"in elkaar slaan" meaning in Néerlandais

See in elkaar slaan in All languages combined, or Wiktionary

Verb

Forms: sla in elkaar [present], sloeg in elkaar [preterite], slaat in elkaar [present], slaat in elkaar [present], slaan in elkaar [present], sloegen in elkaar [preterite], slaan in elkaar [present], slaan in elkaar [present], slaat in elkaar [present], sloeg in elkaar [preterite], hebben, slaan in elkaard [participle, present], in elkaar geslagen [participle, past]
  1. Entremêler.
    Sense id: fr-in_elkaar_slaan-nl-verb-bVsW-GBb
  2. Démolir, mettre quelque chose en pieces.
    Sense id: fr-in_elkaar_slaan-nl-verb-bAeRos4p
  3. Rosser quelque chose de coups, tabasser.
    Sense id: fr-in_elkaar_slaan-nl-verb-fJL5D9Rg
The following are not (yet) sense-disambiguated
Synonyms (démolir): kort en klein slaan Synonyms (entremêler): ineenslaan, samenslaan, vlechten Synonyms (rosser de coups): aftuigen, afrossen, molesteren

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Locutions verbales en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes forts de la sixième classe en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes transitifs en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Wiktionnaire:Sections de type avec locution forcée",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Néerlandais",
      "orig": "néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "sla in elkaar",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "sloeg in elkaar",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "slaat in elkaar",
      "raw_tags": [
        "jij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "slaat in elkaar",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "slaan in elkaar",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "sloegen in elkaar",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "slaan in elkaar",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "slaan in elkaar",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "slaat in elkaar",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "sloeg in elkaar",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben",
      "raw_tags": [
        "Auxiliaire"
      ]
    },
    {
      "form": "slaan in elkaard",
      "tags": [
        "participle",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "in elkaar geslagen",
      "tags": [
        "participle",
        "past"
      ]
    }
  ],
  "lang": "Néerlandais",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Locution verbale",
  "senses": [
    {
      "glosses": [
        "Entremêler."
      ],
      "id": "fr-in_elkaar_slaan-nl-verb-bVsW-GBb"
    },
    {
      "glosses": [
        "Démolir, mettre quelque chose en pieces."
      ],
      "id": "fr-in_elkaar_slaan-nl-verb-bAeRos4p"
    },
    {
      "glosses": [
        "Rosser quelque chose de coups, tabasser."
      ],
      "id": "fr-in_elkaar_slaan-nl-verb-fJL5D9Rg"
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "sense": "entremêler",
      "word": "ineenslaan"
    },
    {
      "sense": "entremêler",
      "word": "samenslaan"
    },
    {
      "sense": "entremêler",
      "word": "vlechten"
    },
    {
      "sense": "démolir",
      "word": "kort en klein slaan"
    },
    {
      "sense": "rosser de coups",
      "word": "aftuigen"
    },
    {
      "sense": "rosser de coups",
      "word": "afrossen"
    },
    {
      "sense": "rosser de coups",
      "word": "molesteren"
    }
  ],
  "tags": [
    "transitive"
  ],
  "word": "in elkaar slaan"
}
{
  "categories": [
    "Locutions verbales en néerlandais",
    "Verbes forts de la sixième classe en néerlandais",
    "Verbes transitifs en néerlandais",
    "Wiktionnaire:Sections de type avec locution forcée",
    "néerlandais"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "sla in elkaar",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "sloeg in elkaar",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "slaat in elkaar",
      "raw_tags": [
        "jij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "slaat in elkaar",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "slaan in elkaar",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "sloegen in elkaar",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "slaan in elkaar",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "slaan in elkaar",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "slaat in elkaar",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "sloeg in elkaar",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben",
      "raw_tags": [
        "Auxiliaire"
      ]
    },
    {
      "form": "slaan in elkaard",
      "tags": [
        "participle",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "in elkaar geslagen",
      "tags": [
        "participle",
        "past"
      ]
    }
  ],
  "lang": "Néerlandais",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Locution verbale",
  "senses": [
    {
      "glosses": [
        "Entremêler."
      ]
    },
    {
      "glosses": [
        "Démolir, mettre quelque chose en pieces."
      ]
    },
    {
      "glosses": [
        "Rosser quelque chose de coups, tabasser."
      ]
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "sense": "entremêler",
      "word": "ineenslaan"
    },
    {
      "sense": "entremêler",
      "word": "samenslaan"
    },
    {
      "sense": "entremêler",
      "word": "vlechten"
    },
    {
      "sense": "démolir",
      "word": "kort en klein slaan"
    },
    {
      "sense": "rosser de coups",
      "word": "aftuigen"
    },
    {
      "sense": "rosser de coups",
      "word": "afrossen"
    },
    {
      "sense": "rosser de coups",
      "word": "molesteren"
    }
  ],
  "tags": [
    "transitive"
  ],
  "word": "in elkaar slaan"
}

Download raw JSONL data for in elkaar slaan meaning in Néerlandais (1.8kB)


This page is a part of the kaikki.org machine-readable Néerlandais dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-10-01 from the frwiktionary dump dated 2024-09-20 using wiktextract (3fd8a50 and 59b8406). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.