"afschieten" meaning in All languages combined

See afschieten on Wiktionary

Verb [Nederlands]

IPA: /'ɑf.sxi.tə(n)/ Audio: nl-afschieten.ogg
Forms: schoot af [past], afgeschoten [past, participle], af te schieten [active, infinitive, imperfect, present], zullen afschieten af zullen schieten [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen afschieten af te zullen schieten [active, infinitive, imperfect, future], hebben afgeschoten [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben afgeschoten [active, infinitive, perfect, present], afgeschoten zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], afgeschoten te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], afschietend [imperfect, participle], afgeschoten [past, participle], ev. schiet af [imperative], mv. verouderd schiet af [imperative], schiete af (bijzin) afschiete [subjunctive], schiet af [indicative, imperfect, present, singular, first-person], schiet af [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schiet af [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schiet af [indicative, imperfect, present, singular, second-person], schiet af [indicative, imperfect, present, singular, third-person], schieten af [indicative, imperfect, present, plural, first-person], schieten af [indicative, imperfect, present, plural, second-person], schieten af [indicative, imperfect, present, plural, third-person], schoot af [indicative, imperfect, past, singular, first-person], schoot af [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schoot af [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schoot af [indicative, imperfect, past, singular, second-person], schoot af [indicative, imperfect, past, singular, third-person], schoten af [indicative, imperfect, past, plural, first-person], schoten af [indicative, imperfect, past, plural, second-person], schoten af [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal afschieten [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult/zal afschieten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult/zal afschieten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult afschieten [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal afschieten [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen afschieten [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen afschieten [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen afschieten [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou afschieten [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou afschieten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) afschieten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt afschieten [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou afschieten [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden afschieten [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden afschieten [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden afschieten [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], afschiet [present], afschiet [present], afschiet [present], afschiet [present], afschiet [present], afschoot [past], afschoot [past], afschoot [past], afschoot [past], afschoot [past], afschoten [past], afschoten [past], afschoten [past], zal afschieten af zal schieten [future], zult/zal afschieten af zult/zal schieten [future], zult/zal afschieten af zult/zal schieten [future], zult afschieten af zult schieten [future], zal afschieten af zal schieten [future], zullen afschieten af zullen schieten [future], zullen afschieten af zullen schieten [future], zullen afschieten af zullen schieten [future], zou afschieten af zou schieten [conditional], zou afschieten af zou schieten [conditional], zou(dt) afschieten af zou(dt) schieten [conditional], zoudt afschieten af zoudt schieten [conditional], zou afschieten af zou schieten [conditional], zouden afschieten af zouden schieten [conditional], zouden afschieten af zouden schieten [conditional], zouden afschieten af zouden schieten [conditional], heb afgeschoten [perfect, present, first-person], hebt afgeschoten [perfect, present, second-person], hebt/heeft afgeschoten [perfect, present, second-person], hebt afgeschoten [perfect, present, second-person], heeft afgeschoten [perfect, present, third-person], hebben afgeschoten [perfect, present, first-person], hebben afgeschoten [perfect, present, second-person], hebben afgeschoten [perfect, present, third-person], had afgeschoten [perfect, past, first-person], had afgeschoten [perfect, past, second-person], had afgeschoten [perfect, past, second-person], hadt afgeschoten [perfect, past, second-person], had afgeschoten [perfect, past, third-person], hadden afgeschoten [perfect, past, first-person], hadden afgeschoten [perfect, past, second-person], hadden afgeschoten [perfect, past, third-person], zal afgeschoten hebben [perfect, future, first-person], zal/zult afgeschoten hebben [perfect, future, second-person], zult/zal afgeschoten hebben [perfect, future, second-person], zult afgeschoten hebben [perfect, future, second-person], zal afgeschoten hebben [perfect, future, third-person], zullen afgeschoten hebben [perfect, future, first-person], zullen afgeschoten hebben [perfect, future, second-person], zullen afgeschoten hebben [perfect, future, third-person], zou afgeschoten hebben [perfect, conditional, first-person], zou afgeschoten hebben [perfect, conditional, second-person], zou/zoudt afgeschoten hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt afgeschoten hebben [perfect, conditional, second-person], zou afgeschoten hebben [perfect, conditional, third-person], zouden afgeschoten hebben [perfect, conditional, first-person], zouden