"confronteren" meaning in All languages combined

See confronteren on Wiktionary

Verb [Nederlands]

IPA: ˌkɔɱfrɔnˈterə(n) Audio: nl-confronteren.ogg
Forms: confronteerde [past], geconfronteerd [past, participle], te confronteren [active, infinitive, imperfect, present], zullen confronteren [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen confronteren [active, infinitive, imperfect, future], hebben geconfronteerd [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben geconfronteerd [active, infinitive, perfect, present], geconfronteerd zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], geconfronteerd te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], confronterend [imperfect, participle], geconfronteerd [past, participle], ev. confronteer [imperative], confrontere [subjunctive], confronteer [indicative, imperfect, present, singular, first-person], confronteert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], confronteert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], confronteert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], confronteert [indicative, imperfect, present, singular, third-person], confronteerde [indicative, imperfect, past, singular, first-person], confronteerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], confronteerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], confronteerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], confronteerde [indicative, imperfect, past, singular, third-person], confronteerden [indicative, imperfect, past, plural, first-person], confronteerden [indicative, imperfect, past, plural, second-person], confronteerden [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal confronteren [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult confronteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal confronteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult confronteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal confronteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult confronteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal confronteren [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen confronteren [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen confronteren [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen confronteren [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou confronteren [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou confronteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) confronteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt confronteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou confronteren [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden confronteren [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden confronteren [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden confronteren [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb geconfronteerd [perfect, present, first-person], hebt geconfronteerd [perfect, present, second-person], hebt geconfronteerd [perfect, present, second-person], heeft geconfronteerd [perfect, present, second-person], hebt geconfronteerd [perfect, present, second-person], heeft geconfronteerd [perfect, present, third-person], hebben geconfronteerd [perfect, present, first-person], hebben geconfronteerd [perfect, present, second-person], hebben geconfronteerd [perfect, present, third-person], had geconfronteerd [perfect, past, first-person], had geconfronteerd [perfect, past, second-person], had geconfronteerd [perfect, past, second-person], hadt geconfronteerd [perfect, past, second-person], had geconfronteerd [perfect, past, third-person], hadden geconfronteerd [perfect, past, first-person], hadden geconfronteerd [perfect, past, second-person], hadden geconfronteerd [perfect, past, third-person], zal geconfronteerd hebben [perfect, future, first-person], zal geconfronteerd hebben [perfect, future, second-person], zult geconfronteerd hebben [perfect, future, second-person], zult geconfronteerd hebben [perfect, future, second-person], zal geconfronteerd hebben [perfect, future, second-person], zult geconfronteerd hebben [perfect, future, second-person], zal geconfronteerd hebben [perfect, future, third-person], zullen geconfronteerd hebben [perfect, future, first-person], zullen geconfronteerd hebben [perfect, future, second-person], zullen geconfronteerd hebben [perfect, future, third-person], zou geconfronteerd hebben [perfect, conditional, first-person], zou geconfronteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zou geconfronteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt geconfronteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt geconfronteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zou geconfronteerd hebben [perfect, conditional, third-person], zouden geconfronteerd hebben [perfect, conditional, first-person], zouden geconfronteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zouden geconfronteerd hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt geconfronteerd [impersonal, passive, present, imperfect], er is geconfronteerd [impersonal, passive, present, perfect], er werd geconfronteerd [impersonal, passive, past, imperfect], er was geconfronteerd [impersonal, passive, past, perfect], er zal geconfronteerd worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal geconfronteerd zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou geconfronteerd worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou geconfronteerd zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], geconfronteerd worden [passive, infinitive, imperfect, present, short-form], geconfronteerd te worden [passive, infinitive, imperfect, present], geconfronteerd zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future, short-form], geconfronteerd te zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future], geconfronteerd zijn [passive, infinitive, perfect, present, short-form], geconfronteerd te zijn [passive, infinitive, perfect, present], geconfronteerd zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future, short-form], geconfronteerd te zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future], word geconfronteerd [singular, imperfect, present, first-person], wordt geconfronteerd [singular, imperfect, present, second-person], wordt geconfronteerd [singular, imperfect, present, second-person], wordt geconfronteerd [singular, imperfect, present, second-person], wordt geconfronteerd [singular, imperfect, present, plural, third-person], worden geconfronteerd [singular, imperfect, present, plural, first-person], worden geconfronteerd [singular, imperfect, present, plural, second-person], worden geconfronteerd [singular, imperfect, present, third-person], werd geconfronteerd [singular, imperfect, past, first-person], werd geconfronteerd [singular, imperfect, past, second-person], werd geconfronteerd [singular, imperfect, past, second-person], werdt geconfronteerd [singular, imperfect, past, second-person], werd geconfronteerd [singular, imperfect, past, plural, third-person], werden geconfronteerd [singular, imperfect, past, plural, first-person], werden geconfronteerd [singular, imperfect, past, plural, second-person], werden geconfronteerd [singular, imperfect, past, third-person], zal geconfronteerd worden [singular, imperfect, future, first-person], zult geconfronteerd worden [singular, imperfect, future, second-person], zult geconfronteerd worden [singular, imperfect, future, second-person], zult geconfronteerd worden [singular, imperfect, future, second-person], zal geconfronteerd worden [singular, imperfect, future, plural, third-person], zullen geconfronteerd worden [singular, imperfect, future, plural, first-person], zullen geconfronteerd worden [singular, imperfect, future, plural, second-person], zullen geconfronteerd worden [singular, imperfect, future, third-person], zou geconfronteerd worden [singular, imperfect, conditional, first-person], zou geconfronteerd worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou geconfronteerd worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt geconfronteerd worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt geconfronteerd worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou geconfronteerd worden [singular, imperfect, conditional, plural, third-person], zouden geconfronteerd worden [singular, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden geconfronteerd worden [singular, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden