"Dinsdae" meaning in Afrikaans

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Afrikaans",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "lang": "Afrikaans",
  "lang_code": "af",
  "pos": "noun",
  "pos_title": "Zelfstandig naamwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Zelfstandignaamwoordsvorm in het Afrikaans",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "form_of": [
        {
          "word": "Dinsdag"
        }
      ],
      "glosses": [
        "meervoud van het zelfstandig naamwoord Dinsdag"
      ],
      "id": "nl-Dinsdae-af-noun-il0Q-SOR",
      "tags": [
        "form-of",
        "plural"
      ]
    }
  ],
  "word": "Dinsdae"
}

{
  "categories": [
    "Woorden in het Afrikaans"
  ],
  "lang": "Afrikaans",
  "lang_code": "af",
  "pos": "noun",
  "pos_title": "Zelfstandig naamwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Zelfstandignaamwoordsvorm in het Afrikaans"
      ],
      "form_of": [
        {
          "word": "Dinsdag"
        }
      ],
      "glosses": [
        "meervoud van het zelfstandig naamwoord Dinsdag"
      ],
      "tags": [
        "form-of",
        "plural"
      ]
    }
  ],
  "word": "Dinsdae"
}