"uitschieten" meaning in All languages combined

See uitschieten on Wiktionary

Verb [Nederlands]

Audio: nl-uitschieten.ogg
Forms: schoot uit [past], uitgeschoten [past, participle], uit te schieten [active, infinitive, imperfect, present], zullen uitschieten uit zullen schieten [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen uitschieten uit te zullen schieten [active, infinitive, imperfect, future], hebben uitgeschoten [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben uitgeschoten [active, infinitive, perfect, present], uitgeschoten zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], uitgeschoten te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], uitschietend [imperfect, participle], uitgeschoten [past, participle], ev. schiet uit [imperative], schiet uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, first-person], schiet uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], schiet uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], schiet uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], schiet uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, third-person], schieten uit [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, first-person], schieten uit [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, second-person], schieten uit [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, third-person], schoot uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, first-person], schoot uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], schoot uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], schoot uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], schoot uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, third-person], schoten uit [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, first-person], schoten uit [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, second-person], schoten uit [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, third-person], zal uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, first-person], zult uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, third-person], zullen uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, first-person], zullen uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, second-person], zullen uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, third-person], zou uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, first-person], zou uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou(dt) uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zoudt uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, third-person], zouden uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, first-person], zouden uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, second-person], zouden uitschieten [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, third-person], uitschiet [subordinate-clause, present], uitschiet [subordinate-clause, present], uitschiet [subordinate-clause, present], uitschiet [subordinate-clause, present], uitschiet [subordinate-clause, present], uitschoot [subordinate-clause, past], uitschoot [subordinate-clause, past], uitschoot [subordinate-clause, past], uitschoot [subordinate-clause, past], uitschoot [subordinate-clause, past], uitschoten [subordinate-clause, past], uitschoten [subordinate-clause, past], uitschoten [subordinate-clause, past], zal uitschieten uit zal schieten [subordinate-clause, future], zult uitschieten uit zult/zal schieten [subordinate-clause, future], zal uitschieten uit zult/zal schieten [subordinate-clause, future], zult uitschieten uit zult/zal schieten [subordinate-clause, future], zal uitschieten uit zult/zal schieten [subordinate-clause, future], zult uitschieten uit zult schieten [subordinate-clause, future], zal uitschieten uit zal schieten [subordinate-clause, future], zullen uitschieten uit zullen schieten [subordinate-clause, future], zullen uitschieten uit zullen schieten [subordinate-clause, future], zullen uitschieten uit zullen schieten [subordinate-clause, future], zou uitschieten uit zou schieten [subordinate-clause, conditional], zou uitschieten uit zou schieten [subordinate-clause, conditional], zou(dt) uitschieten uit zou(dt) schieten [subordinate-clause, conditional], zoudt uitschieten uit zoudt schieten [subordinate-clause, conditional], zou uitschieten uit zou schieten [subordinate-clause, conditional], zouden uitschieten uit zouden schieten [subordinate-clause, conditional], zouden uitschieten uit zouden schieten [subordinate-clause, conditional], zouden uitschieten uit zouden schieten [subordinate-clause, conditional], heb uitgeschoten [perfect, present, first-person], hebt uitgeschoten [perfect, present, second-person], hebt uitgeschoten [perfect, present, second-person], heeft uitgeschoten [perfect, present, second-person], hebt uitgeschoten [perfect, present, second-person], heeft uitgeschoten [perfect, present, third-person], hebben uitgeschoten [perfect, present, first-person], hebben uitgeschoten [perfect, present, second-person], hebben uitgeschoten [perfect, present, third-person], had uitgeschoten [perfect, past, first-person], had uitgeschoten [perfect, past, second-person], had uitgeschoten [perfect, past, second-person], hadt uitgeschoten [perfect, past, second-person], had uitgeschoten [perfect, past, third-person], hadden uitgeschoten [perfect, past, first-person], hadden uitgeschoten [perfect, past, second-person], hadden uitgeschoten [perfect, past, third-person], zal uitgeschoten hebben [perfect, future, first-person], zal uitgeschoten hebben [perfect, future, second-person], zult uitgeschoten hebben [perfect, future, second-person], zult uitgeschoten hebben [perfect, future, second-person], zal uitgeschoten hebben [perfect, future, second-person], zult uitgeschoten hebben [perfect, future, second-person], zal uitgeschoten hebben [perfect, future, third-person], zullen uitgeschoten hebben [perfect, future, first-person], zullen uitgeschoten hebben [perfect, future, second-person], zullen uitgeschoten hebben [perfect, future, third-person], zou uitgeschoten hebben [perfect, conditional, first-person], zou uitgeschoten hebben [perfect, conditional, second-person], zou uitgeschoten hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt uitgeschoten hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt uitgeschoten hebben [perfect, conditional, second-person], zou uitgeschoten hebben [perfect, conditional, third-person], zouden uitgeschoten hebben [perfect, conditional, first-person], zouden uitgeschoten hebben [perfect, conditional, second-person], zouden uitgeschoten hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt uitgeschoten [impersonal, passive, present, imperfect], er is uitgeschoten [impersonal, passive, present, perfect], er werd uitgeschoten [impersonal, passive, past, imperfect], er was uitgeschoten [impersonal, passive, past, perfect], er zal uitgeschoten worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal uitgeschoten zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou uitgeschoten worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou uitgeschoten zijn [impersonal, passive, conditional, perfect]
  1. een onbedoelde plotselinge beweging maken Tags: intransitive
    Sense id: nl-uitschieten-nl-verb-gIHXNq-i Categories (other): Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
  2. heftig uitvallen Tags: figuratively, intransitive
    Sense id: nl-uitschieten-nl-verb-5UzXB2r2 Categories (other): Figuurlijk_in_het_Nederlands, Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
  3. plotseling harder worden
    Sense id: nl-uitschieten-nl-verb-E7UUM~dd Categories (other): Scheepvaart_in_het_Nederlands Topics: shipping
  4. uitlopen, spruiten
    Sense id: nl-uitschieten-nl-verb-MaNP3XwS Categories (other): Plantkunde_in_het_Nederlands Topics: botany
  5. het veld intrappen Tags: transitive
    Sense id: nl-uitschieten-nl-verb-tyUGh02B Categories (other): Overgankelijk werkwoord in het Nederlands, Voetbal_in_het_Nederlands Topics: football
  6. door schieten wegnemen Tags: transitive
    Sense id: nl-uitschieten-nl-verb-YW0o~wAj Categories (other): Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
  7. naar buiten gooien, vieren Tags: transitive
    Sense id: nl-uitschieten-nl-verb-vklOaQ2P Categories (other): Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Derived forms: uitschietbaar, uitschieter, uitschieting Related terms: losspringen, botten, uitbotten, uitspruiten Translations (uitlopen, uitspruiten): ausschießen (Duits), hochschießen (Duits), bud (Engels), abotonar (Spaans), saltar (Spaans)