geconfronteerd worden [singular, imperfect, conditional, third-person], ben geconfronteerd [perfect, present, first-person], bent geconfronteerd [perfect, present, second-person], bent geconfronteerd [perfect, present, second-person], is geconfronteerd [perfect, present, second-person], zijt geconfronteerd [perfect, present, second-person], is geconfronteerd [perfect, present, third-person], zijn geconfronteerd [perfect, present, first-person], zijn geconfronteerd [perfect, present, second-person], zijn geconfronteerd [perfect, present, third-person], was geconfronteerd [perfect, past, first-person], was geconfronteerd [perfect, past, second-person], was geconfronteerd [perfect, past, second-person], waart geconfronteerd [perfect, past, second-person], was geconfronteerd [perfect, past, third-person], waren geconfronteerd [perfect, past, first-person], waren geconfronteerd [perfect, past, second-person], waren geconfronteerd [perfect, past, third-person], zal geconfronteerd zijn [perfect, future, first-person], zult geconfronteerd zijn [perfect, future, second-person], zult geconfronteerd zijn [perfect, future, second-person], zult geconfronteerd zijn [perfect, future, second-person], zal geconfronteerd zijn [perfect, future, third-person], zullen geconfronteerd zijn [perfect, future, first-person], zullen geconfronteerd zijn [perfect, future, second-person], zullen geconfronteerd zijn [perfect, future, third-person], zou geconfronteerd zijn [perfect, conditional, first-person], zou geconfronteerd zijn [perfect, conditional, second-person], zou geconfronteerd zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt geconfronteerd zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt geconfronteerd zijn [perfect, conditional, second-person], zou geconfronteerd zijn [perfect, conditional, third-person], zouden geconfronteerd zijn [perfect, conditional, first-person], zouden geconfronteerd zijn [perfect, conditional, second-person], zouden geconfronteerd zijn [perfect, conditional, third-person]
  1. ~met: iemand laten zien wat diegene heeft gedaan (en wat diegene liever niet zou willen weten) Tags: transitive
    Sense id: nl-confronteren-nl-verb-714hPd~D Categories (other): Overgankelijk werkwoord in het Nederlands, Woorden met boekreferenties
The following are not (yet) sense-disambiguated
Translations (iemand laten zien wat diegene heeft gedaan): конфронтирам (Bulgaars), konfrontieren (Duits), confront (Engels), confronter (Frans), confrontar (Spaans), carear (Spaans)
Categories (other): Achtervoegsel -eren in het Nederlands, Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands, Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Voorvoegsel con- in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met IPA-weergave, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 12, Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands, Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Achtervoegsel -eren in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Voorvoegsel con- in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 12",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tegenover elkaar plaatsen’ voor het eerst aangetroffen in 1609",
    "afgeleid van het Franse confronter (met het voorvoegsel con- en met het achtervoegsel -eren)"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "confronteerde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te confronteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen confronteren",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen confronteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geconfronteerd",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd zullen hebben",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "confronterend",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n confronteer",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "confrontere",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nconfronteert"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteer",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteerde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteerde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteerde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteerde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteerde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteerden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteerden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteerden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal confronteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult confronteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal confronteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult confronteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal confronteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult confronteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal confronteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen confronteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen confronteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen confronteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou confronteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou confronteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) confronteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt confronteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou confronteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden confronteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden confronteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden confronteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt geconfronteerd",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is geconfronteerd",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd geconfronteerd",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was geconfronteerd",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal geconfronteerd worden",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal geconfronteerd zijn",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou geconfronteerd worden",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou geconfronteerd zijn",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd worden",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd zullen worden",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd zijn",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd zullen zijn",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "con·fron·te·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        },
        {
          "kind": "other",
          "name": "Woorden met boekreferenties",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Ik confronteerde hem met zijn fouten die hij heeft begaan."
        },
        {
          "ref": "Suzanne Vermeer\n “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2",
          "text": "De waarheid kon hard, helder en bijzonder confronterend zijn."
        }
      ],
      "glosses": [
        "~met: iemand laten zien wat diegene heeft gedaan (en wat diegene liever niet zou willen weten)"
      ],
      "id": "nl-confronteren-nl-verb-714hPd~D",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-confronteren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/e/ec/Nl-confronteren.ogg/Nl-confronteren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-confronteren.ogg"
    },
    {
      "ipa": "ˌkɔɱfrɔnˈterə(n)"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Bulgaars",
      "lang_code": "bg",
      "sense": "iemand laten zien wat diegene heeft gedaan",
      "sense_index": 1,
      "word": "конфронтирам"
    },
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "iemand laten zien wat diegene heeft gedaan",
      "sense_index": 1,
      "word": "konfrontieren"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "iemand laten zien wat diegene heeft gedaan",
      "sense_index": 1,
      "word": "confront"
    },
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "sense": "iemand laten zien wat diegene heeft gedaan",
      "sense_index": 1,
      "word": "confronter"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "iemand laten zien wat diegene heeft gedaan",
      "sense_index": 1,
      "word": "confrontar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "iemand laten zien wat diegene heeft gedaan",
      "sense_index": 1,
      "word": "carear"
    }
  ],
  "word": "confronteren"
}

