"beslechten" meaning in All languages combined

See beslechten on Wiktionary

Verb [Nederlands]

Audio: nl-beslechten.ogg
Forms: beslechtte [past], beslecht [past, participle], te beslechten [active, infinitive, imperfect, present], zullen beslechten [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen beslechten [active, infinitive, imperfect, future], hebben beslecht [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben beslecht [active, infinitive, perfect, present], beslecht zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], beslecht te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], beslechtend [imperfect, participle], beslecht [past, participle], ev. beslecht [imperative], beslechte [subjunctive], beslecht [indicative, imperfect, present, singular, first-person], beslecht [indicative, imperfect, present, singular, second-person], beslecht [indicative, imperfect, present, singular, second-person], beslecht [indicative, imperfect, present, singular, second-person], beslecht [indicative, imperfect, present, singular, third-person], beslechtte [indicative, imperfect, past, singular, first-person], beslechtte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], beslechtte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], beslechtte [indicative, imperfect, past, singular, second-person], beslechtte [indicative, imperfect, past, singular, third-person], beslechtten [indicative, imperfect, past, plural, first-person], beslechtten [indicative, imperfect, past, plural, second-person], beslechtten [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal beslechten [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult beslechten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal beslechten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult beslechten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal beslechten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult beslechten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal beslechten [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen beslechten [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen beslechten [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen beslechten [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou beslechten [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou beslechten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) beslechten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt beslechten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou beslechten [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden beslechten [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden beslechten [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden beslechten [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb beslecht [perfect, present, first-person], hebt beslecht [perfect, present, second-person], hebt beslecht [perfect, present, second-person], heeft beslecht [perfect, present, second-person], hebt beslecht [perfect, present, second-person], heeft beslecht [perfect, present, third-person], hebben beslecht [perfect, present, first-person], hebben beslecht [perfect, present, second-person], hebben beslecht [perfect, present, third-person], had beslecht [perfect, past, first-person], had beslecht [perfect, past, second-person], had beslecht [perfect, past, second-person], hadt beslecht [perfect, past, second-person], had beslecht [perfect, past, third-person], hadden beslecht [perfect, past, first-person], hadden beslecht [perfect, past, second-person], hadden beslecht [perfect, past, third-person], zal beslecht hebben [perfect, future, first-person], zal beslecht hebben [perfect, future, second-person], zult beslecht hebben [perfect, future, second-person], zult beslecht hebben [perfect, future, second-person], zal beslecht hebben [perfect, future, second-person], zult beslecht hebben [perfect, future, second-person], zal beslecht hebben [perfect, future, third-person], zullen beslecht hebben [perfect, future, first-person], zullen beslecht hebben [perfect, future, second-person], zullen beslecht hebben [perfect, future, third-person], zou beslecht hebben [perfect, conditional, first-person], zou beslecht hebben [perfect, conditional, second-person], zou beslecht hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt beslecht hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt beslecht hebben [perfect, conditional, second-person], zou beslecht hebben [perfect, conditional, third-person], zouden beslecht hebben [perfect, conditional, first-person], zouden beslecht hebben [perfect, conditional, second-person], zouden beslecht hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt beslecht [impersonal, passive, present, imperfect], er is beslecht [impersonal, passive, present, perfect], er werd beslecht [impersonal, passive, past, imperfect], er was beslecht [impersonal, passive, past, perfect], er zal beslecht worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal beslecht zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou beslecht worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou beslecht zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], beslecht worden [passive, infinitive, imperfect, present, short-form], beslecht te worden [passive, infinitive, imperfect, present], beslecht zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future, short-form], beslecht te zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future], beslecht zijn [passive, infinitive, perfect, present, short-form], beslecht te zijn [passive, infinitive, perfect, present], beslecht zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future, short-form], beslecht te zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future], word beslecht [singular, imperfect, present, first-person], wordt beslecht [singular, imperfect, present, second-person], wordt beslecht [singular, imperfect, present, second-person], wordt beslecht [singular, imperfect, present, second-person], wordt beslecht [singular, imperfect, present, plural, third-person], worden beslecht [singular, imperfect, present, plural, first-person], worden beslecht [singular, imperfect, present, plural, second-person], worden beslecht [singular, imperfect, present, third-person], werd beslecht [singular, imperfect, past, first-person], werd beslecht [singular, imperfect, past, second-person], werd beslecht [singular, imperfect, past, second-person], werdt beslecht [singular, imperfect, past, second-person], werd beslecht [singular, imperfect, past, plural, third-person], werden beslecht [singular, imperfect, past, plural, first-person], werden beslecht [singular, imperfect, past, plural, second-person], werden beslecht [singular, imperfect, past, third-person], zal beslecht worden [singular, imperfect, future, first-person], zult beslecht worden [singular, imperfect, future, second-person], zult beslecht worden [singular, imperfect, future, second-person], zult beslecht worden [singular, imperfect, future, second-person], zal beslecht worden [singular, imperfect, future, plural, third-person], zullen beslecht worden [singular, imperfect, future, plural, first-person], zullen beslecht worden [singular, imperfect, future, plural, second-person], zullen beslecht worden [singular, imperfect, future, third-person], zou beslecht worden [singular, imperfect, conditional, first-person], zou beslecht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou beslecht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt beslecht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt beslecht worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou beslecht worden [singular, imperfect, conditional, plural, third-person], zouden beslecht worden [singular, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden beslecht worden [singular, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden beslecht worden [singular, imperfect, conditional, third-person], ben beslecht [perfect, present, first-person], bent beslecht [perfect, present, second-person], bent beslecht [perfect, present, second-person], is beslecht [perfect, present, second-person], zijt beslecht [perfect, present, second-person], is beslecht [perfect, present, third-person], zijn beslecht [perfect, present, first-person], zijn beslecht [perfect, present, second-person], zijn beslecht [perfect, present, third-person], was beslecht [perfect, past, first-person], was beslecht [perfect, past, second-person], was beslecht [perfect, past, second-person], waart beslecht [perfect, past, second-person], was beslecht [perfect, past, third-person], waren beslecht [perfect, past, first-person], waren beslecht [perfect, past, second-person], waren beslecht [perfect, past, third-person], zal beslecht zijn [perfect, future, first-person], zult beslecht zijn [perfect, future, second-person], zult beslecht zijn [perfect, future, second-person], zult beslecht zijn [perfect, future, second-person], zal beslecht zijn [perfect, future, third-person], zullen beslecht zijn [perfect, future, first-person], zullen beslecht zijn [perfect, future, second-person], zullen beslecht zijn [perfect, future, third-person], zou beslecht zijn [perfect, conditional, first-person], zou beslecht zijn [perfect, conditional, second-person], zou beslecht zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt beslecht zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt beslecht zijn [perfect, conditional, second-person], zou beslecht zijn [perfect, conditional, third-person], zouden beslecht zijn [perfect, conditional, first-person], zouden beslecht zijn [perfect, conditional, second-person], zouden beslecht zijn [perfect, conditional, third-person]
  1. een geschil tot een definitief einde brengen Tags: transitive
    Sense id: nl-beslechten-nl-verb-23rgQzVm Categories (other): Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Voorvoegsel be- in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "In de betekenis van ‘een eind maken aan’ voor het eerst aangetroffen in 1503",
