"zwatelen" meaning in All languages combined

See zwatelen on Wiktionary

Verb [Nederlands]

IPA: ˈzwatələ(n) Audio: nl-zwatelen.ogg
Forms: zwatelde [past], gezwateld [past, participle], te zwatelen [active, infinitive, imperfect, present], zullen zwatelen [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen zwatelen [active, infinitive, imperfect, future], hebben gezwateld [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben gezwateld [active, infinitive, perfect, present], gezwateld zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], gezwateld te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], zwatelend [imperfect, participle], gezwateld [past, participle], ev. zwatel [imperative], mv. verouderd zwatelt [imperative], zwatele [subjunctive], zwatel [indicative, imperfect, present, singular, first-person], zwatelt [indicative, imperfect, present, singular, second-person], zwatelt [indicative, imperfect, present, singular, second-person], zwatelt [indicative, imperfect, present, singular, second-person], zwatelt [indicative, imperfect, present, singular, third-person], zwatelde [indicative, imperfect, past, singular, first-person], zwatelde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], zwatelde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], zwatelde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], zwatelde [indicative, imperfect, past, singular, third-person], zwatelden [indicative, imperfect, past, plural, first-person], zwatelden [indicative, imperfect, past, plural, second-person], zwatelden [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal zwatelen [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult/zal zwatelen [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult/zal zwatelen [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult zwatelen [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal zwatelen [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen zwatelen [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen zwatelen [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen zwatelen [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou zwatelen [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou zwatelen [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) zwatelen [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt zwatelen [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou zwatelen [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden zwatelen [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden zwatelen [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden zwatelen [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb gezwateld [perfect, present, first-person], hebt gezwateld [perfect, present, second-person], hebt/heeft gezwateld [perfect, present, second-person], hebt gezwateld [perfect, present, second-person], heeft gezwateld [perfect, present, third-person], hebben gezwateld [perfect, present, first-person], hebben gezwateld [perfect, present, second-person], hebben gezwateld [perfect, present, third-person], had gezwateld [perfect, past, first-person], had gezwateld [perfect, past, second-person], had gezwateld [perfect, past, second-person], hadt gezwateld [perfect, past, second-person], had gezwateld [perfect, past, third-person], hadden gezwateld [perfect, past, first-person], hadden gezwateld [perfect, past, second-person], hadden gezwateld [perfect, past, third-person], zal gezwateld hebben [perfect, future, first-person], zal/zult gezwateld hebben [perfect, future, second-person], zult/zal gezwateld hebben [perfect, future, second-person], zult gezwateld hebben [perfect, future, second-person], zal gezwateld hebben [perfect, future, third-person], zullen gezwateld hebben [perfect, future, first-person], zullen gezwateld hebben [perfect, future, second-person], zullen gezwateld hebben [perfect, future, third-person], zou gezwateld hebben [perfect, conditional, first-person], zou gezwateld hebben [perfect, conditional, second-person], zou/zoudt gezwateld hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gezwateld hebben [perfect, conditional, second-person], zou gezwateld hebben [perfect, conditional, third-person], zouden gezwateld hebben [perfect, conditional, first-person], zouden gezwateld hebben [perfect, conditional, second-person], zouden gezwateld hebben [perfect, conditional, third-person]
  1. een lispelend, ruisend geluid maken Tags: unergative
    Sense id: nl-zwatelen-nl-verb-r~FtDKC1 Categories (other): Inergatief werkwoord in het Nederlands
  2. zinloos doorpraten, nietszeggende woorden spreken Tags: unergative
    Sense id: nl-zwatelen-nl-verb-FgzqqgDh Categories (other): Inergatief werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Categories (other): Achtervoegsel -el in het Nederlands, Frequentatief in het Nederlands, Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands, Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met IPA-weergave, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 8, Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands, Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Achtervoegsel -el in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Frequentatief in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 8",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "frequentatief gevormd uit zwetsen met het achtervoegsel -el"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "zwatelde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gezwateld",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te zwatelen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zwatelen",
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen zwatelen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gezwateld",
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gezwateld",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gezwateld zullen hebben",
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gezwateld te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelend",
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gezwateld",
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n zwatel",
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "mv. verouderd\nzwatelt",
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatele",
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatel",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelt",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zwatelen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal zwatelen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal zwatelen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zwatelen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zwatelen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zwatelen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zwatelen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zwatelen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou zwatelen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou zwatelen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) zwatelen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt zwatelen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou zwatelen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden zwatelen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden zwatelen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden zwatelen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gezwateld",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gezwateld",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt/heeft gezwateld",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gezwateld",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gezwateld",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gezwateld",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gezwateld",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gezwateld",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gezwateld",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gezwateld",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gezwateld",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gezwateld",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gezwateld",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gezwateld",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gezwateld",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gezwateld",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal/zult gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "zwa·te·len",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Inergatief werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De bladeren zwatelden in de avondbries."
        }
      ],
      "glosses": [
        "een lispelend, ruisend geluid maken"
      ],
      "id": "nl-zwatelen-nl-verb-r~FtDKC1",
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Inergatief werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "En die man zwatelde nog een uur over ik weet niet wat."
        }
      ],
      "glosses": [
        "zinloos doorpraten, nietszeggende woorden spreken"
      ],
      "id": "nl-zwatelen-nl-verb-FgzqqgDh",
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-zwatelen.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/a/a6/Nl-zwatelen.ogg/Nl-zwatelen.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-zwatelen.ogg"
    },
    {
      "ipa": "ˈzwatələ(n)"
    }
  ],
  "word": "zwatelen"
}

{
  "categories": [
    "Achtervoegsel -el in het Nederlands",
    "Frequentatief in het Nederlands",
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 8",
    "Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands",
    "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "frequentatief gevormd uit zwetsen met het achtervoegsel -el"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "zwatelde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gezwateld",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te zwatelen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zwatelen",
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen zwatelen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gezwateld",
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gezwateld",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gezwateld zullen hebben",
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gezwateld te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelend",
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gezwateld",
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n zwatel",
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "mv. verouderd\nzwatelt",
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatele",
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatel",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelt",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelt",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zwatelden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zwatelen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal zwatelen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal zwatelen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zwatelen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zwatelen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zwatelen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zwatelen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zwatelen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou zwatelen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou zwatelen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) zwatelen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt zwatelen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou zwatelen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden zwatelen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden zwatelen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden zwatelen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gezwateld",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gezwateld",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt/heeft gezwateld",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gezwateld",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gezwateld",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gezwateld",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gezwateld",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gezwateld",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gezwateld",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gezwateld",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gezwateld",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gezwateld",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gezwateld",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gezwateld",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gezwateld",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gezwateld",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal/zult gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gezwateld hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "zwatelen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "zwa·te·len",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Inergatief werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De bladeren zwatelden in de avondbries."
        }
      ],
      "glosses": [
        "een lispelend, ruisend geluid maken"
      ],
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Inergatief werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "En die man zwatelde nog een uur over ik weet niet wat."
        }
      ],
      "glosses": [
        "zinloos doorpraten, nietszeggende woorden spreken"
      ],
      "tags": [
        "unergative"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-zwatelen.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/a/a6/Nl-zwatelen.ogg/Nl-zwatelen.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-zwatelen.ogg"
    },
    {
      "ipa": "ˈzwatələ(n)"
    }
  ],
  "word": "zwatelen"
}

Download raw JSONL data for zwatelen meaning in All languages combined (11.7kB)

This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-11-06 from the nlwiktionary dump dated 2024-10-20 using wiktextract (fbeafe8 and 7f03c9b). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.