{
  "categories": [
    "Achtervoegsel -eren in het Nederlands",
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Voorvoegsel con- in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 12",
    "Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands",
    "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tegenover elkaar plaatsen’ voor het eerst aangetroffen in 1609",
    "afgeleid van het Franse confronter (met het voorvoegsel con- en met het achtervoegsel -eren)"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "confronteerde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te confronteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen confronteren",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen confronteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geconfronteerd",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd zullen hebben",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "confronterend",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n confronteer",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "confrontere",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nconfronteert"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteer",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteerde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteerde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteerde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteerde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteerde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteerden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteerden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "confronteerden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal confronteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult confronteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal confronteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult confronteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal confronteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult confronteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal confronteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen confronteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen confronteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen confronteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou confronteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou confronteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) confronteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt confronteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou confronteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden confronteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden confronteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden confronteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt geconfronteerd",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is geconfronteerd",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd geconfronteerd",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was geconfronteerd",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal geconfronteerd worden",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal geconfronteerd zijn",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou geconfronteerd worden",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou geconfronteerd zijn",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd worden",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd zullen worden",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd zijn",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd zullen zijn",
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geconfronteerd te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren geconfronteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geconfronteerd zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "confronteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "con·fron·te·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
        "Woorden met boekreferenties"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Ik confronteerde hem met zijn fouten die hij heeft begaan."
        },
        {
          "ref": "Suzanne Vermeer\n “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2",
          "text": "De waarheid kon hard, helder en bijzonder confronterend zijn."
        }
      ],
      "glosses": [
        "~met: iemand laten zien wat diegene heeft gedaan (en wat diegene liever niet zou willen weten)"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-confronteren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/e/ec/Nl-confronteren.ogg/Nl-confronteren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-confronteren.ogg"
    },
    {
      "ipa": "ˌkɔɱfrɔnˈterə(n)"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Bulgaars",
      "lang_code": "bg",
      "sense": "iemand laten zien wat diegene heeft gedaan",
      "sense_index": 1,
      "word": "конфронтирам"
    },
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "iemand laten zien wat diegene heeft gedaan",
      "sense_index": 1,
      "word": "konfrontieren"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "iemand laten zien wat diegene heeft gedaan",
      "sense_index": 1,
      "word": "confront"
    },
    {
      "lang": "Frans",
      "lang_code": "fr",
      "sense": "iemand laten zien wat diegene heeft gedaan",
      "sense_index": 1,
      "word": "confronter"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "iemand laten zien wat diegene heeft gedaan",
      "sense_index": 1,
      "word": "confrontar"
    },
    {
      "lang": "Spaans",
      "lang_code": "es",
      "sense": "iemand laten zien wat diegene heeft gedaan",
      "sense_index": 1,
      "word": "carear"
    }
  ],
  "word": "confronteren"
}

Download raw JSONL data for confronteren meaning in All languages combined (26.4kB)

{
  "called_from": "core/1021",
  "msg": "too many args (5) in argument reference: ('pageurl', '\\U00102379', '.*web.archive.org/web/\\U0010203f0-9\\U00102040*/(\\U0010203fa-z\\U00102040*)://(.*)', '%1://%2', 'plain=no')",
  "path": [
    "confronteren",
    "Template:citeer",
    "ARG-DEFVAL"
  ],
  "section": "Nederlands",
  "subsection": "Werkwoord",
  "title": "confronteren",
  "trace": ""
}

This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-01-25 from the nlwiktionary dump dated 2025-01-20 using wiktextract (c15a5ce and 5c11237). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.