"voorspreken" meaning in All languages combined

See voorspreken on Wiktionary

Verb [Nederlands]

Audio: nl-voorspreken.ogg
Forms: sprak voor [past], voorgesproken [past, participle], voor te spreken [active, infinitive, imperfect, present], zullen voorspreken voor zullen spreken [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen voorspreken voor te zullen spreken [active, infinitive, imperfect, future], hebben voorgesproken [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben voorgesproken [active, infinitive, perfect, present], voorgesproken zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], voorgesproken te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], voorsprekend [imperfect, participle], voorgesproken [past, participle], ev. spreek voor [imperative], spreek voor [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, first-person], spreekt voor [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], spreekt voor [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], spreekt voor [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], spreekt voor [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, third-person], spreken voor [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, first-person], spreken voor [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, second-person], spreken voor [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, third-person], sprak voor [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, first-person], sprak voor [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], sprak voor [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], spraakt voor [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], sprak voor [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, third-person], spraken voor [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, first-person], spraken voor [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, second-person], spraken voor [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, third-person], zal voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, first-person], zult voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, third-person], zullen voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, first-person], zullen voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, second-person], zullen voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, third-person], zou voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, first-person], zou voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou(dt) voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zoudt voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, third-person], zouden voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, first-person], zouden voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, second-person], zouden voorspreken [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, third-person], voorspreek [subordinate-clause, present], voorspreekt [subordinate-clause, present], voorspreekt [subordinate-clause, present], voorspreekt [subordinate-clause, present], voorspreekt [subordinate-clause, present], voorsprak [subordinate-clause, past], voorsprak [subordinate-clause, past], voorsprak [subordinate-clause, past], voorspraakt [subordinate-clause, past], voorsprak [subordinate-clause, past], voorspraken [subordinate-clause, past], voorspraken [subordinate-clause, past], voorspraken [subordinate-clause, past], zal voorspreken voor zal spreken [subordinate-clause, future], zult voorspreken voor zult/zal spreken [subordinate-clause, future], zal voorspreken voor zult/zal spreken [subordinate-clause, future], zult voorspreken voor zult/zal spreken [subordinate-clause, future], zal voorspreken voor zult/zal spreken [subordinate-clause, future], zult voorspreken voor zult spreken [subordinate-clause, future], zal voorspreken voor zal spreken [subordinate-clause, future], zullen voorspreken voor zullen spreken [subordinate-clause, future], zullen voorspreken voor zullen spreken [subordinate-clause, future], zullen voorspreken voor zullen spreken [subordinate-clause, future], zou voorspreken voor zou spreken [subordinate-clause, conditional], zou voorspreken voor zou spreken [subordinate-clause, conditional], zou(dt) voorspreken voor zou(dt) spreken [subordinate-clause, conditional], zoudt voorspreken voor zoudt spreken [subordinate-clause, conditional], zou voorspreken voor zou spreken [subordinate-clause, conditional], zouden voorspreken voor zouden spreken [subordinate-clause, conditional], zouden voorspreken voor zouden spreken [subordinate-clause, conditional], zouden voorspreken voor zouden spreken [subordinate-clause, conditional], heb voorgesproken [perfect, present, first-person], hebt voorgesproken [perfect, present, second-person], hebt voorgesproken [perfect, present, second-person], heeft voorgesproken [perfect, present, second-person], hebt voorgesproken [perfect, present, second-person], heeft voorgesproken [perfect, present, third-person], hebben voorgesproken [perfect, present, first-person], hebben voorgesproken [perfect, present, second-person], hebben voorgesproken [perfect, present, third-person], had voorgesproken [perfect, past, first-person], had voorgesproken [perfect, past, second-person], had voorgesproken [perfect, past, second-person], hadt voorgesproken [perfect, past, second-person], had voorgesproken [perfect, past, third-person], hadden voorgesproken [perfect, past, first-person], hadden voorgesproken [perfect, past, second-person], hadden voorgesproken [perfect, past, third-person], zal voorgesproken hebben [perfect, future, first-person], zal voorgesproken hebben [perfect, future, second-person], zult voorgesproken hebben [perfect, future, second-person], zult voorgesproken hebben [perfect, future, second-person], zal voorgesproken hebben [perfect, future, second-person], zult voorgesproken hebben [perfect, future, second-person], zal voorgesproken hebben [perfect, future, third-person], zullen voorgesproken hebben [perfect, future, first-person], zullen voorgesproken hebben [perfect, future, second-person], zullen voorgesproken hebben [perfect, future, third-person], zou voorgesproken hebben [perfect, conditional, first-person], zou voorgesproken hebben [perfect, conditional, second-person], zou voorgesproken hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt voorgesproken hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt voorgesproken hebben [perfect, conditional, second-person], zou voorgesproken hebben [perfect, conditional, third-person], zouden voorgesproken hebben [perfect, conditional, first-person], zouden voorgesproken hebben [perfect, conditional, second-person], zouden voorgesproken hebben [perfect, conditional, third-person]
  1. een goed woordje doen voor iemand Tags: intransitive
    Sense id: nl-voorspreken-nl-verb-Nd7x5jkq Categories (other): Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Derived forms: voorspreekster, voorspreker, voorspreking Translations: intercede (Engels), plead for (Engels), interceder (Spaans)

