"absenteren" meaning in All languages combined

See absenteren on Wiktionary

Verb [Nederlands]

Audio: nl-absenteren.ogg
Forms: absenteerde [past], geabsenteerd [past, participle], te absenteren [active, infinitive, imperfect, present], zullen absenteren [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen absenteren [active, infinitive, imperfect, future], hebben geabsenteerd [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben geabsenteerd [active, infinitive, perfect, present], geabsenteerd zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], geabsenteerd te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], absenterend [imperfect, participle], geabsenteerd [past, participle], ev. absenteer [imperative], absentere [subjunctive], absenteer [indicative, imperfect, present, singular, first-person], absenteert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], absenteert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], absenteert [indicative, imperfect, present, singular, second-person], absenteert [indicative, imperfect, present, singular, third-person], absenteerde [indicative, imperfect, past, singular, first-person], absenteerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], absenteerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], absenteerde [indicative, imperfect, past, singular, second-person], absenteerde [indicative, imperfect, past, singular, third-person], absenteerden [indicative, imperfect, past, plural, first-person], absenteerden [indicative, imperfect, past, plural, second-person], absenteerden [indicative, imperfect, past, plural, third-person], zal absenteren [indicative, imperfect, future, singular, first-person], zult absenteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal absenteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult absenteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal absenteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zult absenteren [indicative, imperfect, future, singular, second-person], zal absenteren [indicative, imperfect, future, singular, third-person], zullen absenteren [indicative, imperfect, future, plural, first-person], zullen absenteren [indicative, imperfect, future, plural, second-person], zullen absenteren [indicative, imperfect, future, plural, third-person], zou absenteren [indicative, imperfect, conditional, singular, first-person], zou absenteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou(dt) absenteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zoudt absenteren [indicative, imperfect, conditional, singular, second-person], zou absenteren [indicative, imperfect, conditional, singular, third-person], zouden absenteren [indicative, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden absenteren [indicative, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden absenteren [indicative, imperfect, conditional, plural, third-person], heb geabsenteerd [perfect, present, first-person], hebt geabsenteerd [perfect, present, second-person], hebt geabsenteerd [perfect, present, second-person], heeft geabsenteerd [perfect, present, second-person], hebt geabsenteerd [perfect, present, second-person], heeft geabsenteerd [perfect, present, third-person], hebben geabsenteerd [perfect, present, first-person], hebben geabsenteerd [perfect, present, second-person], hebben geabsenteerd [perfect, present, third-person], had geabsenteerd [perfect, past, first-person], had geabsenteerd [perfect, past, second-person], had geabsenteerd [perfect, past, second-person], hadt geabsenteerd [perfect, past, second-person], had geabsenteerd [perfect, past, third-person], hadden geabsenteerd [perfect, past, first-person], hadden geabsenteerd [perfect, past, second-person], hadden geabsenteerd [perfect, past, third-person], zal geabsenteerd hebben [perfect, future, first-person], zal geabsenteerd hebben [perfect, future, second-person], zult geabsenteerd hebben [perfect, future, second-person], zult geabsenteerd hebben [perfect, future, second-person], zal geabsenteerd hebben [perfect, future, second-person], zult geabsenteerd hebben [perfect, future, second-person], zal geabsenteerd hebben [perfect, future, third-person], zullen geabsenteerd hebben [perfect, future, first-person], zullen geabsenteerd hebben [perfect, future, second-person], zullen geabsenteerd hebben [perfect, future, third-person], zou geabsenteerd hebben [perfect, conditional, first-person], zou geabsenteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zou geabsenteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt geabsenteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt geabsenteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zou geabsenteerd hebben [perfect, conditional, third-person], zouden geabsenteerd hebben [perfect, conditional, first-person], zouden geabsenteerd hebben [perfect, conditional, second-person], zouden geabsenteerd hebben [perfect, conditional, third-person], absenteer me [first-person, present, singular], absenteren ons [first-person, present, plural], absenteerde me [first-person, past, singular], absenteerden ons [first-person, past, plural], zal me absenteren [first-person, future, singular], zullen ons absenteren [first-person, future, plural], absenteert je [second-person, present, singular], absenteren je [second-person, present, plural], absenteerde je [second-person, past, singular], absenteerden je [second-person, past, plural], zal, zult je absenteren [second-person, future, singular], zullen je absenteren [second-person, future, plural], absenteert zich/u [second-person, present, plural], absenteert zich/u [second-person, past, singular], absenteerde zich/u [second-person, past, plural], absenteerde zich/u [second-person, future, singular], zult zich/u absenteren [second-person, future, plural], zult zich/u absenteren [second-person], absenteert u [second-person, present, plural], absenteert u [second-person, past, singular], absenteerde u [second-person, past, plural], absenteerde u [second-person, future, singular], zult u absenteren [second-person, future, plural], zult u absenteren [second-person], absenteert zich [third-person, present, singular], absenteren zich [third-person, present, plural], absenteerde zich [third-person, past, singular], absenteerden zich [third-person, past, plural], zal zich absenteren [third-person, future, singular], zullen zich absenteren [third-person, future, plural], zich absenterend [imperfect, participle], zich geabsenteerd hebben [past], absenteer u/je , absenteert je [imperative], absentere zich [subjunctive]
  1. zich ~: zich eventjes verwijderen Tags: reflexive
    Sense id: nl-absenteren-nl-verb-FYglvsaM Categories (other): Wederkerend werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Categories (other): Achtervoegsel -eren in het Nederlands, Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands, Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 10, Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Achtervoegsel -eren in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘(zich...) zich verwijderen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1448",
    "afgeleid van het Franse absenter (met het achtervoegsel -eren)"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "absenteerde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "geabsenteerd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te absenteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen absenteren",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen absenteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geabsenteerd",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geabsenteerd zullen hebben",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geabsenteerd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "absenterend",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "geabsenteerd",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n absenteer",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "absentere",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nabsenteert"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteer",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal absenteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult absenteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal absenteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult absenteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal absenteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult absenteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal absenteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen absenteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen absenteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen absenteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou absenteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou absenteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) absenteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt absenteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou absenteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden absenteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden absenteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden absenteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteer me",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "present",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteren ons",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde me",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerden ons",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zal me absenteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen ons absenteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert je",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "present",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteren je",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde je",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerden je",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zal, zult je absenteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen je absenteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert zich/u",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert zich/u",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde zich/u",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde zich/u",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zich/u absenteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zich/u absenteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert u",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert u",
      "raw_tags": [
        "gij, ge,\n gijlieden"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde u",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde u",
      "raw_tags": [
        "gij, ge,\n gijlieden"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zult u absenteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult u absenteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge\ngijlieden"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert zich",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "present",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteren zich",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde zich",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerden zich",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zich absenteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zich absenteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zich absenterend",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "zich geabsenteerd hebben",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteer u/je , absenteert je",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "absentere zich",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "ab·sen·te·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Wederkerend werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Ik moet mij even absenteren."
        }
      ],
      "glosses": [
        "zich ~: zich eventjes verwijderen"
      ],
      "id": "nl-absenteren-nl-verb-FYglvsaM",
      "tags": [
        "reflexive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-absenteren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/d/dc/Nl-absenteren.ogg/Nl-absenteren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-absenteren.ogg"
    }
  ],
  "word": "absenteren"
}