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Samenstelling in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Sterk werkwoord klasse 2 in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "uitschietbaar"
    },
    {
      "word": "uitschieter"
    },
    {
      "word": "uitschieting"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van uit en schieten"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schoot uit",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgeschoten",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uit te schieten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitschieten\nuit zullen schieten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen uitschieten\nuit te zullen schieten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgeschoten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgeschoten zullen hebben",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgeschoten te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschietend",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgeschoten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schiet uit",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoten uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoten uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoten uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitschieten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitschieten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitschieten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitschieten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitschieten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitschieten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitschieten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitschieten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitschieten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitschieten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitschieten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitschieten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitschieten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitschieten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitschieten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitschieten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitschieten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitschieten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschiet",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschiet",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschiet",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschiet",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschiet",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschoot",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschoot",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschoot",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschoot",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschoot",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschoten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschoten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschoten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitschieten\nuit zal schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitschieten\nuit zult/zal schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitschieten\nuit zult/zal schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitschieten\nuit zult/zal schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitschieten\nuit zult/zal schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitschieten\nuit zult schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitschieten\nuit zal schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitschieten\nuit zullen schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitschieten\nuit zullen schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitschieten\nuit zullen schieten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitschieten\nuit zou schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitschieten\nuit zou schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitschieten\nuit zou(dt) schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitschieten\nuit zoudt schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitschieten\nuit zou schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitschieten\nuit zouden schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitschieten\nuit zouden schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitschieten\nuit zouden schieten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt uitgeschoten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is uitgeschoten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd uitgeschoten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was uitgeschoten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal uitgeschoten worden",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal uitgeschoten zijn",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou uitgeschoten worden",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou uitgeschoten zijn",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "uit·schie·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "related": [
    {
      "word": "losspringen"
    },
    {
      "sense_index": 4,
      "word": "botten"
    },
    {
      "sense_index": 4,
      "word": "uitbotten"
    },
    {
      "sense_index": 4,
      "word": "uitspruiten"
    }
  ],
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "een onbedoelde plotselinge beweging maken"
      ],
      "id": "nl-uitschieten-nl-verb-gIHXNq-i",
      "tags": [
        "intransitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Figuurlijk_in_het_Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        },
        {
          "kind": "other",
          "name": "Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "heftig uitvallen"
      ],
      "id": "nl-uitschieten-nl-verb-5UzXB2r2",
      "tags": [
        "figuratively",
        "intransitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Scheepvaart_in_het_Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "plotseling harder worden"
      ],
      "id": "nl-uitschieten-nl-verb-E7UUM~dd",
      "raw_tags": [
        "van de wind"
      ],
      "topics": [
        "shipping"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Plantkunde_in_het_Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "uitlopen, spruiten"
      ],
      "id": "nl-uitschieten-nl-verb-MaNP3XwS",
      "topics": [
        "botany"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        },
        {
          "kind": "other",
          "name": "Voetbal_in_het_Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "het veld intrappen"
      ],
      "id": "nl-uitschieten-nl-verb-tyUGh02B",
      "raw_tags": [
        "de bal"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ],
      "topics": [
        "football"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "door schieten wegnemen"
      ],
      "id": "nl-uitschieten-nl-verb-YW0o~wAj",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "naar buiten gooien, vieren"
      ],
      "id": "nl-uitschieten-nl-verb-vklOaQ2P",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-uitschieten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/e/e4/Nl-uitschieten.ogg/Nl-uitschieten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-uitschieten.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "uitlopen, uitspruiten",
      "sense_index": 4,
      "word": "ausschießen"
    },
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "uitlopen, uitspruiten",
      "sense_index": 4,
      "word": "hochschießen"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "uitlopen, uitspruiten",
      "sense_index": 4,
      "word": "bud"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "uitlopen, uitspruiten",
      "sense_index": 4,
      "word": "abotonar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "uitlopen, uitspruiten",
      "sense_index": 4,
      "word": "saltar"
    }
  ],