    "Afgeleid van slechten met het voorvoegsel be-"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "beslechtte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te beslechten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslechten",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen beslechten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben beslecht",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben beslecht",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht zullen hebben",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtend",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n beslecht",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechte",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nbeslecht"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtte",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtte",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtte",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtte",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtte",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslechten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslechten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslechten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslechten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslechten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslechten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslechten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) beslechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt beslechten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslechten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslechten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslechten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslechten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb beslecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt beslecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt beslecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft beslecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben beslecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben beslecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben beslecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had beslecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had beslecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt beslecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had beslecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden beslecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden beslecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden beslecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt beslecht",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is beslecht",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd beslecht",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was beslecht",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal beslecht worden",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal beslecht zijn",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou beslecht worden",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou beslecht zijn",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht worden",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht zullen worden",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht zijn",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht zullen zijn",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word beslecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt beslecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt beslecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt beslecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden beslecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden beslecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden beslecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd beslecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd beslecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt beslecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd beslecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden beslecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden beslecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden beslecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben beslecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent beslecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt beslecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is beslecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn beslecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn beslecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn beslecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was beslecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was beslecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart beslecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was beslecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren beslecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren beslecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren beslecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "be·slech·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Die zaak is nog lang niet beslecht."
        }
      ],
      "glosses": [
        "een geschil tot een definitief einde brengen"
      ],
      "id": "nl-beslechten-nl-verb-23rgQzVm",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-beslechten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/d/d6/Nl-beslechten.ogg/Nl-beslechten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-beslechten.ogg"
    }
  ],
  "word": "beslechten"
}
{
  "categories": [
    "Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Voorvoegsel be- in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
    "Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "In de betekenis van ‘een eind maken aan’ voor het eerst aangetroffen in 1503",
    "Afgeleid van slechten met het voorvoegsel be-"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "beslechtte",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te beslechten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslechten",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen beslechten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben beslecht",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben beslecht",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht zullen hebben",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtend",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n beslecht",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechte",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nbeslecht"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtte",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtte",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtte",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtte",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtte",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "beslechtten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslechten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslechten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslechten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslechten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslechten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslechten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslechten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslechten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) beslechten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt beslechten",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslechten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslechten",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslechten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslechten",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb beslecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt beslecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt beslecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft beslecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben beslecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben beslecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben beslecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had beslecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had beslecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt beslecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had beslecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden beslecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden beslecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden beslecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt beslecht",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is beslecht",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd beslecht",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was beslecht",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal beslecht worden",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal beslecht zijn",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou beslecht worden",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou beslecht zijn",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht worden",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht zullen worden",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht zijn",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht zullen zijn",
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "beslecht te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word beslecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt beslecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt beslecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt beslecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden beslecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden beslecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden beslecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd beslecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd beslecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt beslecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd beslecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden beslecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden beslecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden beslecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben beslecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent beslecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt beslecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is beslecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn beslecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn beslecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn beslecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was beslecht",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was beslecht",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was beslecht",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart beslecht",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was beslecht",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren beslecht",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren beslecht",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren beslecht",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden beslecht zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "beslechten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "be·slech·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Die zaak is nog lang niet beslecht."
        }
      ],
      "glosses": [
        "een geschil tot een definitief einde brengen"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-beslechten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/d/d6/Nl-beslechten.ogg/Nl-beslechten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-beslechten.ogg"
    }
  ],
  "word": "beslechten"
}

Download raw JSONL data for beslechten meaning in All languages combined (23.9kB)


This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-12-21 from the nlwiktionary dump dated 2024-12-20 using wiktextract (d8cb2f3 and 4e554ae). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.