"opwaken" meaning in Néerlandais

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Lemmes en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes intransitifs en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Néerlandais",
      "orig": "néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "À rapprocher de l’anglais wake up et de l’allemand aufwachen."
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "waak op",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "waakte op",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "waakt op",
      "raw_tags": [
        "jij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "waakt op",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "waken op",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "waakten op",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "waken op",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "waken op",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "waakt op",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "waakte op",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben",
      "raw_tags": [
        "Auxiliaire"
      ]
    },
    {
      "form": "waken opd",
      "tags": [
        "participle",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgewaakt",
      "tags": [
        "participle",
        "past"
      ]
    }
  ],
  "lang": "Néerlandais",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Verbe",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Termes vieillis en néerlandais",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "We hebben naar drie uur 's ochtends opgewaakt : Nous nous sommes levé à trois heure du matin."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Se réveiller."
      ],
      "id": "fr-opwaken-nl-verb-VB-A9SeJ",
      "tags": [
        "dated"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Termes vieillis en néerlandais",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Ik waak elke nacht twee keer op : Je me lève deux fois par nuit."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Se lever."
      ],
      "id": "fr-opwaken-nl-verb-pEBZVPC3",
      "tags": [
        "dated"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "ipa": "\\ˈɔp.ʋa.kə\\"
    }
  ],
  "tags": [
    "intransitive"
  ],
  "word": "opwaken"
}

{
  "categories": [
    "Lemmes en néerlandais",
    "Verbes en néerlandais",
    "Verbes intransitifs en néerlandais",
    "néerlandais"
  ],
  "etymology_texts": [
    "À rapprocher de l’anglais wake up et de l’allemand aufwachen."
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "waak op",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "waakte op",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "waakt op",
      "raw_tags": [
        "jij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "waakt op",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "waken op",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "waakten op",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "waken op",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "waken op",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "waakt op",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "waakte op",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben",
      "raw_tags": [
        "Auxiliaire"
      ]
    },
    {
      "form": "waken opd",
      "tags": [
        "participle",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgewaakt",
      "tags": [
        "participle",
        "past"
      ]
    }
  ],
  "lang": "Néerlandais",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Verbe",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Termes vieillis en néerlandais"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "We hebben naar drie uur 's ochtends opgewaakt : Nous nous sommes levé à trois heure du matin."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Se réveiller."
      ],
      "tags": [
        "dated"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Termes vieillis en néerlandais"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Ik waak elke nacht twee keer op : Je me lève deux fois par nuit."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Se lever."
      ],
      "tags": [
        "dated"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "ipa": "\\ˈɔp.ʋa.kə\\"
    }
  ],
  "tags": [
    "intransitive"
  ],
  "word": "opwaken"
}