  "word": "uitschieten"
}
{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Samenstelling in het Nederlands",
    "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Sterk werkwoord klasse 2 in het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 11"
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "uitschietbaar"
    },
    {
      "word": "uitschieter"
    },
    {
      "word": "uitschieting"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van uit en schieten"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schoot uit",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgeschoten",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uit te schieten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitschieten\nuit zullen schieten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen uitschieten\nuit te zullen schieten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgeschoten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgeschoten zullen hebben",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgeschoten te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschietend",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgeschoten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schiet uit",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoten uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoten uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoten uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitschieten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitschieten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitschieten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitschieten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitschieten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitschieten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitschieten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitschieten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitschieten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitschieten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitschieten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitschieten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitschieten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitschieten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitschieten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitschieten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitschieten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitschieten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschiet",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschiet",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschiet",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschiet",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschiet",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschoot",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschoot",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschoot",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschoot",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschoot",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschoten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschoten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitschoten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitschieten\nuit zal schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitschieten\nuit zult/zal schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitschieten\nuit zult/zal schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitschieten\nuit zult/zal schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitschieten\nuit zult/zal schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitschieten\nuit zult schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitschieten\nuit zal schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitschieten\nuit zullen schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitschieten\nuit zullen schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitschieten\nuit zullen schieten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitschieten\nuit zou schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitschieten\nuit zou schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitschieten\nuit zou(dt) schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitschieten\nuit zoudt schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitschieten\nuit zou schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitschieten\nuit zouden schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitschieten\nuit zouden schieten",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitschieten\nuit zouden schieten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgeschoten",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt uitgeschoten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is uitgeschoten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd uitgeschoten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was uitgeschoten",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal uitgeschoten worden",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal uitgeschoten zijn",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou uitgeschoten worden",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou uitgeschoten zijn",
      "source": "uitschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "uit·schie·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "related": [
    {
      "word": "losspringen"
    },
    {
      "sense_index": 4,
      "word": "botten"
    },
    {
      "sense_index": 4,
      "word": "uitbotten"
    },
    {
      "sense_index": 4,
      "word": "uitspruiten"
    }
  ],
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "een onbedoelde plotselinge beweging maken"
      ],
      "tags": [
        "intransitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Figuurlijk_in_het_Nederlands",
        "Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "heftig uitvallen"
      ],
      "tags": [
        "figuratively",
        "intransitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Scheepvaart_in_het_Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "plotseling harder worden"
      ],
      "raw_tags": [
        "van de wind"
      ],
      "topics": [
        "shipping"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Plantkunde_in_het_Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "uitlopen, spruiten"
      ],
      "topics": [
        "botany"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
        "Voetbal_in_het_Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "het veld intrappen"
      ],
      "raw_tags": [
        "de bal"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ],
      "topics": [
        "football"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "door schieten wegnemen"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "naar buiten gooien, vieren"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-uitschieten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/e/e4/Nl-uitschieten.ogg/Nl-uitschieten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-uitschieten.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "uitlopen, uitspruiten",
      "sense_index": 4,
      "word": "ausschießen"
    },
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "uitlopen, uitspruiten",
      "sense_index": 4,
      "word": "hochschießen"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "uitlopen, uitspruiten",
      "sense_index": 4,
      "word": "bud"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "uitlopen, uitspruiten",
      "sense_index": 4,
      "word": "abotonar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "uitlopen, uitspruiten",
      "sense_index": 4,
      "word": "saltar"
    }
  ],
  "word": "uitschieten"
}

Download raw JSONL data for uitschieten meaning in All languages combined (20.5kB)


This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-12-21 from the nlwiktionary dump dated 2024-12-20 using wiktextract (d8cb2f3 and 4e554ae). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.