"pòniedzôłk" meaning in All languages combined

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Erfwoord_in_het_Kasjoebisch",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Voorvoegsel pò- in het Kasjoebisch",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Kasjoebisch",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Kasjoebisch met IPA-weergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zelfstandig naamwoord in het Kasjoebisch",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "pòniedzałkòwi"
    },
    {
      "word": "szewiecczi pòniedzôłk"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "erfwoord van het Proto-Slavische *ponedělъkъ",
    "Afgeleid van het zelfstandige naamwoord niedzela met het voorvoegsel pò-"
  ],
  "lang": "Kasjoebisch",
  "lang_code": "csb",
  "pos": "noun",
  "pos_title": "Zelfstandig naamwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Dag_in_het_Kasjoebisch",
          "parents": [],
          "source": "w"
        },
        {
          "kind": "other",
          "name": "Tijdrekening_in_het_Kasjoebisch",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "maandag; een dag van de week, de eerste dag na het weekeinde"
      ],
      "id": "nl-pòniedzôłk-csb-noun-xSlf78iE",
      "raw_tags": [
        "tijdrekening"
      ],
      "topics": [
        "weekday"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "ipa": "/pwɛɲɛd͡zɞwk/"
    }
  ],
  "word": "pòniedzôłk"
}

{
  "categories": [
    "Erfwoord_in_het_Kasjoebisch",
    "Voorvoegsel pò- in het Kasjoebisch",
    "Woorden in het Kasjoebisch",
    "Woorden in het Kasjoebisch met IPA-weergave",
    "Zelfstandig naamwoord in het Kasjoebisch"
  ],
  "derived": [
    {
      "word": "pòniedzałkòwi"
    },
    {
      "word": "szewiecczi pòniedzôłk"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "erfwoord van het Proto-Slavische *ponedělъkъ",
    "Afgeleid van het zelfstandige naamwoord niedzela met het voorvoegsel pò-"
  ],
  "lang": "Kasjoebisch",
  "lang_code": "csb",
  "pos": "noun",
  "pos_title": "Zelfstandig naamwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Dag_in_het_Kasjoebisch",
        "Tijdrekening_in_het_Kasjoebisch"
      ],
      "glosses": [
        "maandag; een dag van de week, de eerste dag na het weekeinde"
      ],
      "raw_tags": [
        "tijdrekening"
      ],
      "topics": [
        "weekday"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "ipa": "/pwɛɲɛd͡zɞwk/"
    }
  ],
  "word": "pòniedzôłk"
}