afgeschoten hebben [perfect, conditional, second-person], zouden afgeschoten hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt afgeschoten [impersonal, passive, present, imperfect], er is afgeschoten [impersonal, passive, present, perfect], er werd afgeschoten [impersonal, passive, past, imperfect], er was afgeschoten [impersonal, passive, past, perfect], er zal afgeschoten worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal afgeschoten zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou afgeschoten worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou afgeschoten zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], afgeschoten worden [passive, infinitive, imperfect, present, short-form], afgeschoten te worden [passive, infinitive, imperfect, present], afgeschoten zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future, short-form], afgeschoten te zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future], afgeschoten zijn [passive, infinitive, perfect, present, short-form], afgeschoten te zijn [passive, infinitive, perfect, present], afgeschoten zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future, short-form], afgeschoten te zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future], word afgeschoten [singular, imperfect, present, first-person], wordt afgeschoten [singular, imperfect, present, second-person], wordt afgeschoten [singular, imperfect, present, second-person], wordt afgeschoten [singular, imperfect, present, second-person], wordt afgeschoten [singular, imperfect, present, plural, third-person], worden afgeschoten [singular, imperfect, present, plural, first-person], worden afgeschoten [singular, imperfect, present, plural, second-person], worden afgeschoten [singular, imperfect, present, third-person], werd afgeschoten [singular, imperfect, past, first-person], werd afgeschoten [singular, imperfect, past, second-person], werd afgeschoten [singular, imperfect, past, second-person], werdt afgeschoten [singular, imperfect, past, second-person], werd afgeschoten [singular, imperfect, past, plural, third-person], werden afgeschoten [singular, imperfect, past, plural, first-person], werden afgeschoten [singular, imperfect, past, plural, second-person], werden afgeschoten [singular, imperfect, past, third-person], zal afgeschoten worden [singular, imperfect, future, first-person], zult afgeschoten worden [singular, imperfect, future, second-person], zult afgeschoten worden [singular, imperfect, future, second-person], zult afgeschoten worden [singular, imperfect, future, second-person], zal afgeschoten worden [singular, imperfect, future, plural, third-person], zullen afgeschoten worden [singular, imperfect, future, plural, first-person], zullen afgeschoten worden [singular, imperfect, future, plural, second-person], zullen afgeschoten worden [singular, imperfect, future, third-person], zou afgeschoten worden [singular, imperfect, conditional, first-person], zou afgeschoten worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou/zoudt afgeschoten worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt afgeschoten worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou afgeschoten worden [singular, imperfect, conditional, plural, third-person], zouden afgeschoten worden [singular, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden afgeschoten worden [singular, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden afgeschoten worden [singular, imperfect, conditional, third-person], ben afgeschoten [perfect, present, first-person], bent afgeschoten [perfect, present, second-person], bent/is afgeschoten [perfect, present, second-person], zijt afgeschoten [perfect, present, second-person], is afgeschoten [perfect, present, third-person], zijn afgeschoten [perfect, present, first-person], zijn afgeschoten [perfect, present, second-person], zijn afgeschoten [perfect, present, third-person], was afgeschoten [perfect, past, first-person], was afgeschoten [perfect, past, second-person], was afgeschoten [perfect, past, second-person], waart afgeschoten [perfect, past, second-person], was afgeschoten [perfect, past, third-person], waren afgeschoten [perfect, past, first-person], waren afgeschoten [perfect, past, second-person], waren afgeschoten [perfect, past, third-person], zal afgeschoten zijn [perfect, future, first-person], zult afgeschoten zijn [perfect, future, second-person], zult afgeschoten zijn [perfect, future, second-person], zult afgeschoten zijn [perfect, future, second-person], zal afgeschoten zijn [perfect, future, third-person], zullen afgeschoten zijn [perfect, future, first-person], zullen afgeschoten zijn [perfect, future, second-person], zullen afgeschoten zijn [perfect, future, third-person], zou afgeschoten zijn [perfect, conditional, first-person], zou afgeschoten zijn [perfect, conditional, second-person], zou/zoudt afgeschoten zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt afgeschoten zijn [perfect, conditional, second-person], zou afgeschoten zijn [perfect, conditional, third-person], zouden afgeschoten zijn [perfect, conditional, first-person], zouden afgeschoten zijn [perfect, conditional, second-person], zouden afgeschoten zijn [perfect, conditional, third-person]
  1. met een schot doden Tags: transitive
    Sense id: nl-afschieten-nl-verb-KH5~TDLS Categories (other): Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
  2. iets met behulp van een explosie snel weg laten vliegen
    Sense id: nl-afschieten-nl-verb-H~VWOhdt Categories (other): Woorden met boekreferenties
The following are not (yet) sense-disambiguated
Translations (met een schot doden): abschießen (Duits), skyte (Noors), skyte (Nynorsk)