{
  "categories": [
    "Achtervoegsel -eren in het Nederlands",
    "Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands",
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 10",
    "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘(zich...) zich verwijderen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1448",
    "afgeleid van het Franse absenter (met het achtervoegsel -eren)"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "absenteerde",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "geabsenteerd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "te absenteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen absenteren",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen absenteren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geabsenteerd",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "geabsenteerd zullen hebben",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "geabsenteerd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "absenterend",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "geabsenteerd",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n absenteer",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "absentere",
      "raw_tags": [
        "mv. verouderd\nabsenteert"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteer",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerden",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerden",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal absenteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult absenteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal absenteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult absenteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal absenteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult absenteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal absenteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen absenteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen absenteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen absenteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou absenteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou absenteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) absenteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt absenteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou absenteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden absenteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden absenteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden absenteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heb geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden geabsenteerd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden geabsenteerd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteer me",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "present",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteren ons",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde me",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerden ons",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zal me absenteren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen ons absenteren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "first-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert je",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "present",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteren je",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde je",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerden je",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zal, zult je absenteren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen je absenteren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert zich/u",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert zich/u",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde zich/u",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde zich/u",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zich/u absenteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult zich/u absenteren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert u",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert u",
      "raw_tags": [
        "gij, ge,\n gijlieden"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde u",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde u",
      "raw_tags": [
        "gij, ge,\n gijlieden"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zult u absenteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zult u absenteren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge\ngijlieden"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteert zich",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "present",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteren zich",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "present",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerde zich",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "past",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteerden zich",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "past",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zal zich absenteren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "future",
        "singular"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen zich absenteren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "third-person",
        "future",
        "plural"
      ]
    },
    {
      "form": "zich absenterend",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "zich geabsenteerd hebben",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "absenteer u/je , absenteert je",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "absentere zich",
      "source": "absenteren/vervoeging",
      "tags": [
        "subjunctive"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "ab·sen·te·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Wederkerend werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Ik moet mij even absenteren."
        }
      ],
      "glosses": [
        "zich ~: zich eventjes verwijderen"
      ],
      "tags": [
        "reflexive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-absenteren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/d/dc/Nl-absenteren.ogg/Nl-absenteren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-absenteren.ogg"
    }
  ],
  "word": "absenteren"
}

Download raw JSONL data for absenteren meaning in All languages combined (16.9kB)

This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-01-29 from the nlwiktionary dump dated 2025-01-20 using wiktextract (70a4daf and 5c11237). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.