"uitspreken" meaning in Néerlandais

See uitspreken in All languages combined, or Wiktionary

Verb

Audio: Nl-uitspreken.ogg
Forms: spreek uit [present], sprak uit [preterite], spreekt uit [present], spreekt uit [present], spreken uit [present], spraken uit [preterite], spreken uit [present], spreken uit [present], spreekt uit [present], sprak uit [preterite], hebben, spreken uitd [participle, present], uitgesproken [participle, past]
  1. Finir (sa phrase). Tags: intransitive
    Sense id: fr-uitspreken-nl-verb-iUcoJRuJ Categories (other): Exemples en néerlandais, Verbes intransitifs en néerlandais
  2. Prononcer.
    Sense id: fr-uitspreken-nl-verb-zoQtVNSn
  3. Exprimer, formuler.
    Sense id: fr-uitspreken-nl-verb-FC-i-vv3
  4. Prononcer.
    Sense id: fr-uitspreken-nl-verb-zoQtVNSn1 Categories (other): Exemples en néerlandais, Lexique en néerlandais du droit Topics: law
The following are not (yet) sense-disambiguated
Synonyms (exprimer): betuigen, opperen, uitdrukken, uiten, verwoorden, formuleren Synonyms (finir sa phrase): uitpraten Synonyms (prononcer): spreken Synonyms (prononcer (en droit)): vellen
{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Dates manquantes en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Lemmes en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Mots reconnus par 100 % des Flamands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Mots reconnus par 99 % des Néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes forts de la quatrième classe en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes intransitifs en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes transitifs en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Néerlandais",
      "orig": "néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "(Date à préciser) Dérivé par préfixation de spreken."
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "spreek uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt uit",
      "raw_tags": [
        "jij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken uit",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "spraken uit",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken uit",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben",
      "raw_tags": [
        "Auxiliaire"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken uitd",
      "tags": [
        "participle",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgesproken",
      "tags": [
        "participle",
        "past"
      ]
    }
  ],
  "lang": "Néerlandais",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Verbe",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Exemples en néerlandais",
          "parents": [],
          "source": "w"
        },
        {
          "kind": "other",
          "name": "Verbes intransitifs en néerlandais",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "iemand laten uitspreken",
          "translation": "laisser finir quelqu’un"
        },
        {
          "text": "laat mij uitspreken",
          "translation": "laisse-moi achever"
        }
      ],
      "glosses": [
        "Finir (sa phrase)."
      ],
      "id": "fr-uitspreken-nl-verb-iUcoJRuJ",
      "tags": [
        "intransitive"
      ]
    },
    {
      "glosses": [
        "Prononcer."
      ],
      "id": "fr-uitspreken-nl-verb-zoQtVNSn"
    },
    {
      "glosses": [
        "Exprimer, formuler."
      ],
      "id": "fr-uitspreken-nl-verb-FC-i-vv3"
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Exemples en néerlandais",
          "parents": [],
          "source": "w"
        },
        {
          "kind": "other",
          "name": "Lexique en néerlandais du droit",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "een vonnis uitspreken",
          "translation": "prononcer une sentence"
        }
      ],
      "glosses": [
        "Prononcer."
      ],
      "id": "fr-uitspreken-nl-verb-zoQtVNSn1",
      "topics": [
        "law"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "Nl-uitspreken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/0/02/Nl-uitspreken.ogg/Nl-uitspreken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/Nl-uitspreken.ogg"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "sense": "finir sa phrase",
      "word": "uitpraten"
    },
    {
      "sense": "prononcer",
      "word": "spreken"
    },
    {
      "sense": "exprimer",
      "word": "betuigen"
    },
    {
      "sense": "exprimer",
      "word": "opperen"
    },
    {
      "sense": "exprimer",
      "word": "uitdrukken"
    },
    {
      "sense": "exprimer",
      "word": "uiten"
    },
    {
      "sense": "exprimer",
      "word": "verwoorden"
    },
    {
      "sense": "exprimer",
      "word": "formuleren"
    },
    {
      "sense": "prononcer (en droit)",
      "word": "vellen"
    }
  ],
  "tags": [
    "intransitive",
    "transitive"
  ],
  "word": "uitspreken"
}
{
  "categories": [
    "Dates manquantes en néerlandais",
    "Lemmes en néerlandais",
    "Mots reconnus par 100 % des Flamands",
    "Mots reconnus par 99 % des Néerlandais",
    "Verbes en néerlandais",
    "Verbes forts de la quatrième classe en néerlandais",
    "Verbes intransitifs en néerlandais",
    "Verbes transitifs en néerlandais",
    "néerlandais"
  ],
  "etymology_texts": [
    "(Date à préciser) Dérivé par préfixation de spreken."
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "spreek uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt uit",
      "raw_tags": [
        "jij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken uit",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "spraken uit",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken uit",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "spreekt uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "sprak uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben",
      "raw_tags": [
        "Auxiliaire"
      ]
    },
    {
      "form": "spreken uitd",
      "tags": [
        "participle",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgesproken",
      "tags": [
        "participle",
        "past"
      ]
    }
  ],
  "lang": "Néerlandais",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Verbe",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Exemples en néerlandais",
        "Verbes intransitifs en néerlandais"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "iemand laten uitspreken",
          "translation": "laisser finir quelqu’un"
        },
        {
          "text": "laat mij uitspreken",
          "translation": "laisse-moi achever"
        }
      ],
      "glosses": [
        "Finir (sa phrase)."
      ],
      "tags": [
        "intransitive"
      ]
    },
    {
      "glosses": [
        "Prononcer."
      ]
    },
    {
      "glosses": [
        "Exprimer, formuler."
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Exemples en néerlandais",
        "Lexique en néerlandais du droit"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "een vonnis uitspreken",
          "translation": "prononcer une sentence"
        }
      ],
      "glosses": [
        "Prononcer."
      ],
      "topics": [
        "law"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "Nl-uitspreken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/0/02/Nl-uitspreken.ogg/Nl-uitspreken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/Nl-uitspreken.ogg"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "sense": "finir sa phrase",
      "word": "uitpraten"
    },
    {
      "sense": "prononcer",
      "word": "spreken"
    },
    {
      "sense": "exprimer",
      "word": "betuigen"
    },
    {
      "sense": "exprimer",
      "word": "opperen"
    },
    {
      "sense": "exprimer",
      "word": "uitdrukken"
    },
    {
      "sense": "exprimer",
      "word": "uiten"
    },
    {
      "sense": "exprimer",
      "word": "verwoorden"
    },
    {
      "sense": "exprimer",
      "word": "formuleren"
    },
    {
      "sense": "prononcer (en droit)",
      "word": "vellen"
    }
  ],
  "tags": [
    "intransitive",
    "transitive"
  ],
  "word": "uitspreken"
}

Download raw JSONL data for uitspreken meaning in Néerlandais (2.6kB)


This page is a part of the kaikki.org machine-readable Néerlandais dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-11-05 from the frwiktionary dump dated 2024-10-20 using wiktextract (fbeafe8 and 7f03c9b). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.