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Samenstelling in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Sterk werkwoord klasse 2 in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "WikiWoordenboek:Wikilink",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van af bw en schieten ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schoot af",
      "ipa": "/sxot 'ɑf/",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten",
      "ipa": "/'ɑf.xə.sxo.tə(n)/",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "af te schieten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschieten\naf zullen schieten",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen afschieten\naf te zullen schieten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgeschoten",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten zullen hebben",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "afschietend",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schiet af",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "mv. verouderd\nschiet af",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schiete af\n(bijzin) afschiete",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoten af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoten af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoten af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "afschiet",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschiet",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschiet",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschiet",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschiet",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschoot",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschoot",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschoot",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschoot",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschoot",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschoten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschoten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschoten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschieten\naf zal schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal afschieten\naf zult/zal schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal afschieten\naf zult/zal schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afschieten\naf zult schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschieten\naf zal schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschieten\naf zullen schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschieten\naf zullen schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschieten\naf zullen schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschieten\naf zou schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschieten\naf zou schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) afschieten\naf zou(dt) schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afschieten\naf zoudt schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschieten\naf zou schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschieten\naf zouden schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschieten\naf zouden schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschieten\naf zouden schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt/heeft afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal/zult afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt afgeschoten",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is afgeschoten",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd afgeschoten",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was afgeschoten",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal afgeschoten worden",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal afgeschoten zijn",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou afgeschoten worden",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou afgeschoten zijn",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten worden",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten zullen worden",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten zijn",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten zullen zijn",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent/is afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "af·schie·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De overbevolking in dit gebied wordt bestreden door jaarlijks wild af te schieten."
        }
      ],
      "glosses": [
        "met een schot doden"
      ],
      "id": "nl-afschieten-nl-verb-KH5~TDLS",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Woorden met boekreferenties",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Wij mogen op oudejaarsavond vuurpijlen afschieten."
        },
        {
          "ref": "Suzanne Vermeer\n “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2",
          "text": "Het kon namelijk niet anders of er zou verbaal vuurwerk worden afgeschoten."
        }
      ],
      "glosses": [
        "iets met behulp van een explosie snel weg laten vliegen"
      ],
      "id": "nl-afschieten-nl-verb-H~VWOhdt"
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-afschieten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/7/73/Nl-afschieten.ogg/Nl-afschieten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-afschieten.ogg"
    },
    {
      "ipa": "/'ɑf.sxi.tə(n)/"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "met een schot doden",
      "sense_index": 1,
      "word": "abschießen"
    },
    {
      "lang": "Noors",
      "lang_code": "no",
      "sense": "met een schot doden",
      "sense_index": 1,
      "word": "skyte"
    },
    {
      "lang": "Nynorsk",
      "lang_code": "nn",
      "sense": "met een schot doden",
      "sense_index": 1,
      "word": "skyte"
    }
  ],
  "word": "afschieten"
}
{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Samenstelling in het Nederlands",
    "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Sterk werkwoord klasse 2 in het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "WikiWoordenboek:Wikilink",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met IPA-weergave",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 10"
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van af bw en schieten ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schoot af",
      "ipa": "/sxot 'ɑf/",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten",
