See afweek on Wiktionary
{
"antonyms": [
{
"word": "opweek"
}
],
"categories": [
{
"kind": "other",
"name": "Ontbrekend geluid",
"parents": [],
"source": "w"
},
{
"kind": "other",
"name": "Retrograad van het Nederlands",
"parents": [],
"source": "w"
},
{
"kind": "other",
"name": "Telbaar",
"parents": [],
"source": "w"
},
{
"kind": "other",
"name": "Woorden in het Nederlands",
"parents": [],
"source": "w"
},
{
"kind": "other",
"name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
"parents": [],
"source": "w"
},
{
"kind": "other",
"name": "Woorden in het Nederlands van lengte 6",
"parents": [],
"source": "w"
},
{
"kind": "other",
"name": "Zelfstandig naamwoord in het Nederlands",
"parents": [],
"source": "w"
}
],
"etymology_texts": [
"Samenstelling van af (van op en af) en week"
],
"forms": [
{
"form": "afweken",
"tags": [
"plural"
]
},
{
"form": "afweekje",
"tags": [
"diminutive",
"singular"
]
},
{
"form": "afweekjes",
"tags": [
"diminutive",
"plural"
]
}
],
"hyphenation": "af·week",
"lang": "Nederlands",
"lang_code": "nl",
"pos": "noun",
"pos_title": "Zelfstandig naamwoord",
"senses": [
{
"examples": [
{
"text": "In de afweek presenteerde haar collega het journaal."
}
],
"glosses": [
"de week waarin iemand geen dienst heeft."
],
"id": "nl-afweek-nl-noun-q9U4iDyj"
}
],
"sounds": [
{
"audio": "nl-afweek.ogg",
"mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/3/31/Nl-afweek.ogg/Nl-afweek.ogg.mp3",
"ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-afweek.ogg"
}
],
"tags": [
"feminine",
"masculine"
],
"word": "afweek"
}
{
"categories": [
{
"kind": "other",
"name": "Ontbrekend geluid",
"parents": [],
"source": "w"
},
{
"kind": "other",
"name": "Retrograad van het Nederlands",
"parents": [],
"source": "w"
},
{
"kind": "other",
"name": "Werkwoordsvorm in het Nederlands",
"parents": [],
"source": "w"
},
{
"kind": "other",
"name": "Woorden in het Nederlands",
"parents": [],
"source": "w"
},
{
"kind": "other",
"name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
"parents": [],
"source": "w"
},
{
"kind": "other",
"name": "Woorden in het Nederlands van lengte 6",
"parents": [],
"source": "w"
}
],
"etymology_texts": [
"Samenstelling van af (van op en af) en week"
],
"hyphenation": "af·week",
"lang": "Nederlands",
"lang_code": "nl",
"pos": "verb",
"pos_title": "Werkwoord",
"senses": [
{
"categories": [
{
"kind": "other",
"name": "Woorden met boekreferenties",
"parents": [],
"source": "w"
}
],
"examples": [
{
"text": "... dat ik afweek."
},
{
"text": "... dat jij afweek."
},
{
"text": "... dat hij, zij, het afweek."
},
{
"ref": "Suzanne Vermeer\n “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2",
"text": "Als ze afweek van de spontaan geplande route zou dit een nat pak kunnen betekenen."
}
],
"form_of": [
{
"word": "afwijken"
},
{
"word": "afweken"
}
],
"glosses": [
"enkelvoud verleden tijd van afwijken"
],
"id": "nl-afweek-nl-verb-rHGhlA73",
"raw_tags": [
"in een bijzin"
],
"tags": [
"form-of"
]
},
{
"examples": [
{
"text": "... dat ik afweek."
