"beita" meaning in All languages combined

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Oudnoords",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Oudnoords",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Oudnoords van lengte 5",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "Afkomstig van het Germaanse werkwoord *baitjan (= bijten) van Indo-Germaans: *bʰeid-",
    "Woordopbouw: beit-a"
  ],
  "lang": "Oudnoords",
  "lang_code": "unknown",
  "notes": [
    "Duits\n**[1]: beißen lassen\n**[2]: zäumen\n**[3]: weiden\n**[4]: jagen\n**[5]: töten\n**[6]: beim Winde segeln, kreuzen",
    "[1]: beißen lassen",
    "[2]: zäumen",
    "[3]: weiden",
    "[4]: jagen",
    "[5]: töten",
    "[6]: beim Winde segeln, kreuzen"
  ],
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "glosses": [
        "laten bijten"
      ],
      "id": "nl-beita-unknown-verb-Zk0qI~7w"
    },
    {
      "glosses": [
        "optomen"
      ],
      "id": "nl-beita-unknown-verb-UjAcXHy3"
    },
    {
      "glosses": [
        "grazen"
      ],
      "id": "nl-beita-unknown-verb-4jjRzm3H"
    },
    {
      "glosses": [
        "jagen"
      ],
      "id": "nl-beita-unknown-verb-SUgwRYLN"
    },
    {
      "glosses": [
        "doden"
      ],
      "id": "nl-beita-unknown-verb-wOplT4Lp"
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Scheepvaart_in_het_Oudnoords",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "bij het zeilen zigzag bijna tegen de wind varen, kruisen, laveren"
      ],
      "id": "nl-beita-unknown-verb-6-At~LwG",
      "topics": [
        "shipping"
      ]
    }
  ],
  "word": "beita"
}

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Oudnoords",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Oudnoords van lengte 5",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zelfstandig naamwoord in het Oudnoords",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "Afkomstig van het Germaanse werkwoord *baitjan (= bijten) van Indo-Germaans: *bʰeid-",
    "Woordopbouw: beit-a"
  ],
  "lang": "Oudnoords",
  "lang_code": "unknown",
  "pos": "noun",
  "pos_title": "Zelfstandig naamwoord",
  "senses": [
    {
      "glosses": [
        "aas, lokaas, lokkertje, lokmiddel"
      ],
      "id": "nl-beita-unknown-noun-YsvXMlzV"
    }
  ],
  "word": "beita"
}

{
  "categories": [
    "Werkwoord in het Oudnoords",
    "Woorden in het Oudnoords",
    "Woorden in het Oudnoords van lengte 5"
  ],
  "etymology_texts": [
    "Afkomstig van het Germaanse werkwoord *baitjan (= bijten) van Indo-Germaans: *bʰeid-",
    "Woordopbouw: beit-a"
  ],
  "lang": "Oudnoords",
  "lang_code": "unknown",
  "notes": [
    "Duits\n**[1]: beißen lassen\n**[2]: zäumen\n**[3]: weiden\n**[4]: jagen\n**[5]: töten\n**[6]: beim Winde segeln, kreuzen",
    "[1]: beißen lassen",
    "[2]: zäumen",
    "[3]: weiden",
    "[4]: jagen",
    "[5]: töten",
    "[6]: beim Winde segeln, kreuzen"
  ],
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "glosses": [
        "laten bijten"
      ]
    },
    {
      "glosses": [
        "optomen"
      ]
    },
    {
      "glosses": [
        "grazen"
      ]
    },
    {
      "glosses": [
        "jagen"
      ]
    },
    {
      "glosses": [
        "doden"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Scheepvaart_in_het_Oudnoords"
      ],
      "glosses": [
        "bij het zeilen zigzag bijna tegen de wind varen, kruisen, laveren"
      ],
      "topics": [
        "shipping"
      ]
    }
  ],
  "word": "beita"
}

{
  "categories": [
    "Woorden in het Oudnoords",
    "Woorden in het Oudnoords van lengte 5",
    "Zelfstandig naamwoord in het Oudnoords"
  ],
  "etymology_texts": [
    "Afkomstig van het Germaanse werkwoord *baitjan (= bijten) van Indo-Germaans: *bʰeid-",
    "Woordopbouw: beit-a"
  ],
  "lang": "Oudnoords",
  "lang_code": "unknown",
  "pos": "noun",
  "pos_title": "Zelfstandig naamwoord",
  "senses": [
    {
      "glosses": [
        "aas, lokaas, lokkertje, lokmiddel"
      ]
    }
  ],
  "word": "beita"
}