      "ipa": "/'ɑf.xə.sxo.tə(n)/",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "af te schieten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschieten\naf zullen schieten",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen afschieten\naf te zullen schieten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgeschoten",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten zullen hebben",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "afschietend",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n schiet af",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "mv. verouderd\nschiet af",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "schiete af\n(bijzin) afschiete",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoten af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoten af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "schoten af",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "gij, ge"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "wij, we"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschieten",
      "raw_tags": [
        "hoofdzin",
        "zij, ze"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "afschiet",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschiet",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschiet",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschiet",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschiet",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afschoot",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschoot",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschoot",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschoot",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschoot",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschoten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschoten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "afschoten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschieten\naf zal schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal afschieten\naf zult/zal schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal afschieten\naf zult/zal schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afschieten\naf zult schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afschieten\naf zal schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschieten\naf zullen schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschieten\naf zullen schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afschieten\naf zullen schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschieten\naf zou schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschieten\naf zou schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) afschieten\naf zou(dt) schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afschieten\naf zoudt schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afschieten\naf zou schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschieten\naf zouden schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschieten\naf zouden schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin",
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afschieten\naf zouden schieten",
      "raw_tags": [
        "bijzin"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt/heeft afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal/zult afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult/zal afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt afgeschoten",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is afgeschoten",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd afgeschoten",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was afgeschoten",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal afgeschoten worden",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal afgeschoten zijn",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou afgeschoten worden",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou afgeschoten zijn",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten worden",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten zullen worden",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten zijn",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten zullen zijn",
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "afgeschoten te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent/is afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren afgeschoten",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou/zoudt afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden afgeschoten zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "afschieten/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "af·schie·ten",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "De overbevolking in dit gebied wordt bestreden door jaarlijks wild af te schieten."
        }
      ],
      "glosses": [
        "met een schot doden"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Woorden met boekreferenties"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Wij mogen op oudejaarsavond vuurpijlen afschieten."
        },
        {
          "ref": "Suzanne Vermeer\n “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2",
          "text": "Het kon namelijk niet anders of er zou verbaal vuurwerk worden afgeschoten."
        }
      ],
      "glosses": [
        "iets met behulp van een explosie snel weg laten vliegen"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-afschieten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/7/73/Nl-afschieten.ogg/Nl-afschieten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-afschieten.ogg"
    },
    {
      "ipa": "/'ɑf.sxi.tə(n)/"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "met een schot doden",
      "sense_index": 1,
      "word": "abschießen"
    },
    {
      "lang": "Noors",
      "lang_code": "no",
      "sense": "met een schot doden",
      "sense_index": 1,
      "word": "skyte"
    },
    {
      "lang": "Nynorsk",
      "lang_code": "nn",
      "sense": "met een schot doden",
      "sense_index": 1,
      "word": "skyte"
    }
  ],
  "word": "afschieten"
}

Download raw JSONL data for afschieten meaning in All languages combined (28.5kB)

{
  "called_from": "core/1021",
  "msg": "too many args (5) in argument reference: ('pageurl', '\\U001023d7', '.*web.archive.org/web/\\U0010203f0-9\\U00102040*/(\\U0010203fa-z\\U00102040*)://(.*)', '%1://%2', 'plain=no')",
  "path": [
    "afschieten",
    "citeer",
    "ARG-DEFVAL"
  ],
  "section": "Nederlands",
  "subsection": "Werkwoord",
  "title": "afschieten",
  "trace": ""
}

This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-11-06 from the nlwiktionary dump dated 2024-10-20 using wiktextract (fbeafe8 and 7f03c9b). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.