"deflecteren" meaning in All languages combined

See deflecteren on Wiktionary

Verb [Nederlands]

Audio: nl-deflecteren.ogg
Forms: deflecteerde [past], gedeflecteerd [past, participle], te deflecteren [active, infinitive, imperfect, present], zullen deflecteren [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen deflecteren [active, infinitive, imperfect, future], hebben gedeflecteerd [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben gedeflecteerd [active, infinitive, perfect, present], gedeflecteerd zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], gedeflecteerd te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], deflecterend [imperfect, participle], gedeflecteerd [past, participle], ev. deflecteer [imperative], mv. verouderd deflecteert [imperative], deflectere [subjunctive], deflecteer [indicative, imperfect, present, singular, first-person], deflecteert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], deflecteert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], deflecteert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], deflecteert [indicative, imperfect, present, singular, third-person], deflecteerde [indicative, imperfect, past, singular, first-person], deflecteerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], deflecteerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], deflecteerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], deflecteerde [indicative, imperfect, past, singular, third-person], deflecteerden [indicative, imperfect, past, plural, first-person], deflecteerden [indicative, imperfect, past, plural, second-person], deflecteerden [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal deflecteren [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult/zal deflecteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult/zal deflecteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult deflecteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal deflecteren [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen deflecteren [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen deflecteren [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen deflecteren [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou deflecteren [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou deflecteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) deflecteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt deflecteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou deflecteren [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden deflecteren [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden deflecteren [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden deflecteren [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb gedeflecteerd [perfect, present, first-person], hebt gedeflecteerd [perfect, present, second-person], hebt/heeft gedeflecteerd [perfect, present, second-person], hebt gedeflecteerd [perfect, present, second-person], heeft gedeflecteerd [perfect, present, third-person], hebben gedeflecteerd [perfect, present, first-person], hebben gedeflecteerd [perfect, present, second-person], hebben gedeflecteerd [perfect, present, third-person], had gedeflecteerd [perfect, past, first-person], had gedeflecteerd [perfect, past, second-person], had gedeflecteerd [perfect, past, second-person], hadt gedeflecteerd [perfect, past, second-person], had gedeflecteerd [perfect, past, third-person], hadden gedeflecteerd [perfect, past, first-person], hadden gedeflecteerd [perfect, past, second-person], hadden gedeflecteerd [perfect, past, third-person], zal gedeflecteerd hebben [perfect, future, first-person], zal/zult gedeflecteerd hebben [perfect, future, second-person], zult/zal gedeflecteerd hebben [perfect, future, second-person], zult gedeflecteerd hebben [perfect, future, second-person], zal gedeflecteerd hebben [perfect, future, third-person], zullen gedeflecteerd hebben [perfect, future, first-person], zullen gedeflecteerd hebben [perfect, future, second-person], zullen gedeflecteerd hebben [perfect, future, third-person], zou gedeflecteerd hebben [perfect, conditional, first-person], zou gedeflecteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zou/zoudt gedeflecteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt gedeflecteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zou gedeflecteerd hebben [perfect, conditional, third-person], zouden gedeflecteerd hebben [perfect, conditional, first-person], zouden gedeflecteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zouden gedeflecteerd hebben [perfect, conditional, third-person]
  1. verdwijning van de buigingsuitgangen vertonen
    Sense id: nl-deflecteren-nl-verb-WQqvE-g~ Categories (other): Taalkunde_in_het_Nederlands Topics: linguistics
The following are not (yet) sense-disambiguated
Related terms: flecteren
Categories (other): Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands, Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Voorvoegsel de- in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 11, Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Voorvoegsel de- in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "afgeleid van flecteren met het voorvoegsel de-"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "deflecteerde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gedeflecteerd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te deflecteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen deflecteren",
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen deflecteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gedeflecteerd",
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gedeflecteerd zullen hebben",
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gedeflecteerd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecterend",
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gedeflecteerd",
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n deflecteer",
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "mv. verouderd\ndeflecteert",
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "deflectere",
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteer",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteerde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteerde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteerde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteerde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteerde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteerden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteerden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteerden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal deflecteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal deflecteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal deflecteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult deflecteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal deflecteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen deflecteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen deflecteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen deflecteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou deflecteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou deflecteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) deflecteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt deflecteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou deflecteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden deflecteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden deflecteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden deflecteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt/heeft gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal/zult gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "de·flec·te·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "related": [
    {
      "word": "flecteren"
    }
  ],
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Taalkunde_in_het_Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "verdwijning van de buigingsuitgangen vertonen"
      ],
      "id": "nl-deflecteren-nl-verb-WQqvE-g~",
      "topics": [
        "linguistics"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-deflecteren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/2/20/Nl-deflecteren.ogg/Nl-deflecteren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-deflecteren.ogg"
    }
  ],
  "word": "deflecteren"
}

{
  "categories": [
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Voorvoegsel de- in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
    "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "afgeleid van flecteren met het voorvoegsel de-"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "deflecteerde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "gedeflecteerd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te deflecteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen deflecteren",
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen deflecteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gedeflecteerd",
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "gedeflecteerd zullen hebben",
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "gedeflecteerd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecterend",
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "gedeflecteerd",
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n deflecteer",
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "mv. verouderd\ndeflecteert",
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "deflectere",
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteer",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteerde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteerde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteerde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteerde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteerde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteerden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteerden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "deflecteerden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal deflecteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal deflecteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal deflecteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult deflecteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal deflecteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen deflecteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen deflecteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen deflecteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou deflecteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou deflecteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) deflecteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt deflecteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou deflecteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden deflecteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden deflecteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden deflecteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt/heeft gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden gedeflecteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal/zult gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden gedeflecteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "deflecteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "de·flec·te·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "related": [
    {
      "word": "flecteren"
    }
  ],
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Taalkunde_in_het_Nederlands"
      ],
      "glosses": [
        "verdwijning van de buigingsuitgangen vertonen"
      ],
      "topics": [
        "linguistics"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-deflecteren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/2/20/Nl-deflecteren.ogg/Nl-deflecteren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-deflecteren.ogg"
    }
  ],
  "word": "deflecteren"
}

Download raw JSONL data for deflecteren meaning in All languages combined (11.7kB)

This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-11-06 from the nlwiktionary dump dated 2024-10-20 using wiktextract (fbeafe8 and 7f03c9b). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.