"dijzig" meaning in All languages combined

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 6",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "Van Middelnederlands dīsig; mogelijk verwant met o.a. deemster, Engels dim."
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "dijziger",
      "tags": [
        "uninflected",
        "comparative"
      ]
    },
    {
      "form": "dijzigst",
      "tags": [
        "uninflected",
        "superlative"
      ]
    },
    {
      "form": "dijzige",
      "tags": [
        "inflected",
        "positive"
      ]
    },
    {
      "form": "dijzigere",
      "tags": [
        "inflected",
        "comparative"
      ]
    },
    {
      "form": "dijzigste",
      "tags": [
        "inflected",
        "superlative"
      ]
    },
    {
      "form": "dijzigs",
      "tags": [
        "partitive",
        "positive"
      ]
    },
    {
      "form": "dijzigers",
      "tags": [
        "partitive",
        "comparative"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "dij·zig",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "adj",
  "pos_title": "Bijvoeglijk naamwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Meteorologie_in_het_Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De lucht was dijzig."
        }
      ],
      "glosses": [
        "nevelig, mistig"
      ],
      "id": "nl-dijzig-nl-adj-Xc2n~joc",
      "topics": [
        "meteorology"
      ]
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "word": "diezig"
    }
  ],
  "word": "dijzig"
}

{
  "categories": [
    "Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 6"
  ],
  "etymology_texts": [
    "Van Middelnederlands dīsig; mogelijk verwant met o.a. deemster, Engels dim."
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "dijziger",
      "tags": [
        "uninflected",
        "comparative"
      ]
    },
    {
      "form": "dijzigst",
      "tags": [
        "uninflected",
        "superlative"
      ]
    },
    {
      "form": "dijzige",
      "tags": [
        "inflected",
        "positive"
      ]
    },
    {
      "form": "dijzigere",
      "tags": [
        "inflected",
        "comparative"
      ]
    },
    {
      "form": "dijzigste",
      "tags": [
        "inflected",
        "superlative"
      ]
    },
    {
      "form": "dijzigs",
      "tags": [
        "partitive",
        "positive"
      ]
    },
    {
      "form": "dijzigers",
      "tags": [
        "partitive",
        "comparative"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "dij·zig",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "adj",
  "pos_title": "Bijvoeglijk naamwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Meteorologie_in_het_Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De lucht was dijzig."
        }
      ],
      "glosses": [
        "nevelig, mistig"
      ],
      "topics": [
        "meteorology"
      ]
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "word": "diezig"
    }
  ],
  "word": "dijzig"
}