}
],
"form_of": [
{
"word": "afweken"
}
],
"glosses": [
"eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afweken"
],
"id": "nl-afweek-nl-verb-HKPwaZq1",
"raw_tags": [
"in een bijzin"
],
"tags": [
"form-of"
]
}
],
"sounds": [
{
"audio": "nl-afweek.ogg",
"mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/3/31/Nl-afweek.ogg/Nl-afweek.ogg.mp3",
"ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-afweek.ogg"
}
],
"tags": [
"form-of"
],
"word": "afweek"
}
{
"antonyms": [
{
"word": "opweek"
}
],
"categories": [
"Ontbrekend geluid",
"Retrograad van het Nederlands",
"Telbaar",
"Woorden in het Nederlands",
"Woorden in het Nederlands met audioweergave",
"Woorden in het Nederlands van lengte 6",
"Zelfstandig naamwoord in het Nederlands"
],
"etymology_texts": [
"Samenstelling van af (van op en af) en week"
],
"forms": [
{
"form": "afweken",
"tags": [
"plural"
]
},
{
"form": "afweekje",
"tags": [
"diminutive",
"singular"
]
},
{
"form": "afweekjes",
"tags": [
"diminutive",
"plural"
]
}
],
"hyphenation": "af·week",
"lang": "Nederlands",
"lang_code": "nl",
"pos": "noun",
"pos_title": "Zelfstandig naamwoord",
"senses": [
{
"examples": [
{
"text": "In de afweek presenteerde haar collega het journaal."
}
],
"glosses": [
"de week waarin iemand geen dienst heeft."
]
}
],
"sounds": [
{
"audio": "nl-afweek.ogg",
"mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/3/31/Nl-afweek.ogg/Nl-afweek.ogg.mp3",
"ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-afweek.ogg"
}
],
"tags": [
"feminine",
"masculine"
],
"word": "afweek"
}
{
"categories": [
"Ontbrekend geluid",
"Retrograad van het Nederlands",
"Werkwoordsvorm in het Nederlands",
"Woorden in het Nederlands",
"Woorden in het Nederlands met audioweergave",
"Woorden in het Nederlands van lengte 6"
],
"etymology_texts": [
"Samenstelling van af (van op en af) en week"
],
"hyphenation": "af·week",
"lang": "Nederlands",
"lang_code": "nl",
"pos": "verb",
"pos_title": "Werkwoord",
"senses": [
{
"categories": [
"Woorden met boekreferenties"
],
"examples": [
{
"text": "... dat ik afweek."
},
{
"text": "... dat jij afweek."
},
{
"text": "... dat hij, zij, het afweek."
},
{
"ref": "Suzanne Vermeer\n “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2",
"text": "Als ze afweek van de spontaan geplande route zou dit een nat pak kunnen betekenen."
}
],
"form_of": [
{
"word": "afwijken"
},
{
"word": "afweken"
}
],
"glosses": [
"enkelvoud verleden tijd van afwijken"
],
"raw_tags": [
"in een bijzin"
],
"tags": [
"form-of"
]
},
{
"examples": [
{
"text": "... dat ik afweek."
}
],
"form_of": [
{
"word": "afweken"
}
],
"glosses": [
"eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afweken"
],
"raw_tags": [
"in een bijzin"
],
"tags": [
"form-of"
]
}
],
"sounds": [
{
"audio": "nl-afweek.ogg",
"mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/3/31/Nl-afweek.ogg/Nl-afweek.ogg.mp3",
"ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-afweek.ogg"
}
],
"tags": [
"form-of"
],
"word": "afweek"
}
Download raw JSONL data for afweek meaning in All languages combined (2.4kB)
{
"called_from": "core/1021",
"msg": "too many args (5) in argument reference: ('pageurl', '\\U0010223d', '.*web.archive.org/web/\\U0010203f0-9\\U00102040*/(\\U0010203fa-z\\U00102040*)://(.*)', '%1://%2', 'plain=no')",
"path": [
"afweek",
"citeer",
"ARG-DEFVAL"
],
"section": "Nederlands",
"subsection": "Werkwoord",
"title": "afweek",
"trace": ""
}
This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-11-06 from the nlwiktionary dump dated 2024-10-20 using wiktextract (fbeafe8 and 7f03c9b). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.
If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.