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Samenstelling in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Sterk werkwoord klasse 4 in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "voorspreekster"
    },
    {
      "word": "voorspreker"
    },
    {
      "word": "voorspreking"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van voor en spreken"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "sprak voor",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "voorgesproken",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "voor te spreken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorspreken\nvoor zullen spreken",
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen voorspreken\nvoor te zullen spreken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben voorgesproken",
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "voorgesproken zullen hebben",
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "voorgesproken te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "voorsprekend",
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "voorgesproken",
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n spreek voor",
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "spreek voor",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt voor",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt voor",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt voor",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt voor",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken voor",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken voor",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken voor",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak voor",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak voor",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak voor",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spraakt voor",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak voor",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spraken voor",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spraken voor",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spraken voor",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorspreken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorspreken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorspreken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorspreken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorspreken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorspreken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorspreken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorspreken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorspreken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorspreken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorspreken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorspreken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) voorspreken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt voorspreken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorspreken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorspreken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorspreken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorspreken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspreek",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspreekt",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspreekt",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspreekt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspreekt",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "voorsprak",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "voorsprak",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "voorsprak",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspraakt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "voorsprak",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspraken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspraken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspraken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorspreken\nvoor zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorspreken\nvoor zult/zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorspreken\nvoor zult/zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorspreken\nvoor zult/zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorspreken\nvoor zult/zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorspreken\nvoor zult spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorspreken\nvoor zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorspreken\nvoor zullen spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorspreken\nvoor zullen spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorspreken\nvoor zullen spreken",
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorspreken\nvoor zou spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorspreken\nvoor zou spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) voorspreken\nvoor zou(dt) spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt voorspreken\nvoor zoudt spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorspreken\nvoor zou spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorspreken\nvoor zouden spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorspreken\nvoor zouden spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorspreken\nvoor zouden spreken",
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "voor·spre·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "een goed woordje doen voor iemand"
      ],
      "id": "nl-voorspreken-nl-verb-Nd7x5jkq",
      "tags": [
        "intransitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-voorspreken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/2/23/Nl-voorspreken.ogg/Nl-voorspreken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-voorspreken.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "word": "intercede"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "word": "plead for"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "word": "interceder"
    }
  ],
  "word": "voorspreken"
}
{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Samenstelling in het Nederlands",
    "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Sterk werkwoord klasse 4 in het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 11"
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "voorspreekster"
    },
    {
      "word": "voorspreker"
    },
    {
      "word": "voorspreking"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van voor en spreken"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "sprak voor",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "voorgesproken",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "voor te spreken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorspreken\nvoor zullen spreken",
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen voorspreken\nvoor te zullen spreken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben voorgesproken",
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "voorgesproken zullen hebben",
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "voorgesproken te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "voorsprekend",
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "voorgesproken",
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n spreek voor",
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "spreek voor",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt voor",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt voor",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt voor",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt voor",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken voor",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken voor",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken voor",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak voor",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak voor",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak voor",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spraakt voor",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak voor",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spraken voor",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spraken voor",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "spraken voor",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorspreken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorspreken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorspreken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorspreken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorspreken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorspreken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorspreken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorspreken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorspreken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorspreken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorspreken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorspreken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) voorspreken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt voorspreken",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorspreken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorspreken",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorspreken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorspreken",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspreek",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspreekt",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspreekt",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspreekt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspreekt",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "voorsprak",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "voorsprak",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "voorsprak",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspraakt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "voorsprak",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspraken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspraken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "voorspraken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorspreken\nvoor zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorspreken\nvoor zult/zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorspreken\nvoor zult/zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorspreken\nvoor zult/zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorspreken\nvoor zult/zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorspreken\nvoor zult spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorspreken\nvoor zal spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorspreken\nvoor zullen spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorspreken\nvoor zullen spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorspreken\nvoor zullen spreken",
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorspreken\nvoor zou spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorspreken\nvoor zou spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) voorspreken\nvoor zou(dt) spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt voorspreken\nvoor zoudt spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorspreken\nvoor zou spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorspreken\nvoor zouden spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorspreken\nvoor zouden spreken",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorspreken\nvoor zouden spreken",
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden voorgesproken",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden voorgesproken hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "voorspreken/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "voor·spre·ken",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "een goed woordje doen voor iemand"
      ],
      "tags": [
        "intransitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-voorspreken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/2/23/Nl-voorspreken.ogg/Nl-voorspreken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-voorspreken.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "word": "intercede"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "word": "plead for"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "word": "interceder"
    }
  ],
  "word": "voorspreken"
}

Download raw JSONL data for voorspreken meaning in All languages combined (18.2kB)


This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-01-31 from the nlwiktionary dump dated 2025-01-20 using wiktextract (bcd5c38 and 9dbd323). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.