt schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanschikken\naan zou schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanschikken\naan zouden schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanschikken\naan zouden schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanschikken\naan zouden schikken",
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "ben aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "aan·schik·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Ergatief werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Toen hij thuis kwam was het eten al klaar. Hij kon meteen aanschikken."
        }
      ],
      "glosses": [
        "aan tafel plaatsnemen"
      ],
      "id": "nl-aanschikken-nl-verb-AQAuJr~T",
      "tags": [
        "ergative"
      ]
    },
    {
      "glosses": [
        "dichter bij elkaar gaan zitten"
      ],
      "id": "nl-aanschikken-nl-verb-~dqPXbqp"
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-aanschikken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/b/bb/Nl-aanschikken.ogg/Nl-aanschikken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-aanschikken.ogg"
    },
    {
      "ipa": "ˈansxɪkə(n)"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "sense_index": 1,
      "word": "aanschuiven"
    }
  ],
  "word": "aanschikken"
}

{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Samenstelling in het Nederlands",
    "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
    "Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands",
    "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van aan vz en schikken ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schikte aan",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aangeschikt",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "aan te schikken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanschikken\naan zullen schikken",
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen aanschikken\naan te zullen schikken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn aangeschikt",
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zijn aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aangeschikt zullen zijn",
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "aangeschikt te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikkend",
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "aangeschikt",
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schik aan",
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schik aan",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikt aan",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikt aan",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikt aan",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikt aan",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikken aan",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikken aan",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikken aan",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikte aan",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikte aan",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikte aan",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikte aan",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikte aan",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikten aan",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikten aan",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schikten aan",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanschikken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanschikken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanschikken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanschikken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanschikken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanschikken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanschikken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanschikken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanschikken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanschikken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanschikken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanschikken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) aanschikken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aanschikken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanschikken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanschikken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanschikken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanschikken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschik",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikt",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikt",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikt",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikte",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "aanschikten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanschikken\naan zal schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanschikken\naan zult/zal schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanschikken\naan zult/zal schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanschikken\naan zult/zal schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanschikken\naan zult/zal schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aanschikken\naan zult schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aanschikken\naan zal schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanschikken\naan zullen schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanschikken\naan zullen schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aanschikken\naan zullen schikken",
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanschikken\naan zou schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanschikken\naan zou schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) aanschikken\naan zou(dt) schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aanschikken\naan zoudt schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aanschikken\naan zou schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanschikken\naan zouden schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanschikken\naan zouden schikken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aanschikken\naan zouden schikken",
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "ben aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren aangeschikt",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden aangeschikt zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "aanschikken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "aan·schik·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Ergatief werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Toen hij thuis kwam was het eten al klaar. Hij kon meteen aanschikken."
        }
      ],
      "glosses": [
        "aan tafel plaatsnemen"
      ],
      "tags": [
        "ergative"
      ]
    },
    {
      "glosses": [
        "dichter bij elkaar gaan zitten"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-aanschikken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/b/bb/Nl-aanschikken.ogg/Nl-aanschikken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-aanschikken.ogg"
    },
    {
      "ipa": "ˈansxɪkə(n)"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "sense_index": 1,
      "word": "aanschuiven"
    }
  ],
  "word": "aanschikken"
}

Download raw JSONL data for aanschikken meaning in Nederlands (17.9kB)

This page is a part of the kaikki.org machine-readable Nederlands dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-04-05 from the nlwiktionary dump dated 2025-04-03 using wiktextract (8c1bb29 and fb63907). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.