"betrekken" meaning in Néerlandais

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Lemmes en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes forts de la troisième classe en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes intransitifs en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes transitifs en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Néerlandais",
      "orig": "néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "Composé de la particule inséparable “be” et du verbe “trekken”."
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "betrek",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "betrok",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "betrekt",
      "raw_tags": [
        "jij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "betrekt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "betrokken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "betrekt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "betrok",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben",
      "raw_tags": [
        "Auxiliaire"
      ]
    },
    {
      "form": "betrekkend",
      "tags": [
        "participle",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "betrokken",
      "tags": [
        "participle",
        "past"
      ]
    }
  ],
  "lang": "Néerlandais",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Verbe",
  "senses": [
    {
      "examples": [
        {
          "text": "iemand bij iets betrekken : intéresser quelqu’un à quelque chose."
        },
        {
          "text": "betrokken zijn bij : être concerné par."
        },
        {
          "text": "(Droit)'in het geding betrekken : mettre en cause."
        },
        {
          "text": "in rechte betrekken : traduire en justice."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Mêler à, impliquer dans."
      ],
      "id": "fr-betrekken-nl-verb-dZfDPkgn"
    },
    {
      "examples": [
        {
          "text": "iets betrekken bij de groothandel : acheter quelque chose en gros."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Acheter, acquérir."
      ],
      "id": "fr-betrekken-nl-verb-W9QFMSuQ"
    },
    {
      "glosses": [
        "S’installer dans, emménager."
      ],
      "id": "fr-betrekken-nl-verb-HdpdJ8s3"
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Verbes intransitifs en néerlandais",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "glosses": [
        "Se couvrir, s’assombrir."
      ],
      "id": "fr-betrekken-nl-verb-9A843IDw",
      "tags": [
        "intransitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "Nl-betrekken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/0/06/Nl-betrekken.ogg/Nl-betrekken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/Nl-betrekken.ogg",
      "raw_tags": [
        "Pays-Bas"
      ]
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "word": "verwikkelen"
    },
    {
      "word": "kopen"
    },
    {
      "word": "verwerven"
    },
    {
      "word": "intrekken"
    },
    {
      "word": "in bezit nemen"
    },
    {
      "word": "bewolken"
    }
  ],
  "tags": [
    "intransitive",
    "transitive"
  ],
  "word": "betrekken"
}

{
  "categories": [
    "Lemmes en néerlandais",
    "Verbes en néerlandais",
    "Verbes forts de la troisième classe en néerlandais",
    "Verbes intransitifs en néerlandais",
    "Verbes transitifs en néerlandais",
    "néerlandais"
  ],
  "etymology_texts": [
    "Composé de la particule inséparable “be” et du verbe “trekken”."
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "betrek",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "betrok",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "betrekt",
      "raw_tags": [
        "jij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "betrekt",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "betrokken",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "betrekt",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "betrok",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben",
      "raw_tags": [
        "Auxiliaire"
      ]
    },
    {
      "form": "betrekkend",
      "tags": [
        "participle",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "betrokken",
      "tags": [
        "participle",
        "past"
      ]
    }
  ],
  "lang": "Néerlandais",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Verbe",
  "senses": [
    {
      "examples": [
        {
          "text": "iemand bij iets betrekken : intéresser quelqu’un à quelque chose."
        },
        {
          "text": "betrokken zijn bij : être concerné par."
        },
        {
          "text": "(Droit)'in het geding betrekken : mettre en cause."
        },
        {
          "text": "in rechte betrekken : traduire en justice."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Mêler à, impliquer dans."
      ]
    },
    {
      "examples": [
        {
          "text": "iets betrekken bij de groothandel : acheter quelque chose en gros."
        }
      ],
      "glosses": [
        "Acheter, acquérir."
      ]
    },
    {
      "glosses": [
        "S’installer dans, emménager."
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Verbes intransitifs en néerlandais"
      ],
      "glosses": [
        "Se couvrir, s’assombrir."
      ],
      "tags": [
        "intransitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "Nl-betrekken.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/0/06/Nl-betrekken.ogg/Nl-betrekken.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/Nl-betrekken.ogg",
      "raw_tags": [
        "Pays-Bas"
      ]
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "word": "verwikkelen"
    },
    {
      "word": "kopen"
    },
    {
      "word": "verwerven"
    },
    {
      "word": "intrekken"
    },
    {
      "word": "in bezit nemen"
    },
    {
      "word": "bewolken"
    }
  ],
  "tags": [
    "intransitive",
    "transitive"
  ],
  "word": "betrekken"
}